Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

MEDITATIE

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

MEDITATIE

WONDERBOOM EN LEVENSBOOM

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

En Jona verblijdde zich over den wonderboom met groote blijdschap*. Jona 3 vers 6b.

Veel is ons niet bekend van Jona, den profeet. Maar uit het weinige, dat we weten, blijkt duidelijk de wonderbare leiding Gods in zijn leven.
Wonderlijk is die leiding als we lezen van Jona's visch. Wonderlijk is die leiding ook bij Jona's wonderboom.
De geschiedenis is bekend. De boosheid van Ninevé is opgeklommen voor Gods aangezicht en Jona wordt geroepen om aan de goddelooze stad het oordeel aan te zeggen.
Maar Jona wil niet. Het is ook geen gemakkelijke taak, die hem wordt opgedragen. Van des menschen kant bezien, was de taak onmogelijk. Was het niet ondoenlijk om een dam op te werpen tegen zooveel goddeloosheid en ongerechtigheid als in Ninevé openbaar werd.
Zou zijn stem m die groote zondige stad niet zijn als die van een roepende in de woestijn ? En moest hij die boodschap gaan brengen — hij de eenvoudige Jood, de man uit het land van Galilea ?
Maar Gods profeten moeten de zaken nooit van den menschelijken kant gaan zien. Ze moeten nooit redeneeren — enkel maar gehoorzamen.
En toch heeft Jona de zaak niet enkel van 's menschen zijde gezien. Hij had ze ook leeren zien van Gods kant. Hij wist dat de Heere een genadig en barmhartig God was, lankmoedig en groot van goedertierenheid en berouw hebbende over 't kwaad.
Hij wist wel, dat de Heere de stad sparen zou, als er verootmoediging in haar zou geboren worden.
En dat wil de profeet ook niet. Hij wil niet dat Ninevé tot God zal bekeerd worden.
Zaligheid is er enkel voor de Joden — niet voor de heidenen.
Wat zijn ook Gods profeten vaak blind. En het is door die blindheid dat zij hun eigen wil stellen tégen Gods wil.
Jona onttrekt zich aan de roeping, door op een schip naar Tarsis te vluchten. De Heere verijdelt die vlucht echter met een geweldigen storm op de Middellandsche zee. Jona weet, dat die storm gekomen is om zijnentwil en op zijn eigen advies wordt hij in de zee geworpen.
Op wondere wijze bewaart de Heere hem ; opgeslokt door een groote visch buigt hij voor Gods wil en reist naar Ninevé.
In een scherpe oordeelsprediking zegt hij de stad den ondergang aan na veertig dagen en dan zet hij zich neder buiten de stad om van de omkeering der stad getuige te zijn.
Die profeet wou wel heengaan na zijn boodschap te hebben doorgegeven — maar de Heere was achtergebleven met Zijn Geest, Die overtuigt van zonde, gerechtigheid en oordeel en Ninevé had zich bekeerd.
Dat wist echter Jona niet. Hij wacht op de voltrekking van het vonnis. Maar de dagen gingen voorbij en Ninevé werd niet vernield.
„Dat verdroot Jona met groot verdriet en zijn toorn ontstak."
Hij wil niet, dat de stad gespaard wordt. Hij kan zich alleen maar verheugen als gansch Ninevé van de aarde verdwijnt.
Als dat geschiedt, zorgt God voor Zijn eere. Dat er ook nog een andere weg is, waarop God Zich verheerlijkt, begrijpt hij niet.
Een profeet te zijn en dan niet verstaan, dat de Allerhoogste zich eer bereidt uit een verbroken hart. Is dat niet verschrikkelijk ?
Zelfs in Gods profeten is de farizeër nog niet gestorven. Maar als deze leeft in hun hart, zijn zij niet bekwaam tot het Koninkrijk Gods. En hoe menigmaal leeft de farizeër ook nog in het hart van allen, die door het geloof in Christus profeten Gods zijn geworden !
Wat blijft de bede noodig : „Doorgrond mij, o God ! en ken mijn hart; beproef mij en ken mijne gedachten ; en zie of bij mij een schadelijke weg zij, en leid mij op den eeuwigen weg". De Heere laat Zijn Kind Jona, dat zoover buiten den weg is, niet aan zichzelven over, maar dringt op hem aan met de vraag : „Jona, is uw toorn billijk ontstoken ? "
