Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

FASCISME EN NATIONAAL-SOCIALISME

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

FASCISME EN NATIONAAL-SOCIALISME

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Fascisme en Nationaal-Socialisme zijn aan de orde van den dag. Bijna ieder spreekt er over. Nieuw zijn deze dingen niet; wel in vorm, maar niet in wezen. Door alle eeuwen ging het en gaat het om den Staat, om het volk, om de Overheid, enz. En partijen, organisaties zijn er altijd geweest. Maar nu eens slaat de weegschaal door naar déze kant, dan weer naar de andere zijde. Nu eens naar de overheidsmacht, dan weer naar de volkssouvereiniteit. Dan staat de overheidsmacht op het hoogste punt, dan weer de democratie. Veel rust is er niet en door de zonde wordt het juiste evenwicht telkens verbroken. Naar Gods wet moet de Overheid regeeren en de rechten des volks moeten worden geëerbiedigd. Maar de zonde doet de rechten des volks niet zelden omslaan in revolutie en de macht van de overheid in tyrannie en dan is de ellende— vruchtgevolg van de zonde — groot!
Tegen dien achtergrond : de worsteling van gezag en vrijheid, moeten we de verschijnselen van Fascisme en Nationaal-Socialisme zien. „In 't zieke lichaam van Europa" doen zich zulke complicaties voor op 't oogenblik. Zie maar naar Rusland, Italië, Duitschland, enz.
De sterke man — die dan „de drager van de volkswil" genoemd wordt — treedt naar voren, omdat de volkstoestanden zoo droevig zijn. In Italië b.v. heerscht het Fascisme nu al meer dan 10 jaar ; de sterke man Mussolini heerscht daar met onbeperkte macht; „de drager van de volkswil" is alleen-gebieder; niemand heeft iets te zeggen; corporaties of organisaties zijn er niet, er is maar één ding: het onbeperkt gezag van den schier almachtigen dictator en aan hem moeten allen en moet alles gehoorzamen; men heeft hoogstens het recht om te mopperen, maar verder gaat het niet, alles moet zich voegen naar den wil van den alléénheerscher, die maar één doel heeft: de Staat, de totaal-Staat: de Staat boven alles!
Persvrijheid bestaat niet. Vrije, zelfstandige vakbeweging is er niet; de vakvereenigingen zijn aan den Staat — den totaal-Staat — onderworpen. Ook de jeugdbeweging staat onder staatsleiding met staatsdoel. Ook 't onderwijs, de School, de Kerk moet gehoorzamen aan 'de staatsleiding ; 't zijn alle feitelijk staatsorganen. Omdat het, naar het oordeel van den dictator, anders niet goed gaat. Ieder doet het verkeerd, de dictator weet het alleen en moet het alleen doen. En daarmee is 't laatste woord; dan gesproken. Wie zich tegen de leiding verzet is staatsgevaarlijk en daarmee uit. Er heet wel .godsdienstvrijheid te bestaan — in Italië is in 1929 bij concordaat vastgesteld, dat de Roomsche Kerk zjg.n. vrij zou zijn — maar als het er op aankomt houdt de fas­cistische leiding de teugels vast en gebiedt. De dictator zegt b.v., hoe de geschiedenis op school moet worden onderwezen en wie er tot de Kerk en tot het volk kunnen behooren, alles gemeten en beoordeeld uit het oogpunt van staatsbelang. Ook het huwelijk, de bevordering of de beperking van de geboorte van kinderen : 't staat alles onder fascistische leiding en bij alles is de vraag, of de Staat er belang bij heeft of niet.
Nu heeft men wel gezegd : de moderne tijd verdraagt geen dictators; duldt de onderdrukking van de vrijheid door leiders niet. Maar de vrijheid is blijkbaar zóó lang en zóó vreeselijk misbruikt, dat de moderne tijd graag zich nu onderwerpt aan het gezag, zelfs aan den dwang van den dictator en men geeft blijkbaar alles gerust over aan de fascistische leiding. Men roemt momenteel in allerlei voordeelen en men stelt er zich voor de toekomst gouden bergen van voor ! En waarlijk niet alleen in Italië. Want in Duitschland is nu gekomen het Nationaal-Socialisme, dat geestelijk nauw verwant is aan het Fascisme en ieder zweert daar bij den leider en roept: „heil Hitler !" Zelfs in het midden van de Evangelische Kerk, waar de leider de duimschroeven geweldig aandraait en allé echten en vrijheden met voeten vertreden worden ; waar van genadegronden geen sprake mag zijn, doch slechts met natuurlijke dingen, met ras en bloed, gerekend moet worden en waar dus op deze manier alles geestelijk vermoord wordt.
