Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DE VERKIEZINGEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE VERKIEZINGEN

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een vruchtbaar onderwerp. Laten we een paar pennekrassen er aan wijden. Wat zegt die Pers alzoo ? Eerst iets uit: „Woord en Geest", het blad, waaraan b.v. ds. Buskes nogal verwant is. We lezen daar:
»De verkiezingen voor de Prov. Staten hebben in den lande niet veel enthousiasme gewekt. Op de bekende wijze is er met pamfletten gewerkt en zijn er propaganda-avonden gehouden. De oude gevestigde partijen zijn met hun oude programma's voor den dag gekomen en hebben hun getrouwen tot verdere trouw aangemaand. De N.S.B, heeft als een jonge vogel flink met z'n vleugels geklapt, doch het meerendeel der bevolking gelooft niet, dat deze vleugels ons Vaderland uit de crisisellende zullen kunnen opheffen.
Het resultaat der verkiezingen is even een verrassing geweest door die successen, welke de N.S.B, mocht boeken. Ook de belangrijke versterking van de C.D.U. trok de aandacht. Doch bij nadere beschouwing bleek al spoedig, dat de stemmen van de N.S.B, overgekomen waren uit het liberale kamp en dat de C.D.U. haar succes te danken heeft aan vroegere C.H.U. en A.R. stemmen. Hoe belangrijk deze resultaten ook voor de betrokken partijen zijn, een werkelijke verschuiving van links naar rechts, van het behoudende naar het revolutionaire kamp, heeft er niet door plaats gehad.
De oorzaak zal ook daarin gezocht moeten worden, dat geen enkele partij er in. geslaagd is den steen der wijzen te vinden, waardoor de bestaande moeilijkheden kunnen worden opgelost. Enkele nieuwe woorden als „corporatie" en „ordening" maken opgang, maar een concrete voor­stelling van de veranderingen welke in ons maatschappelijk leven zullen moeten worden aangebracht, bestaat nog niet.
Er ligt een groote moedeloosheid over ons volk. Dit is een slecht teeken. Want moedeloosheid voert tot wanhoop en wanhoop tot ondergang.
Wanneer zal het licht weer aan de kim dagen ? Wij weten het niet. Misschien wanneer wij leeren zien, dat cultuur iets anders is dan techniek, dat geluk iets anders is dan voorspoed, dat Gods wegen andere zijn dan die der menschen«. Aldus mr. dr. A. van Deth in „Woord en Geest" (26 April 1935).
In „Die Wekker" (Chr. Geref. Weekblad) schrijft J. (d.i. ds. Jansen, van Den Haag)
»Deze verkiezing droeg een eigenaardig karakter, zij was zoowel een proefstemming als; een voorpostengevecht in verband met de verkiezing voor de Tweede Kamer in 1937. En dit karakter verkreeg zij doordat de N.S.B, besloten had aan deze verkiezing deel te nemen. Er zat dan ook meer spanning in deze verkiezing dan gewoonlijk in een verkiezing voor de Provinciale Staten aanwezig is. Er werd druk gestemd en na afloop van de verkiezing begon nog dienzelfden avond de drukte op straat in verband met den uitslag, waarnaar ieder nieuwsgierig was.
Wanneer wij nu den uitslag overzien, treffen ons onmiddellijk enkele merkwaardige dingen. Ten eerste dat die partijen, de de regeering steunen, over de geheele linie verloren hebben.
Ten tweede dat de verliezen veel sterker zijn bij links dan bij rechts.
Ten derde dat de revolutionaire partijen sterk vooruit gaan, onverschillig of zij zich christelijk of niet-christelijk noemen. De C.D.U. is sedert 1933 met 28000 stemmen vooruit gegaan en de Communisten sinds 1933 met 20.000. Zoodat zij thans reeds 122466 stemmen uitbrachten.
Ten vierde dat de S.G.P. heel wat minder vooruit gegaan is dan verwacht werd. Sinds 1933 is zij slechts met ongeveer 3000 stemmen geklommen. Vermoedelijk heeft de C.D.U. baar de wind uit de zeilen genomen, omdat zij een sprong maakte van 34610 in 1933 op 62073 in 1935.
Ten vijfde dat de N.S.B. 264.180 stemmen kreeg, d.i. 7.9% van het aantal kiezers. Onze rechtsche partijen wanen zich nog al tevreden over den uitslag en die R.K. Staatspartij geeft zelfs hóóg op van haar éénheid, en haar stabiliteit. Wij begrijpen dit, eerlijk gezegd, niet al te best. Want wanneer een partij, die in 1933 nog 920.341 st. uitbracht, thans maar 911.024 st. op zich vereenigt, dus met andere woorden achteruitgegaan is, dan moge dit achteruitgaan momenteel niet zoo veel beteekenen, het feit, dat er achteruitgang moet worden geconstateerd, mag niet worden weggedoezeld of onderschat. En wij vreezen helaas, dat dit momenteel toch geschiedt. Wat heel gevaarlijk is. met het oog op de verkiezingen van 1937. Wij moeten thans den moed hebben, om de dingen te zien, zooals ze zijn en te erkennen, dat nu links de beurt gehad heeft en letterlijk verslagen is, maar dat in 1937 de beurt wel eens aan rechts zou kunnen bomen !
Persoonlijk zijn wij daar zelfs beducht voor en wij hebben dit hier en daar ook eerlijk uitgesproken. Want er is geen enkele grond aanwezig, waarom dit niet het geval zou zyn. „Als de crisis maar ophield" — schreef dezer dagen iemand. Inderdaad, als deze Regeering maar zorg droeg, dat er wat meer voorspoed en welvaart kwam, waardoor het bedrijfsleven weer Op gang kwam en als gevolg daarvan de werkloosheid verminderde ! Maar dat kan geen enkele Regeerlng, dus ook de onze niet. Integendeel. Vóórdat wij het jaar 1937 hebben bereikt, zullen wij nog heel wat te doorleven hebben, dat voor niemand prettig zal zijn. Want wij zijn nog lang niet op het niveau, dat wij ophouden met achteruit te gaan. Het evenwicht tusschen ontvangsten en uitgaven is nog op verre na niet hersteld. Het eerste groote bezuinigingsplan zal een dezer dagen wel worden ingediend, maar als dit aanvaard en doorgevoerd is, zal m.en stellig aan een tweede moeten beginnen. Met dit plan komen wij naar onze meening niet toe tot 1937. Dat zal de Regeering weinig vrienden en veel vijanden bezorgen. Dat zal veel beginseltrouw eischen en veel offers vragen en trouw is er in onze dagen niet zoo heel veel en offeren doen de menschen liever niet.
Daarbij komt nóg iets : een groot deel van de kiezers, die in 1937 voor het eerst aan de stembus zullen verschijnen, gaan niet in onze richting. Daaraan moet in de voor ons liggende jaren bijzondere zorg worden besteed, willen wij niet een groot deel van onze christelijke partijen zien verloren gaan«.
Ten slotte laten we hier drie staatjes volgen, ontleend aan de N. R. Ct. (Zaterdag-Ochtendblad 27 April j.l.) :

