Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

VRAGEN BUS

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VRAGEN BUS

13 minuten leestijd Arcering uitzetten

Vraag : Hoe hebben wij het te verstaan, als de Apostel Johannes in zijn brieven spreekt van anti-Christussen; is er méér dan één Antichrist ?
Antwoord : De eerste christengemeente krijgt er al aanstonds iets van te ondervinden, dat er allerlei zich zal verheffen tegen den Christus Gods, in Wien alle zaligheid ligt voor Christus' Kerk. Een ander Evangelie is er niet. Maar toch zullen van alle kanten geesten opstaan, die meer bedektelijk of meer openbaar, meer voorzichtig of meer brutaal, een ander Evangelie zullen komen verkondigen. De weg der christenen zal in deze waarlijk niet op rozen gaan ! Ze zullen niet alleen te strijden hebben tegen vleesch en bloed, m.aar tegen de geestelijke boosheden waarvan de lucht vol is. Daarom staat er ook : „beproeft de geesten of ze uit God zijn". Want het zal zijn dat er gezegd zal worden : de Geest leert dit en de Geest getuigt dat — maar is het wel de Heilige Geest ? Of is het een geest der zonde en der duisternis en der verleiding en der verderfenis ? Waakt en bidt! Strijdt den goeden strijd des geloofs ! Bewaart het pand, dat u toebetrouwd is, roepen de Apostelen ernstig waarschuwend !
En nu spreekt vooral Johannes (maar ook Paulus, 2 Thess. 2 : 3 enz.) van anti-christusgeesten. Velen zijn reeds afvallig geworden van de gemeente en leeren nu allerlei dwalingen. Ze loochenen de waarheid en verkondigen allerlei leugens; b.v. loochenen ze dat Jezus waarlijk vleesch en bloed heeft aangenomen uit de maagd Maria; zij loochenen de vleeschwording des Woords; de menschelijke natuur van Christus enz. (Doceten e.a.) En zulke afvallige
leugengeesten gaan nu uit tegen de gemeente. Velen zijn anti-christen geworden en hebben een anti-Christusgeest. En dat ziet de Apostel als een voorbode van den Anti-chrlst. De dag komt dat de Anti-christ komt, waarvan Paulus spreekt als van de mensch der zonde, die aan 't eind van deze bedeeling zal geopenbaard worden ; nu nog niet, maar straks wel; als 'God het niet langer verhinderen zal en de groote strijd, de groote, vreeselijke crisis komen zal. 2 Thess. 2 : 3.
We hebben de woorden van den Apostel Johannes dus zóó te verstaan, dat in den loop der eeuwen (let er op!) onderscheidene personen door Satan en vele machten door den duivel zullen worden geïnspireerd en bekwaamd en gebruikt zullen worden om tegen (anti) het rijk van Christus op te treden. Zulke personen en zulke machten dragen een anti-Christus karakter, zonder zelven de Anti-christ te zijn. Die toeft nog. Maar de dag komt (let er op !) dat de mensch der zonde geopenbaard zal worden.
Velen zijn anti-christ geweest en zijn het nog. De Romeinsche keizers, de heidensche filosofen en spotters, de Doceten en dwaalleeraars, de Mohammedanen, de Roomsche Kerk, de Fransche Revolutie, de Modernistische geest die alles loochent, de Bolsjewist, de Anarchist. Lange rij van velen die anti-christ zijn geweest, en nog zijn. Maar nóg is het einde niet. Het zal erger, vreeselijker worden. De dag is aanstaande, dat de Antichrist komt, dat de mensch der zonde zal geopenbaard worden.
Gelukkig, dat Jezus Christus dood en hel, zonde en wereld heeft overwonnen. Zalig het volk, dat al z'n kracht mag kennen en bezitten in Hem, den Koning, ons van Isrels God gege­ven ! „En nu, kinderkens, blijft in Hem" zoo vermaant de Apostel, 1 Joh. 2 : 28.

Vraag : Is er een christelijke wetenschap en kunnen we spreken van christelijke wijsbegeerte enz. ?
Antwoord : Wij vinden dat nog al een „stevige" vraag. Uit de toelichting en omschrijving begrijpen we wel zoo wat hoe die vraag, „ietwat zwaar om te verstaan" in de wereld is gekomen. Laat ons zoo eenvoudig mogelijk — voor zoover 't ons mogelijk is — mogen antwoorden.
Zelf blijven wij rustig spreken van christelijke wetenschap en christelijke wijsbegeerte enz. Waarom ? Wel bij alle vragen van wetenschap en wijsbegeerte moeten we altijd weer terugkomen bij de Heilige Schrift. We hebben altijd weer te vragen : wat zegt God in Zijn Woord ? En daarom staat het voor ons vast, dat we wijsbegeerte hebben, dat er allerlei takken van wetenschap zijn, maar dat voor een Christen de Bijbel, Gods Woord, als bron onmisbaar is. „De wijsbegeerte kan niet zonder de Schrift en er moet tusschen theologie en pihilosophie een hartelijke samenwerking zijn". Hoe meer theoloog een philosoof is, hoe liever wij het hebben, terwijl we voor theologen, die meer philosoof dan theoloog zijn, een beetje bang zijn.

