STAAT EN MAATSCHAPPIJ

PERICULUM IN HORA
Het overgroote deel van ons volk zal met voldoening hebben kennis genomen van het optreden der Regeering tegen het orgaan van de Nationaal Socialistische Beweging, Volk en Vaderland.
De opruiende taal, benevens het verdacht maken en beleedigen van ministers en andere overheidspersonen, waarvan week aan week het blad vol is, had al eerder de Regeering er toe moeten nopen om de leiders en schrijvers der Nationaal Socialistische Beweging het halt toe te roepen.
Wij herinneren slechts aan de schandelijke plaat, die in het nummer van Volk en Vaderland van 10 Augustus van dit jaar voorkwam, waarin de Minister-President op de meest ergerlijke wijze beleedigd en gehoond werd.
Gelukkig is thans aan de lankmoedigheid der Regeering ten opzichte van de met satanische wellust opgestelde stukken in het orgaan van de Nationaal Socialistische Beweging een einde gekomen.
De Justitie is tegen Volk en Vaderland opgetreden, heeft de rotatiepers, waarop het blad gedrukt werd, in beslag genomen en tegen drie redacteuren van het .orgaan procesverbaal opgemaakt.
Niet minder dan vijf artikelen in het verschenen nummer van 26 October hebben den Officiervan Justitie en den rechter-commissaris, belast met de Instructie in strafzaken van de Rechtbank te Utrecht, aanleiding gegeven om in te grijpen.
Doch niet alleen dient aan de opruierij en aan het persoonlijk krenken en smaden van hoogere en lagere landsdienaren een einde te komen, maar de Regeering zal zich ook bezig moeten houden met de Nationaal Soclalistische Beweging zelve.
Die beweging wordt een groeiend gevaar voor de veiligheid van den Staat.
Niet alleen werd de eedsformule voor een nieuw toetredend lid veranderd van trouw aan den leider in trouw en gehoorzaamheid aan den leider, doch daarnaast kwam een organisatie, op militaire leest geschoeid, waarvan de bedoeling slechts voor één uitleg vatbaar is, n.l. om op het gewilde oogemblik, als dit naar de meening van den leider gekomen is, op te treden.
Zoo vormt de Nationaal Socialistische Beweging een macht in den Staat, staande tegenover die van de wettige Overheid.
Het gaat met de oefening der militaire organisaties inmiddels zoover, dat onlangs een order door een commandant van een reserve-weerafdeeiing, een gepensionneerd Indisch cavalerieofficier, werd uitgevaardigd, waarin geëischt wordt, dat minstens tweemaal per maand door leden van de reserve-weerafdeeling aan oefeningen moet worden deelgenomen, aan welke order streng de hand zal worden gehouden.
Intusschen blijft het niet bij militaire organisaties te voet, maar worden ook bereden organisaties opgericht en geoefend.
Dat het gevaar, dat van de Nationaal Socialistische Beweging dreigt, niet denkbeeldig is en daarom de Regeering zoowel als het volk helder voor oogen moet staan, blijkt duidelijk uit het­ geen, volgens 'De Koerier, ir. Mussert in een besloten vergadering in Ned. Indië zeide.
Een radicale actie tot wijziging van het regeeringsbeleid is geboden. Het zal afhangen van de ontwikkeling der mogelijkheden of de N.S.B, in Nederland haar actie in een radicale (cursiveering van ons, Red.) zal omschakelen, of dat zij aan het propagandistische karakter zal vasthouden. In elk geval moet de N.S.B, over twee jaar aan het bewind, zijn.
Dat die gedachte van „over twee jaar aan het bewind zijn" in de Nationaal Socialistische Beweging leeft en dat die beweging zelfs niet voor een illegaal optreden zal terugschrikken, leert ons de opmerking, die het gekozen Nationaal-Socialistische Eerste Kamerlid Graaf de Marchant d' Ansenibourg in een brochure „Veertig Jaren" maakt, dat hij »zou willen zien, wie ons (de N.S.B.) belet, onze denkbeelden in daden om te zetten«, als er dertig Nationaal-Socialisten in de Tweede Kamer zitten.
In verband met het bovenstaande zal de Regeering geen lijdelijke rol tegenover de Nationaal Socialistische Beweging meer mogen blijven innemen. Zij zal met groote snelheid maatregelen moeten treffen om het gevaar der beweging van ons volk af te wenden.
De eerste stap, die de Justitie deed in haar optreden tegen het orgaan der beweging, heeft thans plaats gehad. Een tweede stap volge.
Er wordt hier en daar wel gemompeld, dat het ingrijpen der Justitie met betrekking tot Volk en Vaderland weinig resultaat zal opleveren.
Dit zullen wij hebben af te wachten. Wij zijn het met de pessimisten niet eens.
Maar mocht de Rechtbank niet tot het opleggen van een zware straf kunnen overgaan, dan zullen onze strafwetten onverwijld moeten worden gewijzigd.
De Overheid kan zich niet voor voetveeg laten gebruiken.
Wij verwachten ook, dat het wetsontwerp, in de Troonrede toegezegd, ter voorkoming van particuliere machtsvorming op het terrein van de Overheidstaak, met grooten. spoed zal worden ingediend.
Er is periculum. in mora!
Het dreigend gevaar moet afgewend worden.
De Overheid heeft als dienaresse Gods het gezag te doen eerbiedigen. Zij heeft de booze daad te keeren of te wreken met het zwaard der gerechtigheid.
Zij mag nimmer voor het geweld teruggaan.
Wij hebben goed vertrouwen, dat het Kabinet-Colijn de moeilijkheden, die op dit oogenblik ten opzichte van de gezagskwestie bestaan, tot een bevredigende oplossing zal brengen.

MET VREEZE EN BEVING
Naar uit Geneve bericht wordt, zullen de economische sancties tegen Italië op 18 November a.s. in werking treden.
Van de Staten, die tot naleving der sanctiebepalingen besloten, zijn er 50 die zich verklaarden voor een embargo (beslag) op wapenen, 49 voor financieele maatregelen en 49 voor economische sancties.
Tot deze Staten behoort ook Nederland.
De Eerste Kamer schaarde zich geheel, de Tweede Kamer met uitzondering van de leden Sneevliet, Westerman en Van Dis, achter de Regeering.
Terecht wees professor Anema er in de Eerste Kamer op, dat, waar bij vorige gelegenheden, toen de Volkenbond practisch vrijwel niets deed en zich met een papieren protest tevreden stelde, hij ditmaal is overgegaan tot daden. In den toestand van 30 jaren geleden, toen de eerste vredesconferentie plaats vond — aldus de A.R. afgevaardigde — heeft een enorme omwenteling plaats gehad, hoe onvolkomen de toestand thans nog is.
Inderdaad is de vooruitgang : groot, wanneer men de holle phrasen van de Vredesconferenties uit den Transvaaltijd stelt tegenover het feit van heden, dat in Geneve 50 Staten bijeenkomen om daden te verrichten, dwingende daden van eoonomischen aard, waarvoor offers moeten gebracht worden, omdat het niet anders kan en ook niet anders mag.
Wanneer een Staat als Italië, die sterk en machtig is en zich tot de tanden toe gewapend heeft een klein volk overvalt, en alzoo het recht met voeten treedt, moet een macht klaar staan om dat onrecht te beletten en weer goed te maken.
Dat de Nederlandsche Regeering dat onrecht voelt, stemt tot dankbaarheid.
Bovendien is het nog altijd zóó : „Vandaag gij, morgen wij".
Intusschen, wat de Nederlandsche Regeering doet, geschiedt met vreeze en beving.
God zij de volken genadig.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen