UIT DE AFDEELINGEN

EDE. Dinsdag 18 December kwam onze afdeeling in buitengewone vergadering bijeen. Zeer velen waren opgekomen, zoodat de zaal tot in de uiterste hoeken gevuld was om te luisteren naar het onderwerp : „De Gezangenkwestie", dat door ds. D. J. V. d. Graaf, predikant alhier, zou worden behandeld. De voorzitter, de heer Faas, sprak een inleidend woord naar aanleiding van Richt. 4 vers 8, waarin hij aandrong op beginseltrouw en liefde tot de Kerk. Ds. v. d. Graaf sprak vervolgens over , , De Gezangenkwestie" en wilde nagaan den tegenwoordigen stand van het vraagstuk, de stem der historie, om dan tenslotte te spreken over de invoering en den inhoud van den Evangelischen Gezangenbundel. Door de nieuwe Gezangenbundel, bestaande uit 272 liederen, door de Synode nu aangenomen, is de kwestie weer urgent geworden. In de Commissie van samenstelling zaten o. a. de predikanten Creutzberg, Riemens, de Groot, Burger, Van Grieken. Prof. Visscher was echter van oordeel, dat 95% van de leden der Hervormde Kerk geen behoefte daaraan had. Ook de Gereformeerde Kerken kennen haar Gezangenkwestie ; daar is nu een bundel en elke plaatselijke Kerk is vrij om ze al of niet te gebruiken. In de Gereformeerde Kerk te Ede worden ze niet gezongen, elders wel. Uit de Gereformeerde Kerken is pas een bezwaar gerezen in de brochure van den heer R. van Mazijk : „Het vrije lied, een wanklank in den tempelzang". Velen in de Gereformeerde Kerk zien in de invoering van nieuwe Gezangen een miskenning van de Psalmen. Prof. Greydanus, van Kampen, hoorde op de Synode tot de bezwaarden. In 1910 schreef dr. J. H. Gunning een pro en dr. De Lind van Wijngaarden een contra. Honderd jaar geleden was het in de dagen van de Afscheiding ook een kwestie, waarin ds. De Cock zich heeft uitgesproken tegen de Gezangen. Ook 300 jaar geleden leefde de Gezangenkwestie op de Dordtsche Synode. Ook in de oudste Chr. gemeenten. Sommigen wijzen hier op teksten als 1 Cor. 14 vers 26 ; 1 Tim. 3 vers 16 ; Efeze 5. Ook worden heidensche schrijvers, Plinius en Lucianus, als getuigen opgeroepen. Ook Tertullianus. Wel blijkt uit een en ander, dat men in de oudste Chr. gemeenten Christelijke lofzangen ter eere van Christus heeft gemaakt en dat men ze gaarne thuis zong. Maar daaruit blijkt nog niet, dat ze ook in de kerken werden gezongen. In de Syrische Kerk lezen we daar wèl van. In de 6de eeuw kwam het in de Grieksche Kerk. Het Concilie van Lycea in 360 vaardigde een verbod uit, omdat zulk zingen bij secten in zwang was, die verdeeldheid brachten. Op het Concilie van Toledo in 633 stond men het zingen van het vrije lied toe. Heel vroeger kende men in de Chr. gemeenten wel drie doxologies of lofverheffingen Gods, die in de kerk werden gezongen, met woorden uit de Schrift. Zoo werden Schriftuurlijke liederen gezongen, waarvan de vrije liederen te onderscheiden zijn. Van de Kerkhervormers was Luther voor het zingen van christelijke liederen. Zwingli wilde heelemaal niet laten zingen, en Calvijn was voor het zingen van Schriftuurlijke liederen naast de Psalmen. In Engeland waren eerst de Psalmen, later ook vrije liederen. In Nederland zong men Psalmen en geestelijke liedekens van Van Zuylen van Nyeveldt; in de 2de berijming van Jan van Uytenhoven werden de oude berijmde Gezangen weggelaten; daarna kwam de berijming van Petrus Datheen, die achter de Psalmen opnam de berijming van de Wet, van de 12 Artikelen en drie Nieuw-Testamentische liederen en de Bedezang vóór de predikatie. In de dagen der Remonstranten kwam een bundel Gezangen met 58 liederen. De Dordtsche Synode stelde het Psalmboek vast, zooals wij het hebben, met de Lofzangen van Zacharia en Maria enz.
Men zegt wel, dat Christus Zelf en de Apostelen na het Avondmaal de lofzang zongen ; maar dat was de lofzang uit Psalm 115—118, het groote Hallel. Het is niet zeker, of de Apostelen het gebruik van Christelijke liederen hebben aanbevolen. Sommigen meenen van wel, en beroepen zich dan op 1 Coll. 3 vers 16 ; 1 Cor. 14 vers 26 ; Efeze 5 vers 19 ; ook verwijst men naar Efeze 5 vers 14 en 1 Tim. 3 vers 16 als citaten uit Christelijke liederen ; maar dit heeft met de Gezangenkwestie niets te maken, zooals prof. dr. H. H. Kuyper ook reeds heeft beweerd. Men wijst er ook wel op, dat in den hemel lofzangen worden aangeheven, maar dat mag men niet als norm stellen voor het aardsche. Omdat in het Nieuwe Testament geen liederen voorkomen, hebben we het bewijs, dat God de Oud-Testamentische Psalmen bestemd heeft voor de samenkomsten der gemeente. Wat de invoering van de Gezangenbundel in 1807 betreft, is op te merken, dat deze onwettig is geschied ; 't is het werk der Prov. Synodes. Verschillende personen als b.v. Brummelkamp, werden uit hun ambt gezet, doordat zij geen Gezangen lieten zingen. Gaat men de Gezangen na, dan bemerkt men, ten spijt van het Voorwoord, dat ze veelal de geloofsleer loslaten; men leze ook het boekje van ds. P. Huet. Men zie Gezang 98 vers 2 : „Aanschouw het kroost, thans door den doop herboren" ; ook Gezang 20 enz, In „Onze Eeredienst" maakte dr. A. Kuyper tusschen Psalmen en Gezangen een vergelijking als tusschen goud en blik. Ook prof. Van Veen had allerlei bezwaren. De Kerken der Hervorming van het Gereformeerd Protestantisme hadden in overgroote meerderheid genoeg aan de Psalmen en enkele Schriftuurlijke lofzangen.
Dat moet ook ons genoeg zijn — aldus ds. f. d. Graaf.
Na de "pauze, waarin zich verscheidene nieuwe leden opgaven, beantwoordde de spreker nog enkele vragen. Hierbij bleek, dat ds. v. d. Graaf verschillende bezwaren heeft tegen den Gereformeerden Gezangenbundel.
Ds. V. d. Graaf sloot het samenzijn met dankgebed.
E. J. VAN SPANKEREN, Secretaris.