Vraag : Wat is het beginsel dat aan de Hervorming ten grondslag lag ?
Antwoord : Voor ons staat vast, dat de geschiedenis de verwerkelijking is van Gods raad, de uitwerking van Gods gedachten. Zijn welbehagen wordt er in volvoerd. De geschiedenis is maar niet een reeks van toevallige gebeurtenissen, waarbij het noodlot (fatum) regeert, met al de zwarte donkerheid en duisternis van het fatalisme. Ook is het niet het determinisme dat heerschappij voert, waarbij het eene rad zich beweegt omdat het andere rad ingrijpt, zooals bij de machine, met de ijzeren wet der noodzakelijkheid om te draaien. Neen, de Heere regeert. En als nu in de Middeleeuwen de Kerk geheel ver-roomscht is onder de heerschappij van den Paus, met al die specifiek roomsche leerstukken, die niets met de waarheid der Heilige Schrift te maken hebben en juist de Schriftuurlijke waarheden dood drukken, dan komt de Heere Zijn Woord, Zijn Evangelie terug brengen. En voor ons is de Reformatie, de Hervorming van 1517—20, een terugkeeren tot de oude waarheid van de Schrift, zooals die door den Heiland, door de Apostelen en door de Profeten van ouds zijn verkondigd ; een terugkeeren tot Oud-en Nieuw-Testament, tot Wet en Evangelie, tot Gods geopenbaarde Waarheid, welke wil zijn een lamp voor onzen voet en een licht op ons pad". „Wij hebben het profetisch Woord dat zeer vast is en dat schijnt als een licht in een duistere plaats" leerden de Hervormers, Luther, Zwingli, Calvijn en zoovele anderen. „Leer en leven naar Gods Woord !" was de leuze van het Protestantisme.
Er kwam een verbreken van het pauselijk juk, dat op de Kerk en op de Staten en Regeeringen zoo zwaar, zoo loodzwaar drukte. Maar nooit heeft de Hervorming bedoeld of gezegd, dat nu alles verder maar aan de willekeur van den mensch moest worden overgelaten. Nooit! Er waren wel menschen — die zich vromer waanden dan Luther, Calvijn en Zwingli samen waren — die alles wilden overgeven aan het z.g.n. „lumen internum", aan het „inwendig licht" van den vromen mensch. De vrome mensch had dan maar te leven naar de inspraak van z'n eigen vroom hart en men zei daarbij telkens : „de Heilige Geest heeft mij dit en de Heilige Geest heeft mij dat geopenbaard'". Maar dat waren gevaarlijke geestdrijvers waarvoor alle Hervormers, zoowel Luther als Calvijn enz. ernstig, heel ernstig gewaarschuwd hebben. De leer van die geestdrijvers is nooit de leer van de Hervorming geweest. Men verachtte het ambt, de studie, de Kerk en alle ordeningen Gods in het leven, oom z.g.n. als geestelijke menschen vrij te leven naar hun eigen vroom inzicht. Maar het is wel uitgebannen, dat degenen die de ordeningen Gods veracht en onderst boven schopt, de verderfenis en den ondergang tegemoet gaat! De Hervorming had een héél ander beginsel: onder de tucht van Gods Woord ! De hals bukken onder de heerschappij van Jezus Christus! Leer en leven naar Gods Wet en Waarheid ! Het Woord in 't midden !
Dus geen eigen willekeur. Geen eigen vroom gedoe. Ook niet de menschelijke rede het oppergezag. Geen rationalisme. Ook niet de willekeur van het geweten van den mensch, waarbij de mensch het zelfbeschikkingsrecht krijgt om zelf maar uit te maken, wat waarheid, wat recht, wat goed, wat plicht is enz. De mensch staat wel altijd hoogmoedig naar die oppermacht en naar die zelfheerschapplj. En als het eene juk verbroken wordt (het pauselijke juk) is satan, wereld en eigen vleesch er haastig en handig bij om nu van de vrijheid , misbruik te maken en den mensch aan de geheel verkeerde kant van de vrijheid te brengen. Maar de Hervorming heeft daar altijd voor gewaarschuwd. Het beginsel en de leer van de Hervorming is altijd anders geweest. Geen eigen vroom gedoe. Geen rationalisme, niet het verstand des menschen als hoogste autoriteit. Neen, het verstand moest zich gevangen geven aan Gods Waarheid! Ook wilde men geen autonome moraal en geen eigenmachtige menschelijke zedelijkheid. De consciëntie van den mensch, die