MEDITATIE

Wie de ziekenkamer binnentreedt wordt getroffen door den aanblik van het lijden, dat in velerlei graad en schakeering de menschheid treft om der zonde wil. Door des Heeren volk beleefd als een beproeving, wordt dan dit leven gezien als een voorbereiding voor hooger leven, ook al wenscht de kranke in zeer vele gevallen gaarne de gezondheid terug, ziende op de vele aardsche banden, die alleen noode worden verbroken. Immers is de gezondheid de grootste schat, dien God het menschdom gegeven heeft.
Toch zegt de Heilige Schrift, dat er nog iets beters is dan de gezondheid, ja, dan het leven zelf, het is namelijk Gods goedertierenheid. Dit is een merkwaardig woord, naar zijn oorsprong, inhoud en uitkomst.
Daar zijn in het leven vele spreekwoorden, opgekomen uit de ervaring, en zij worden zeer dikwijls bevonden een beproefde levenswaarheid te zijn. Wij weten echter niet altoos de herkomst, en ook blijkt dikwerf dat niet alle spreekwoorden den toets van Gods waarheid kunnen doorstaan.
Het Psalmwoord, hierboven aangehaald, rust op openbaring en is in des dichters ziel een levenservaring geworden, eerst ten deele gekend, later ten volle genoten.
We worden bij dit woord teruggeleid naar den zegsman, die als vluchteling tijdelijk in de woestijn verkeerde, n.l. David. Maar David zeide dit door den Heiligen Geest, die hem gegeven was.
Een natuurlijk mensch vindt zoo'n spreuk niet uit, want deze bedenkt niet de dingen, die des Geestes Gods zijn. Ze zijn hem een dwaasheid. Let maar eens op de vele geestelooze spreuken, die bij velen aan den wand hangen.
„Gods goedertierenheid is beter dan het leven", zietdaar een woord van Hem, die ons uit liefde wil vastzetten, stilhouden, bepalen. We dienen dus allereerst te letten op den Zegsman.
Als er iemand bij u thuis komt met een treffende boodschap, dan vragen de van droefheid verslagenen of van blijdschap verrukte hoorders ook : Wie zegt dat ? Is die boodschap betrouwbaar ? Soms gaan we er niet eens op in, want het gevleugelde woord is : Ge weet wie het zegt!
Inderdaad is het hier ook : Ge moogt weten, ja, ook ter waarschuwing, ge moet weten. Wie het zegt, het is God Almachtig en genadig. Zijn goedertierenheid is beter dan het leven. Wie wijs is, geeft op deze dingen acht!
Dit woord van den Psalmdichter is een vergelijking. Iets wat goed en iets wat beter is, wordt naast elkander gelegd, en tegen elkander afgewogen. Het goede is 't aardsche leven, het betere is Gods goedertierenheid. Hierin zegt de Heere : Mensch, kies u heden, gelijk de Heiland betuigt: Wie zijn leven zal willen verliezen om Mijnentwil, die zal hetzelve vinden, n.l. het eeuwige leven, de gave van Gods goedertierenheid.
Het leven is de allereerste gave op aarde. Dit leven wordt met leven gezegend, want kinderen zijn een erfdeel des Heeren. Ook zegent de Heere boozen en goeden. Hij regent over rechtvaardigen en onrechtvaardigen. Hij verzadigt al wat daar leeft, naar Zijn welbehagen.
Dit aardsche leven is een gave Gods, en niemand geeft het gaarne prijs. Iedereen denkt oud te worden en jong te blijven. Wordt er aan ons bestaan geschud, dan ijlings halen wij den geneesheer, dikwerf nog vóór dat wij een gebed opzenden tot God !
Daar is in het leven veel blijdschap, en de mensch verblijde zich in de werken Gods, ja, alles wat adem heeft love den Heere, en vergete nooit één van Zijn weldadigheden : Het huis Israels en de priesterschap zegge nu, dat Gods goedertierenheid in der eeuwigheid is.
Dit aardsche leven is kort, en bij de kortheid voegt zich de broosheid. Hiertegenover staat Gods goedertierenheid, die in der eeuwigheid is. Ze is beter.