GOUDRIAAN. Dezer dagen vergaderde de afdeeling Goudriaan van den Gereformeerden Bond in de consistoriekamer, onder leiding van ds. F. Anker, pastor-loei. Bij de bestuursverkiezing werd ds. Anker bij acclamatie tot voorzitter gekozen. Herkozen of gekozen werden : R. D. C. M. van Slijpe, die als secretaris zal fungeeren, E. de Graaf f, die het penningmeesterschap blijft bekleeden, C. Korevaar, algemeen secundus en A. Terlouw Jzn.
Met de 8 nieuwe leden, die toetraden, telt de afdeeling thans 21 leden.
Op 6 Februari a.s. zal D.V. voor de afdeeling optreden ds. J. G. Woelderink van Ouderkerk aan den IJsel, om een propaganda-rede te houden in het belang van den Gereformeerden Bond.
Op Maandag 28 Januari zal D.V. wederom een vergadering van de afdeeling worden gehouden met als inleider de eerw. heer A. Terlouw, godsdienstonderwijzer ter plaatse, over : De Dordtsche Kerkorde, terwijl begin Maart ds. Anker zal spreken over de tegenwoordige kerkinrichting.
HET BESTUUR.

HAARLEM EN OMSTREKEN. Aan leden en vrienden van onze Afdeeling worden de volgende spreekbeurten voor de maand Januari 1935 nog even in herinnering gebracht :
D.V. 16 Januari, in de Broederkerk, Parklaan 34, ds. J. Fokkema, van Amstelveen.
23 Januari in gebouw „De Nijverheid", Jansstraat 85, ds. J. Lekkerkerker, van Oldebroek.
30 Januari, in de Broederkerk, ds. P. J. Steenbeek, van Oudewater.
Een aansporing tot getrouw bezoek dezer samenkomsten, welke alle te 8 uur nam. aanvangen, is toch niet noodig ? De Heere geve ons gezegende uren en Hij doe het ons alleen van Hem verwachten. Geeft de opkomst de laatste beurten reden tot teleurstelling, onze hope is op den God des Verbonds, die niet beschaamd doet uitkomen die het van Hem alleen (en niet van de menschen) verwachten.

Ds. A. Luteijn, te Nijkerk, heeft zich bereid verklaard een spreekbeurt te vervullen waarin een collecte zal worden gehouden voor het Studiefonds. Deze beurt heeft D.V. plaats 27 Febr. a.s. Ieder zondere nu reeds iets af voor dit schoone doel. Alle door 't Bestuur te organiseeren spreekbeurten in dit seizoen, zijn door sprekers „bezet", behalve 9 April, waarover nog wordt gecorrespondeerd met ds. J. van Amstel te Voorthuizen.
Het Bestuur wil hier reeds h.h. predikanten hartelijk danken voor hun bereidwilligheid, ons te helpen. Wij bidden het Hoofdbestuur, predikanten, Afdeelingsbesturen en leden voor den nieuwen tijdkring 's Heeren onmisbaren zegen . toe. Met vriendelijke groeten,
AUG. C. VAN DE WALLE, Ie Secretaris.

HARDERWIJK. Op uitnoodiging van de Gemeentelijke Zendingscommissie hoopt, zoo de Heere wil en wij leven, Woensdag 16 Januari a.s., des avonds 7 uur, in de Ned. Hervormde kerk voor ons op te treden ds. K. J. van den Berg, uit Amersfoort. Daar ds. Van den Berg in onze gemeente geen onbekende is, verwachten we een groote opkomst. Daar onze kerk Zondag en door de week verwarmd is, kunnen de hoorders niet wegblijven omdat het zoo koud in de kerk is. We verwachten dus een volle kerk en een mooie collecte voor onze Classicale Zending.
R. POT, Secretaris der Commissie.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen