Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

STAAT EN MAATSCHAPPIJ

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

STAAT EN MAATSCHAPPIJ

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

HET VASTE LASTEN VRAAGSTUK
Onder de vraagstukken, welke op dit oogenblik, in verband met de crisismoeilijkheden op den voorgrond! treden, neemt het vaste lasten vraagstuk ongetwijfeld een belangrijke plaats in.
Dit vraagstuk is daarom van zoo groote beteekenis, omdat er groote volksgroepen zijn, die op het standpunt staan, dat, wanneer het vraagstuk der vaste lasten niet op bevredigende wijze tot oplossing wordt gebracht, noodwendig tot devaluatie zal moeten worden overgegaan. Zelfs zijn er onder deze groepen der bevolking velen, die nu reeds van oordeel zijn, dat de pogingen met betrekking tot de aanpassingspolitiek van het Kabinet hebben gefaald, zoodat in hun oog devaluatie nog slechts het eenlge redmiddel is om de bedrijven uit den benarden toestand, waarin deze tengevolge van de crisis zijn geraakt, te verlossen.
Het lijkt ons overbodig, om na al hetgeen wij in den laatsten tijd over een verlaging van de geldwaarde hebben geschreven, opnieuw de devaluatie onder het oog te zien. De tijd komt nog wel eens, dat de „muntcorrectie" onze aandacht zal moeten hebben.
Ditmaal willen wij iets zeggen over de vaste lasten. Bij de bespreking van dit onderwerp valt scherp onderscheid te maken tusschen de vaste lasten, die de overheidscolleges de bevolking opleggen, b.v. in den vorm van belastingen, en de vaste lasten, die voortvloeien uit privaatrechtelijke overeenkomsten tusschen particulieren, hetzij dat deze personen zijn, dan wel lichamen.
Tot de laatste lasten — en over deze gaat het uitsluitend bij het vaste lasten vraagstuk — worden nu gerekend o.m. hypotheken, pachtovereenkomsten, huur van woningen en dergelijke lasten meer. Deze lasten moeten, om het leven aan een lager peil te kunnen aanpassen, naar omlaag.
De Regeering gaat in het wetsontwerp : „bijzondere maatregelen ter verkrijging van verlaging van sommige vaste lasten en huren", dat op dit oogenblik bij de Staten-Generaal aanhangig is, In die richting. Zij stelt in dit wetsontwerp voor, eerstens de hypotheekrente tot 4% procent te verlagen en voorts de huurbepalingen der woningen te individualiseeren en daarbij te rekenen, dat de verlaging van huur, die in de gevallen, dat de exploitatieonkosten door de renteverplichting der huiseigenaren ongunstig zullen worden beïnvloed, slechts na gebleken onmacht van den huurder tot betaling van den oorspronkelijken huurprijs kunnen worden opgelegd. Wat de vaste lasten ten aanzien van de pachtovereenkomsten betreft, wordt bij een tweede wetsontwerp: „bijzondere maatregelen ten aanzien van loopende landbouwhypotheek-en pachtovereenkomsten", dat eveneens bij de Staten-Generaal in behandeling is, de werking der crisispachtwet 1932 verlengd.
Voor hen, die weinig vertrouwen hebben in de aanpassingspolitiek der Regeering, gaan intusschen de voorstellen, die de Regeering doet, niet ver genoeg. Zij zouden aan deze voorstellen nog maatregelen Willen verbonden zien om tot de algemeene vermindering van de hoofdsommen der schulden te geraken.
Dat het onderwerp, dat hier aan de orde is, een netelig vraagstuk is, zal voor een ieder duidelijk zijn, die aan de rechtszekerheid van privaatrechtelijke overeenkomsten waarde toekent.
De wetgever vermag veel, maar hij moet hoogst voorzichtig zijn, wanneer hij zich op het terrein gaat bewegen, om lasten, welke voortvloeien uit aangegane verplichtingen, te wijzigen.
Wordt hier niet met veel beleid te werk gegaan, dan wordt heel het maatschappelijk leven ontwricht.
De rechtszekerheid wordt dan ondermijnd, tot groote schade van het publiek belang.
De Regeering mag geen maatregelen uitvaardigen, die op de bastó van het recht niet kunnen worden gedecreteerd.
Rechtszekerheid heeft altijd bestaan ten opzichte van privaatrechtelijke overeenkomsten, van overeenkomsten, die tusschen personen met personen of met lichamen zijn gesloten.
En dit moet zoo blijven.
De rechtszekerheid is noodig, omdat daarmede het goed vertrouwen samenhangt.
De ervaring, die men in dezen tijd opdoet, leert reeds, dat bij het sluiten van overeenkomsten groote voorzichtigheid, wordt betracht.
De wetsontwerpen, waarvan wij hierboven gewag maakten, werpen reeds hun schaduwen vooruit.
Of dan de vaste lasten niet verlaagd moeten worden om het levenspeil aan een lager niveau te doen aanpassen ?
Natuurlijk ! De noodzakelijkheid van dien eisch moet de Regeering steeds voor oogen staan.
Maar die aanpassing heeft reeds plaats. Zij is zelfs ver gevorderd.
Het staat vast, dat door den drang der omstandigheden nieuwe stappen in de richting van het lager levenspeil zullen volgen.
De Regeering heeft daarbij stimuleerend te werk te gaan. Doch zij heeft er zich
rekenschap van te geven, dat een groote mate van stabiliteit noodig is bij verplichtingen voor de verre toekomst.

