Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

STAAT EN MAATSCHAPPIJ

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

STAAT EN MAATSCHAPPIJ

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

MOEITE EN ZORG
De vorige week hebben wij aan de hand van de Nieuwjaarsrede van dr. Colijn enkele opmerkingen gemaakt over de moeite en zorgen, die de Regeering heeft met betrekking tot den gewijzigden internationalen toestand en tot de moeilijkheden, die zich op economisch en sociaal terrein blijven voordoen.
Wat de gewijzigde internationale verhoudingen aangaat, is tengevolge van de toenemende bewapening der Rijken in Europa de toestand zoó geworden, dat dit werelddeel als 't ware een groot legerkamp vormt, waarbij men slechts op het sein wacht om een nieuwe wereldoorlog te beginnen. Allerwegen worden, naast de uitbreiding der bewapening, groote oefeningen van de legers en vloten gehouden om de krachten te meten voor den strijd, die staat te komen en is men bezig, om daar waar aan de weermacht nog iets mocht ontbreken, dit ontbrekende aan te vullen en te verbeteren.
En wat de moeilijkheden in het binnenland betreft, wordt de toestand bij den dag zorgelijker. De uiterste krachten moeten bij het Rijk, de provincies en de gemeenten ingespannen worden om evenwicht te brengen in inkomsten en uitgaven. De bedrijven, waaronder er velen zijn die dreigen ontwricht te worden, vragen steeds meerderen steun van de Overheid, om de zaken zoo goed als het gaat, nog aan den gang te houden. Naar dr. Colijn in zijn Nieuwjaarsrede toereikende, ontvangt de bodemproductie, dat is de productie van land-en tuinbouwartikelen, een ruggesteun van meer dan 200 millioen gulden per jaar en geniet de industrie in den vorm van contingenteering een hulp, die te schatten is jaarlijks op 100 a 150 millioen. Het gevolg van dien steun en die hulp is, dat de kosten van het levensonderhoud der bevolking duurder zijn, dan die kosten zouden behoeven te zijn, wanneer de Overheid zich van het verleenen van steun en hulp onthield.
Een medewerker van de Nieuwe Rotterdamsche Courant becijferde dezer dagen in dat blad, dat de landbouwsteun en het bedrag, dat aan een gedeelte van het industrieele bedrijfsleven, tengevolge van de contingenteering op kosten van de verbruikers wordt uitgekeerd, ongeveer 30 a 35 punten in onze index van de kosten van levensonderhoud vertegenwoordigen. Dit verklaart duidelijk de dispariteit (ongelijkheid) tusschen de indexcijfers van groothandelsprijzen en de kosten van levensonderhoud, welke thans nog 74 en 135, 6 bedragen. Zou de Overheid nu haar helpende hand van landbouw en industrie terughouden, dan zou het indexcijfer van de kosten van levensonderhoud met 30 a 35 punten terugloopen en dus de kosten van levensonderhoud belangrijk lager worden, waardoor de zoo noodzakelijke aanpassing hier te lande op gemakkelijke wijze zou worden bereikt. Maar dan zouden de landbouw en de nijverheid zich niet kunnen staande houden en ineenstorten De chaos stond dan voor de deur.
Daarom is de toestand, waarin het economisch leven ten onzent verkeert, zoo ingewikkeld en baart hij de Regeering zooveel moeite en zorg.

STUURLUI AAN WAL
Terecht wees de Minister-President er in zijn Nieuwjaarsrede op, dat alleen diep doorvoelde nationale eenheid en daaruit geboren nationale veerkracht de gevolgen van het crisisgebeuren kunnen temperen.
Helaas, ontbreekt bij ons volk nog heel wat aan de noodzakelijke eenheid. Het aantal stuurlieden aan wal is nog altijd niet gering.
De toestand zou zoo veel beter kunnen zijn, als de Regeering naar de meening dezer stuurlui maar anders optrad.
Het visitekaartje, dat op Oudejaarsavond vanwege het Nederlandsch Verbond van Vakvereenigingen en de Sociaal Democratische Arbeiders Partij werd rond gebracht met het volgende : »'Gelukkig Nieuwjaar voor u en uw gezin. Het jaar 1935 bracht malaise en crisis. Het jaar 1936 behoeft geen rampspoedig jaar te worden, als het Plan van de Arbeid wordt uitgevoerd*, levert daarvan het bewijs.
Maar ook opmerkingen, die gemaakt worden, o.a. dat op de Rijksbegrooting allerlei weeldeposten voorkomen (zonder deze te noemen) en het verwijzen b.v. naar devaluatie, die in de landen, waar tot het verlagen van de muntwaarde werd overgegaan, zoo gezegend werkt, toonen aan, dat, wanneer de stuurlui aan wal het maar voor het zeggen hadden, de economische-, sociale-en financieele toestand in ons land zooveel gunstiger zou zijn, dan hij op het oogenblik is.
De Communisten verwijzen naar Rusland, de Sociaal Democraten naar de Scandinavische Rijken, de devaluïsten naar België, Engeland en Amerika, de fascisten naar Duitschland en Italië. De Regeeringen in ai die landen — zoo zeggen deze lieden — hebben een betere kijk op de oplossing van de crisis, dan de Nederlandsche Regeering. Vandaar, dat in die landen de financiën gezond zijn, het economisch leven zich in opwaartsche richting beweegt en de werkloosheid vermindert.
Echter leeren de werkelijke toestanden in de genoemde landen iets geheel anders.
In Duitschland b.v. — zoo berichtten de bladen van .de vorige week — nam het aantal werkloozen in December met ruim een half millioen toe en steeg dit aantal aan het eind der maand tot ruim 2'/2 millioen.
Over België waar onlangs een onderzoek plaats had naar den toestand, waarin vele arbeidersgezinnen zich bevinden, schreef de heer Rengelink in Het Volk (dus een onverdachte schrijver), dat bij onzen zuidelijken nabuur een groot aantal gezinnen, zeer belangrijk blijft beneden het toch al gemiddelde en dat de toestand nog verslechterd is door de devaluatie.
Wij zouden zoo kunnen doorgaan met aan te toonen, dat het buiten onze grenzen niet beter gaat dan ten onzent.
Waar blijven dan de stuurlui aan wal ? Het is — zoo zeide dr. Colijn — de eendracht, die machtig maakt, het is de tweedracht, die verzwakt en verstrooit.
Daarom, blijft een eendrachtig optreden van heel ons volk noodlg, wil het crisisgebeuren kunnen worden getemperd.
 

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 januari 1936

De Waarheidsvriend | 10 Pagina's

STAAT EN MAATSCHAPPIJ

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 januari 1936

De Waarheidsvriend | 10 Pagina's