Hoe dat te verklaren is ?
Men moet het in Italië en in Duitschland zien tegen den donkeren achtergrond van het socialisme, communisme en bolsjewisme, dat daar geheerscht heeft. Toen was het volk schier almachtig en de vrijheid werd alom geproclameerd, maar revolutie met bloed en tranen bracht verwoesting op verwoesting, met armoede en tranen. Aan den rand van den afgrond was men gekomen, onder het geroep van vrijheid, gelijkheid en broederschap en de proclamatie van de rechten van het volk — en toen is de groote zwenking gekomen, uitziende naar en vertrouwend op den leider, den dictator, den sterken man, die ineens aan al die ellende, door de machthebbers des volks gebracht, een einde zou maken, met het woord van zijn schier almachtigen wil. Aller oog zag op hem, aller knie boog zich voor hem, en na het land van industrie, waar het communisme het volk bijna in den afgrond te pletter had gestort, heeft de dictator de teugels gegrepen om alles ineens in andere richting te sturen en het gezag te brengen, waar bandeloosheid zoo lang aan het woord is geweest.
Aan de financiën hadden socialisten en communisten — de eersten onder de zweep van de laatsten voortgedreven — geen aandacht geschonken. Geld was er genoeg ! De werkeloozen zouden royaal worden verzorgd, maar de partijleiders wilden ook millionair zijn! Corruptie overal !
De Fransche na-oorlogspolitiek, voor Duitschland zoo grievend, heeft er het hare toe bijgedragen, dat het volk ontevreden werd en de greep naar de macht is Hitler gelukt, om Duitschland weer op te roepen tot nieuwe activiteit. En men heeft niet gevraagd, of de leidslieden het volk weer wilden terugbrengen tot de gehoorzaamheid aan Gods geboden; neen, men hunkerde naar nieuwe toestanden, waarbij 't Duitsche volk weer tot eere zou komen en men als Duitsche natie zou groeien. Duitschland uit de asch verrezen. Duitschland weer boven alles ! Door het fiasco, de mislukking van het socialisme en het communisme, is het Fascisme en het Nationaal-Socialisme aan 't woord gekomen.
Niet het Woord Gods kwam echter naar voren, maar de mythe, het oude Duitsche volksverhaal, waarbij Duitschland en het Duitsche volk verheerlijkt wordt. En in overeenstemming met die mythe moet de volkshistorie weer worden gemaakt, 't Ging niet naar den regel van mr. Groen van Prinsterer: „Er staat geschreven", niet naar hetgeen hij geleerd heeft: „Tegenover de Revolutie het Evangelie" — maar 't ging naar de lust van den Duitscher, die niet anders kende dan : „Duitschland boven alles". De mythe ging het volk bezielen. En naar uitwijzen van de mythe moest het volksbestaan op hooger plan gebracht worden, waartoe de leider, Hitler, geacht werd bekwaam te zijn. En zoo werd ieder opgeroepen tot de daad, om mee te werken, klein en groot, bezield door één gedachte, jagende naar één ideaal: Duitschland boven alles. Het oude Germaansche volk, het oude machtige Germaansche rijk!
Mussolini heeft z'n myrthe, z'n volksverhaal en volksideaal: het oude Romeinsche rijk vroeger, Groot-Italië nu. En zoo heeft Hitler z'n mythe, z'n voksverhaal en volksideaal: het alle Dultschers omvattende Germaansche rijk. De mythe is de bezielende kracht.
Vroeger, bij de Fransche Revolutie, werd de souvereiniteit Gods geloochend en verworpen en het volk werd souverein; de rechten van den mensch werden alles; de ongezonde democratie kwam met de schier almachtige volkswil. De menschen sluiten dan een „maatschappelijk verdrag" (Contract Social) en zóó komt alles terecht ! Een socialistische hemel op aarde. De democratie ten top!
Oat liep spaak. De vrijheden werden gerooid ; de tyrannle kwam; de ellende bleef niet uit. Het volk werd mistroostig, bedrogen zijnde.
Toen kwam de reactie. Het roer werd omgegooid. Niet de democratie, niet de volksregeerlng, maar de Staat moest alles zijn, de ééne, ongedeelde Staat, met den dictator, den leider aan 't hoofd. En als de Staat weer alles zou worden, dan zou alles goed gaan: industrie, landbouw, onderwijs, godsdienst. Kerk De Staat boven alles. De totaal-Staat, die principieel alles aan zich ondergeschikt maakt: vakvereenlging, jeugdorganisatie, zelfs de Kerk; huwelijk en huisgezin inbegrepen. De goddelijke Staat! Alles met een „staatsdoel", door den Staat gewaarborgd, enz. Geen geestelijke vrijheden meer. De Staat is de algebieder. Zooals vroeger het Liberalisme met haar Staatsschool, Staatskerk enz. Nu het Fascisme en het Nationaal-Socialisme.
