Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

VRAGENBUS

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VRAGENBUS

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Vraag : Wat gebeurt er bij het enten, zooals de boomkweeker dat wel doet ?
Antwoord : Wij zijn geen vakkundige. Men moet dus op de technische bijzonderheden, die we zeggen, maar niet al te precies letten. Maar waar het om gaat, komt, als we ons niet vergissen, hierop neer : Er is een stam, die leeft en levenssappen omhoog stuwt in tak en blad ; maar die levenssappen zijn wild en dragen niet de gewenschte vruchten, die waardeloos zijn. Nu komt de boomkweeker en brengt een takje van een goeden boom in den onedelen stam en weet door deze enting teweeg te brengen, dat het levenssap van den wilden boom wordt omgezet en overgaat in vruchthout, waaraan de goede en gewenschte vrucht groeien en rijpen kan. Die stek staat dan niet naast den boom, maar is in den stam gebracht; en de wilde boom is door de edele tak tot vruchtdragen bekwaam ; 't wordt door den edelen tak tot vruchtbaar hout en de boom bloesemt en draagt vrucht in en door den edelen tak, welke tak tot boom uitgroeit.
Zoo ook met den zondaar. De wilde stam is de zondaar. Vruchten genoeg, maar kwade vruchten van zondig vleesch en bloed ; zonder gerechtigheid voor God. „Die in het vleesch zaait, zal verderfenis maaien." Als de Heilige Geest nu een nieuw levensbeginsel, een edele stek, welke uit Christus is, in den ouden mensch brengt, dan heeft er een afsterving van den ouden mensch plaats en een opstanding van den nieuwen mensch. Heidelb. Catech. Zondag 33. Dan komt er, uit de droefheid naar God geboren, een haten en vlieden van de zonde en er ontkiemt en ontspruit wat God ingeplant heeft: lust en liefde tot God en Zijn dienst, in Christus Jezus. Of om het beeld van den Heiland te gebruiken, dat in omgekeerden zin werkt: de Heiland is de ware, goede Wijnstok, en nu wordt de mensch, door Gods genade, in Christus ingeënt en groeit uit Hem op, wordt een nieuw mensch, een levende rank, die uit den wijnstok Christus alles ontvangt en vele vruchten moet voortbrengen. Die rank, in den waren Wijnstok Christus ingeënt, staat dus niet naast den stam. Er zijn niet twee dingen : stam en rank. Er is maar één ding : een rank in en van den Wijnstok, Christus. Wijnstok en rank zijn één, hoewel onderscheiden; de Wijnstok is de rank niet, de rank is de Wijnstok niet, nochtans op 't innigst met elkaar vereenigd. En het is óók niet zoo, dat de rank telkens uit den Wijnstok genomen wordt en er naast en buiten komt te staan, om er dan 't volgende oogenblik weer in gezet te worden. Zóó gaat het niet. Het is niet : nu eens er in, dan weer er buiten voor Gods kinderen. Maar het is wél zóó : dat de levenskrachten van Wijnstok en ranken nog telkens met elkaar botsen. De levenssappen van den rank werken óók nog, al is de rank in den Wijnstok. Dat is, wat men in zekere kringen wel noemt : de Christen is een „twee-mensch" ; een nieuwe mensch, maar zóó, dat de oude mensch óók nog werkt. „Als ik het goede wil doen, ligt het kwade mij bij." „Ook de allerheiligsten" — zegt onze Heidelb. Catechismus — „ook de allermeest bevoorrechte kinderen Gods (de allerheiligsten of allergeestelijksten of allervroomsten) hebben maar een klein beginsel dezer (nieuwe) gehoorzaamheid" ; want wij struikelen allen dagelijks in vele ; nochtans is het zóo bij Gods ware kinderen gesteld, dat ze droefheid hebben over de zonde en vreugd kennen in God, om met lust en liefde niet alleen naar sommige, maar naar al de geboden Gods te leven ; zeggende : ik heb een vermaak naar den inwendigen mensch in de Wet Gods. Zeggende : hoe lief heb ik Uwe Wet, Uwe inzettingen zijn mij gezangen in het land der vreemdelingschap.
Dat is dat „twee-mensch" zijn van de geloovigen ; maar als ranken i n den waren Wijnstok, als levende lidmaten in en van Christus ; in Wien we hebben onze gerechtigheid en onze heiligmaking; ook onze volmaking; ook onze volkomene verlossing straks. Dan is het oorspronkelijke weer terug : menschen Gods ! En dat in den weg van 't geënt worden in Christus !

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 december 1934

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

VRAGENBUS

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 december 1934

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's