We hebben een onuitroeibaar besef, dat dit leven onvolkomen is. Alle vleesch is als gras, maar ook dit leven is door de zonde verdorven, 't Ligt stuk geslagen; Toch stellen we zonder wedergeboorte dit leven op den allerhoogsten prijs ! Hoe kleeft mijn ziel aan 't stof ! Ook al is het uitnemendste moeite en verdriet. Des jongelings pad is door ijdelheden omsingeld ! Een stroom van ongerechtigheden heeft dikwerf de overhand op ons. En nu zegt Gods Woord terecht, dat als we de rekening opmaken : Gods goedertierenheid gaat het al te boven ! Ze is dus beter.
Dit aardsche leven, heeft een doel: Leven ter eere Gods. Dit is de leer, en van Gods volk het leven. En als wij dan mogen zien, dat wij aan het verheven doel niet beantwoorden, dan is het weer Gods goedertierenheid dat wij niet vernield zijn.
Toch gaat de Psalmdichter hier onvergelijkelijk veel verder : Gods goedertierenheid is beter dan het leven. Ook beter dan een welbesteed zedelijk goed leven, want uit goedertierenheid zonder peil schenkt Hij het eeuwig zalig leven. Daarom wekt ook de Psalmdichter ons op om als om strijd met Wijde galmen den Heere vreugdepsalmen te zingen.
Zijn goedertierenheid is lederen morgen nieuw. Zijn goedertierenheid is hemelhoog.
Zijn goedertierenheid wordt in krankheid geprezen en zelfs in het aangezicht van den dood geroemd.
De barmhartigheden der goddeloozen zijn wreed, maar de goedertierenheid Gods is weldadig, de Heere is groot van goedertierenheid.
Dat Zijn goedertierenheid nu beter is dan het leven, moet ook, en moge ook bij Gods vrije genade blijken in uw leven, dat gij namelijk kent den eenigen troost in leven en in sterven, het eigendom van Jezus Christus te zijn, door Gods goedertierenheid.
Mozes bidt in Psalm 90 niet om lengte van dagen, gelijk vele stervelingen dit als het hoogste goed zien, doch : verzadig ons met Uwe goedertierenheid ! Hierin wordt hij door den zelfden Geest geleid als David, aangezien Gods goedertierenheid beter dan het leven is.
Dit nu is voor de kinderen Gods de bijzondere goedertierenheid, waardoor zij om de kruisverdienste van Christus het eeuwige leven zullen beërven.
Nu is het zeker waar, dat wij vergaan van smart en rouw, als wij in dit leven niet reeds Gods goedertierenheid zouden zien, doch waar deze beter is dan het leven, verstaan we wat Paulus zegt: indien wij alleenlijk in dit leven op Christus zijn hopende, wij zijn de ellendigste van alle menschen.
Het gaat dus om het eeuwig zalig goed, dat nooit vergaat, de parel van Gods goedertierenheld. Laat dan dit leven kort en broos zijn, Gods goedertierenheid is eeuwig, en Zijn volk zal er niet alleen tijdelijk hier, maar straks eeuwig van zingen, daar boven !
De vrucht van Gods goedertierenheid, in Jezus, Christus betoond, streeft alzoo in waardij alles te boven en overtreft de stoutste verwachtingen.
De Grieken zeiden oudtijds : Eerst Napels zien en dan sterven ! Dit was het toppunt van levensgeluk. De Christen zegt: We gaan sterven, en gaan de stad zien en bezitten, welke fundamenten heeft en welker kunstenaar en bouwmeester God Zelf is.
Zoo heeft God dan Zelf dit goed weggelegd voor Zijn volk. Moogt ge er biddend naar staan. Wie in dit aardsche leven opgaat, gaat er in onder, hij derft de heerlijkheid Gods. Buitenste duisternis is zijn deel. Maar wie zijn leven wil verliezen om Christus' wil, die beëerft krachtens Gods goedertierenheid het eeuwige leven. En dit is beter dan het tijdelijke.
Want beter dan dit tijd'lijk leven Is Uwe goedertierenheid : Och wierd ik derwaarts
weer geleid, Dan zou mijn mond U d' eere geven.
VAASSEN

G. V. d. Zee

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen