Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

ADVENT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

ADVENT

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wanneer het jaar afscheid gaat nemen, gehuld in grijs gewaad, wanneer in de grauwe stilte van de donkerste dagen het einde komt, dan gaan de Adventsklokken luiden, om ons te verkondigen dat er door Gods genade in Christus een nieuw begin is gemaakt, waarvan de Gemeente des Heeren straks, op het Kerstfeest, blijde getuige mag zijn.
In deze korte dagen, die als donkere schaduwen somber zwijgend voorbij trekken, als om de begrafenis van het oude jaar voor te bereiden, kan het schijnen alsof alles tevergeefs is geweest en nabij de verdwijning is. Het laatste blad is van de boomen gevallen en door de wind weggejaagd ; de laatste bloem is verstorven en in 't stof vergaan ; de laatste vruchten zijn binnen gehaald en de akker is kaal; het gras is verkleurd en de weide is verdord — straks gaan ook de wateren van de rivier zich sluiten en komt het witte doodskleed zich spreiden over het aardrijk.
Maar dan gaan de Adventsklokken klinken, heind en ver, over de velden en over de wegen, in stad en dorp, om voor een zondig menschengeslacht het aangename jaar des Heeren in te luiden en te roepen : „Ziet, uw Koning komt, hoort Zijne stem"
De Heere heeft iets nieuws en iets goeds voor de aarde besteld en dat wil Hij ons, in deze donkere dagen, nu doen verkondigen. „Eere zij God in de hoogste hemelen, vrede op aarde, in de menschen een welbehagen".
Als in de dagen van Ezechiël alles verdroogd en verstorven ligt, om der zonde wil, zendt de Heere Zijn profeet naar het dal, vol dorre doodsbeenderen. En het is voor den man Gods ongelooflijk, maar het is toch waar : de Heere zal het doode levend maken en 't geen verstorven is weder oprichten. Dan zegt Israels God, Die Zijn verbond gedenkt: „Ik zal hen tot Mijn volk maken en Ik zal hun tot een God worden. Ik zal een verbond des vredes met hen sluiten : een eeuwig verbond zal het met hen zijn. Dan zal Mijn woning in hun midden zijn en Ik word hun tot een God en zij worden Mij tot een volk". (Ezechlël 37 vers 23—28).
Zóó wil de Heere nu óók spreken in deze Adventsweken. We moeten goed weten, dat alles midden in den dood ligt, maar Hij wil iets nieuws werken op aarde. Al onze gerechtigheden vallen als bladeren af, maar Hij wil voor zondaren, die door schuld en overtreding voor God verloren liggen, den Zaligmaker schenken. Wiens Naam Wonderlijk, Raad, Sterke God, Vader der eeuwigheid heet en de Vredevorst is, Jezus Christus. En de Adventsklokken vertellen, dat Hij gekomen is om te zoeken wat verloren ligt, en dat een iegelijk, die in Hem gelooft, dien dood zal zien vluchten en het eeuwige leven zal zien komen. Want in den Vredevorst wordt al het oude weggedaan en ziet, in Christus wil de Heere alles nieuw maken, voor een iegelijk, die in Hem gelooft en in Bethlehems' stal aanbiddend nederknielt.
Is onze tijd niet een tijd, die zijn beeld vindt in de korte, donkere dagen, in de kale boomen, in de zwarte, sombere akkers, in de dorre velden, in de koude wegen ? De adem des doods en de schaduw der donkerheid gaat over alles, nu de laatste dagen van het jaar worden uitgeluid. Is het onder de volkeren niet droef gesteld, is het in ons Vaderland niet bang en benauwd voor duizenden en tienduizenden ? Wie kan hier troosten ; wie kan hier licht ontsteken ; wie kan hier spreken van iets nieuws; wie kan hier boodschapper zijn van goede tijding ?
De Adventsklokken zeggen het ons, dat alles moet komen van Boven ; dat alles gelegen is in Jezus Christus, den Zaligmaker. En er is een luide stem die zegt: een iegelijk verlate zijn booze weg en keere weder tot den Heere, Die Zijn eigen Zoon heeft gegeven, opdat een iegelijk, die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe.
En als het in ons eigen leven misschien zoo donker, zoo héél donker zijn kan en het telkens wéér donker wordt, dan boodschappen de Adventsklokken de komst van het Licht der wereld, in Hem, die de Schoonste van de menschenkinderen is en tegelijk waarlijk Gods Zoon. En de Evangelieboodschap luidt: „Ontwaakt gij die slaapt en staat op uit de dooden en Christus zal over u lichten".
In dát licht zullen wij het licht zien. Dan wordt de duisternis op de vlucht gejaagd. Dan gaat het niet naar het droeve eind, maar naar een nieuw en heerlijk begin.
Dan komt een gevoel van onwaardigheid over ons bij zooveel liefde en zóó rijke genade; maar dan komt óók een stemming van innige dankbaarheid en wanneer onze ziele Christus mag ontmoeten en Hem mag ontvangen in geloof en liefde, zingt het in onze ziele :
»Wat zal ik, met Gods gunsten overlaan. Dien trouwen Heer voor Zijn gena vergelden ? 'k Zal bij den kelk des heils Zijn Naam vermelden En roepen Hem met blijd' erkent'nis aan«.

(Psalm 116).

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 december 1935

De Waarheidsvriend | 10 Pagina's

ADVENT

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 december 1935

De Waarheidsvriend | 10 Pagina's