DE GESCHIEDENIS HERHAALT ZICH
Aan dit Fransche gezegde werden we herinnerd, toen wij kennis namen van het artikel van den heer Albarda, voorzitter van de Sociaal De­mocratische Kamerfractie, in het Maartnummer van de „Socialistische Gids", over onze defensie.
In dit artikel komt de schrijver tot de conclusie, dat ons volk wijs doet, zijn nationale verdediging in orde te hebben.
En waarom doet. ons volk nu wijs om zijn verdediging in orde te hebben ?
Het antwoord, dat de heer Albarda daarop geeft is, dat, wanneer Nederland zijn weermacht belangrijk verzwakte, dit alom in de wereld zou worden verstaan als een aanbod van doortocht voor Duitsche troepen, die over België in Frankrijk willen binnenvallen, of onze zeehavens willen bezetten om Engeland te bedreigen.
Een soortgelijke redeneering hield ook mr. Troelstra bij het uitbreken van den wereldoorlog in Augustus 1914, bij de gelegenheid, toen hij de Regeering geluk wenschte met de alleszins geslaagde mobilisatie van het leger, waardoor de weermacht In staat was om tijdig op strategische punten aanwezig te zijn, teneinde met kracht de onzijdigheid van ons land tegen een inval, van welke zijde deze kwam, te kunnen handhaven.
Echter was de militaire politiek van de Sociaal-Demooraten in de jaren, die aan den wereldoorlog vooraf gingen, die van „geen man en geen cent". Elke poging, die de Kabinetten van 1901-1914 deden om de defensie des lands op peil te brengen en te houden, werden met alle macht bestreden ; zelfs ontzag men zich niet, om, wat de Regeering voor de weermacht noodig achtte, te kleineeren en bespottelijk te maken.
Met anders ging het in de jaren na 1918, toen de vrede van Versailles geteekend en het oorlogsgevaar voorbij was.
Het bleek toen duidelijk, dat de Sociaal Democraten nog niets geleerd hadden.
Wel werd de leuze „geen man en geen cent" niet meer gehoord, maar deze leuze maakte plaats voor de andere leuze, die van de eenzijdige, nationale ontwapening. Hoogstens wilden de Sociaal Democraten medewerken tot het oprichten en in stand houden van een veiligheidswacht. Elke stap, die verder werd gedaan, was dwaasheid. Walt kon — zoo redeneerden zij — een klein land als Nederland uitrichten tegen de legers der groote mogendheden ?
Doch nu Europa op dit oogenblik opnieuw In een toestand van dreigend oorlogsgevaar verkeert, worden de bordjes door de Sociaal Democraten weer verhangen.
De eenzijdige, nationale ontwapening gaat van de baan. Men ziet intusschen voorbij, dat men een weermacht, aan welke wij in een toestand van dreigend oorlogsgevaar behoefte hebben, niet uit den grond stampt.
De organisatie en inrichting van zulk een weermacht eischt jarenlange voorbereiding.
Men kan niet voor de verdediging zorgen, als het gevaar voor de deur staat.
Wanneer zullen de Sociaal Democraten wijzer worden ?
Op het gebied der defensie herhaalt zich voor de Sociaal Democraten de geschiedenis.
 

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 maart 1936

De Waarheidsvriend | 10 Pagina's

STAAT EN MAATSCHAPPIJ

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 maart 1936

De Waarheidsvriend | 10 Pagina's