Het parlementaire stelsel kan gemist worden. 't Volk heeft geen rechten. Organisaties, partijen, groepen, vereenigingen, hebben geen recht van bestaan. Of als ze bestaan, dan alleen met een „staatsdoel" en door den Staat „ingeschakeld" en „gelijkgeschakeld". Alles gaat naar den wil van den „Führer", naar 't gebod van den „Duce", naar wil en gebod van den Leider, den Sterken man ! Staatsabsolutisme en dictatuur — zijn die woorden, die alleen bestaansrecht hebben. De „gemeenschap" van de democratie (socialisme, communisme) met de leiders, die verleiders waren, heeft teleurstelling gebracht. De rassenstrljd verscheurde bovendien het volk.
Nu is de Leider aan 't woord. En waar socialisme en communisme schandelijk misbruik hebben gemaakt van de vrijheden des volks, werpt het volk zich nu aan de voeten van den Dictator en aanbidden den Leider en verwachten niets dan goeds, na een tijd van bittere ellende.
Schandelijk heeft men alles in 't honderd gestuurd, door dwaze eischen en onverantwoordelijke leuzen en schandelijke daden — en socialisme en communisme staan schuldig aan de opkomst van Fascisme en Nationaal-Socialisme. Als men dan toch een dictatuur moet hebben en als men dan toch onder den knoet moet bukken en zuchten — bij socialisme en communisme en bolsjewisme, getuige Rusland! — dan verkiest men liever den Leider, dan de proletarische onderdrukkers. En men valt den Leider te voet, die zegt: het volk en het Vaderland is alles!
Partij vorming, groepsverband, zelfstandige jeugdorganisatie, vrije inrichting der school en niet minder van de Kerk — is contrabande. De Staat, de totaal-Staat, de alléénbestaande en alleenzaligmakende Staat (Groot-Italië en Duitschland boven alles !) gaat voorop. En alles moet één zijn, politiek, maatschappelijk, kerkelijk, in gezin en in de school — alles één en alles alléén voor den Staat. Staatsdoel, staatsbelang gaat voorop, en dus de staatswil, de staatswet is alles, bij monde van den Leider !
Dat is het echte nationale — zegt men. Dat is het echte Nationaal-Socialisme : de eenheidsgedachte der natie, de saamhoorigheid van het volk, onder leiding van den dictator, wiens woord wet is.
De Staat is de afgod, waarvoor men knielt; het volk, het ras, het Vaderland: ziet hier uwe goden, Duitschland ! Ziet hier nieuwe goden, Italië ! Zóó is de roep onder de volkeren, die bloeden uit duizend wonden.
De Goddelijke Wet is krachteloos gemaakt.
De afgodendienst is ingeluid. De Fascistische afgodendienst met ras, natie, vaderland, staat, volk, leider, heeft aller harte ingenomen.
Wat het nationaal belang eischt — al is het nog zoo in strijd met Gods Woord — is heilig voor Leider en Volk.
Een staatsleer, een maatschappijleer, die afgodisch is.
En als God het niet verhoedt, gaat het straks met wapengekletter om „nationale belangen" — door den vreeselijken weg van oorlog en revolutie naar den ondergang ! Let er maar eens op.
Dte afgoden zijn een verblinding der oogen, een vervoering der zinnen. En indien men de afgoden niet leert afzweeren, om te gaan vragen naar den éénen waren God, naar Zijn Woord en Zijn Christus, dan zal men van kwaad tot erger vervallen. Eerst nog onder een schijn van zegeningen, tegen den achtergrond van de groote ellende van voorheen, maar weldra onder de openbaring van onrecht en gruwel, van ellende en smart, met bloed en tranen.
Is 't niet, alsof we den apostel Johannes hooren zeggen : „Geliefden, gelooft niet een iegelijken geest, maar beproeft de geesten of zij uit God zijn" — „Kinderkens, bewaart uzelve van de afgoden. Amen". (1 Joh. 4 vers 1 ; 5 vers 21).

Nederland : hoort des Heeren Woord !

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 augustus 1935

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

FASCISME EN NATIONAAL-SOCIALISME

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 augustus 1935

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's