Jona buigt nog niet en daarom zal de Heere een ander middel kiezen. In één nacht laat Hij een wonderboom opschieten boven Jona's hoofd, „opdat er schaduw mocht zijn over zijn hoofd, om hem te redden van zijn verdriet".
En Jona wordt blijkbaar door dezen wonderboom van zijn verdriet gered, want, zoo lezen we : „En Jona verblijdde zich over den wonderboom met groote blijdschap".
Eerst zoo bitter bedroefd, en nu plotseling zoo blij. En waarom ? Omdat God Zijn almachtige kracht in beweging zette om. voor Jona een schuilplaats te bouwen.
Zulk een werk van God en dat om zijnentwille ! Dat het echter boven alles moest gaan om de verheerlijking Gods, dat de eere Zijns Naams het einddoel is van al Gods werken en dat de Heere zich ook in Ninevé door zondaars te bekeeren een heerlijken Naam wilde maken ziet, dat verstond Jona niet.
En daarom was zijn blijdschap niet echt en onvergankelijk.
O, er is door de eeuwen heen al wat een blijdschap over wonderboomen geweest. Blind voor de werkelijkheid van het Koninkrijk Gods, tracht de mensch in het bijkomstige zich te verlustigen. Het gaat dan om ons, om onze eer en onze bewaring en onze zaligheid en het , gaat niet om den Heere en Zijne eere.
Waarachtige blijdschap is daar, waar de mensch met al het zijne er volkomen buiten valt en waar de Eeuwige God Zijn heerlijke deugden doet (uitstralen in de werken Zijner handen.
Dat Jona's vreugde niet echt was, bleek hieruit, dat zij wegzonk met het verdwijnen van den wonderboom.
Als den volgenden nacht de boom, door een worm gebeten, weer verdord tegen den grond ligt en de zon heet begint te branden, komt de wrevel weer terug in Jona's ziel en wel zoo erg, dat hij liever sterven wil, dan zóó te blijven leven.
Ninevé gespaard, die goddelooze stad. En hij, de profeet, te schande gemaakt bij dat volk.
Met zulk een God, Die hem zijn waardigheid laat ontnemen, kan de profeet het niet doen. En met zulk een God willen wij het van nature ook niet doen. Het is omdat wij niet weten, dat er niets in ons is, waarmee wij voor den driemaal Heilige kunnen bestaan.
Het is, omdat wij niet weten, dat al onze gerechtigheden voor God zijn als een wegwerpelijk kleed.
Over den wonderboom verheugde Jona zich. En bij wonderboomen trachten duizenden ook in onze dagen te leven. Maar waarachtig leven verdraagt zich niet met zelfhandhavlng. Daarom laat God voor Zijn volk de wonderboomen verdorren, de een na den ander.
Eén boom is er, die echter nooit verdort. Dat is de boom, die God geplant heeft op Calvarië's top.
Daar openbaart de Heere al Zijn heerlijke deugden. Daar verklaart Hij, hoe Hij de verheerlijking van Zijn eeuwigen Naam heeft willen verbinden aan de behoudenis van Zijn volk.
Daar bezwijkt alle goedertierenheid van het vleesch. Maar daar ook wordt gekend de goedertierenheid des Heeren, die duurt tot in der eeuwigheid.
Daar wordt geleerd, dat het recht Gods onzen eeuwigen dood eischt, maar dat datzelfde recht, door Christus vervuld, de grond en de waarborg is van eeuwig leven.
O, wonder van genade, de weg tot den boom des levens is geopend voor een volk in Ninevé, dat zich bekeert van zijn boozen weg en zich met smeekingen en gebeden wendt tot Gods troon. Maar een andere weg is er dan ook niet.
De wonderboom brengt vreugd, die straks weer in wrevel wegzinkt. Maar bij den levensboom schenkt Christus zich wel aan een gansch verloren volk en met Zijn komst in de ziel wordt de waarachtige blijdschap geboren, blijdschap waarin de eeuwigheid is.
Zeker, die blijdschap wordt vaak getemperd hier op aarde, omdat er zooveel is dat scheiding maakt tusschen God en de ziel.
Maar eenmaal zal ze toch volkomen zijn, als de verloste ziel eeuwig zal eten van den boom des levens, die in 't midden van het paradijs Gods is.
Hilversum
v. Lokhorst

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 november 1935

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

MEDITATIE

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 november 1935

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's