De stemcijfers over het geheele land.
Het resultaat van de verkiezingen voor de Provinciale Staten in alle elf provinciën, vergeleken met de Statenverkiezing van 1931 en de Kamerverkiezing van 1933 is als volgt:
1931 1933 1935 1. Lib. Staatspartij....329.108 258.732 226.877 2. S.D.A.P 749.013 798.632 782.59'2 3.'R.K. Staatspartij....996.504 1.037.343 1.029.924 4. C.H. Unie 362.689 339.808 343.670 5. A. R. Partij 417.942 499.890 421.223 6. Vrijz. Dem. Bond 186.196 188.950 156.129 7. Staatk. Geref. Partij 75.272 93.273 93.898 8. Herv. Ger. St. Partiji 26.658 33.988 21.799 9. Kath. Dem 25.404 40.894 56.830 10. Chr. Dem 12.019 38.459 67.281 11. Communisten 76.908 118.236 127.577 12. Rev. Soc 21.669 48.405 51.607 13. N. S. B. — — 294.284 14 Middenst 25.800 - — — 15. Platte! 26.300 47.653 7755 16. Diss. Kath. (Limb.) 11.086 — — 17. Diss. Kath. (Zeel.) 2234 — 38.609

Stempercentages in de elf provinciën gezamenlijk
De door de voornaamste partijen bij de Statenverkiezingen van 16, 17 en 26 Aprü verkregen stempercentages in de 11 provinciën gezamenlijk zijn, in vergelijking met die van d!e vorige Staten verkiezing (1931) en de vorige Kamer verkiezing (1933) :
1931 1933 1935 Liberale Staatspartij 9.77 6.95 6.09 SX).A.P 22.24 21.46 21.04 R.K. Staatspartij 29.60 27.87 27.69 C. H. Unie 10.69 9.13 9.24 A. R. Partij 12.49 13.43 11.32 Vrijz. Dem. Bond 5.54 5.08 4.20 Staatk. Geref. PMtij 2.24 2.51 2.52 Herv. Gerief. St. Party 0.79 0.91 0.59 Kath. Dem 0.70 1.10 1.53 Chr. Dem 0.36 1.03 1.81 Comm. Partij 2.28 3.19 3.43 Rev. Socialisten 0.64 1.30 1.39 N. S. B — — 7.91 Uit deze cijfers blijkt dat het percentage van de stemmen, welke zijn uitgebracht 'op de in 'de Regeerlng vertegenwoordigde partijen, dat in 1933 62.46 bedroeg, bij .deze Statenverkiezing is: gedaald met 3.92 tot 58.54.

De samenstelling van de Eerste Kamer.
De wijziging, die de samenstelling van de Eerste Kamer in 1935 en in 1938 zal ondergaan, blijkt uit dit staatje:
Huidige Samenstelling samenst. 1935/'38 1938/'41 R. K. Staatspartij 16 15 15 S. D. A. P 11 12 13 Chr. Hist 7 6 5 Anti-Revol 6 6 6 Liberalen 6 5 3 Vrijz. Democraten 4 3 2 N. S. B — 2 4 Staatk. Gereform — — 1 Communisten — 1 1
De N.S.B. zal over drie jaar 4 zetels bezetten ; bovendien verwerven vermoedelijk de Staatkundig Gereformeerden en de Communisten elk één zetel. De Sociaal Democraten, winnen twee zetels. De Liberalen verliezen drie zetels, de Vrijziinnig-Democraten twee de Christelijk Historlschen twee en de Roomsch-Katholieken één zetel.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 mei 1935

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

DE VERKIEZINGEN

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 mei 1935

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's