zelve ook zondig is, moet bij Gods Woord te biecht komen en moet leeren vragen : Heere, wat wilt Gy dat ik doen zal ? Dan alleen is het goed als we vragen : „Leer mij naar Uw wil te handelen". Of zooals onze Catechismus zoo mooi zegt, als het gaat over de 3de bede : „Uw wil geschiede gelijk in den hemel alzoo ook op aarde". Dan zegt ons mooie leerboek : „Geef, dat wij en alle menschen onzen eigen wil verzaken en Uw wil, die alleen goed is enz. doen mogen ! Alle zelfbeschikkingsrecht van den mensch is uit den booze. „Leer mij, o Heer, den weg door U bepaald". „Uw Woord is een lamp voor mijn voet en een licht op mijn pad". „Onderzoekt de Schriften, want gij meent in dezelve het eeuwige leven te hebben en die zijn het die van Mij getuigen".
Het juk van den paus afwerpend, schikte men zich blij geloovig onder het juk van Gods Woord, om gewillig den Heere te dienen en te leven naar de Schriften. In het beschreven Woord van God, in de Schriften, vonden ze Gods wil en Gods weg en Gods waarheid. Daar was het Evangelie tot zaligheid. En daarom wilden zij hun hals buigen onder dat juk van Gods Woord en achter Christus aanwandelen, niets anders wetende dan het Evangelie des Kruises, tot zaligheid geopenbaard voor een iegelijk die gelooft.
Van het ééne beginsel (het pauselijke), kwam. zij tot het andere (de Schrift). Van den eenen weg (Rome), kwam zij in den anderen (naar de Schriften). En het was hun niet zwaar !
De Hervormers wilden niets weten van willekeur ; niets van eigenwillige godsdienst; maar alleen van Gods Woord. Naar dien regel wilden zij wandelen.
De Hervorming heeft nooit de baanbreekster willen zijn voor de willekeur van het geweten, de moeder van allerlei dwaling en ongeloof. Laat men de eigenwijze, eigengerechtige mensch aan zichzelf over, en ge krijgt de allerdwaaste en allerzondigste dingen, al is het dikwijls, dat de leugen en dwaalleer en zonde en ongerechtigheid zich hult in een kleed van een engel des lichts!
Als Rome dus zegt, dat uit de Reformatie de Revolutie is voortgekomen, dan spreken wij dit ten stelligste tegen. En als het Modernisme zegt, dat de Reformatie de baanbreekster is geweest voor de opperhoogheid en zelfstandigheid van 't geweten, dan ontkennen we dat. Het zijn onware voorstellingen en valsche beschuldigingen in deze. En als het Rationalisme zegt, dat de Reformatie vrijgemaakt heeft van de traditie en leugenleer van Rome, om het verstand des menschen den koningsmantel om te werpen en op den troon te zetten en te bekleeden met de hoogste autoriteit, dan spreken we dat ten stelligste tegen. Niets is er van al die beweringen waar ! De Hervorming heeft Gods Woord weer teruggebracht en heeft geleerd, dat de Kerk, dat ieder onzer, naar dat Woord heeft te vragen en naar dat Woord heeft te handelen en te wandelen.
Groen van Prinsterer heeft zoo mooi gezegd, dat de Reformatie ons gebracht heeft onder de souvereiniteit Gods en niet onder de souvereiniteit van den mensch; bij de onfeilbaarheid van de Openbaring en niet bij de onfeilbaarheid van het menschelijk verstand; bij de objectieve geloofseenheid rondom de Schrift, in Jezus Christus, en niet bij de verscheidenheid der Subjectieve menschelijke gevoelens. Dat de Reformatie dus juist het tegenovergestelde gebracht heeft dan de Revolutie, door van den mensch af te voeren en tot God te leiden ; waarom wij tegenover de Revolutie ook altijd hebben te zetten het Evangelie, als echte zonen van de Reformatie, als echte Protestanten, die tegenover de leugen altijd gaarne getuigenis geven van de Waarheid naar Gods Woord (protestari pro veritate).
In de geschiedenis heeft de Heere in dien weg wonderen gewerkt. Zie op Paulus. Sinds die door den Heiligen Geest onder de volkeren is gebracht om het Evangelie te verkondigen, is de wereld veranderd ! God rukt de volkeren uit de macht van Satan om ze te brengen in den weg van het Evangelie onder het gezag van Zijn Woord. De valsche goden zijn van hun voetstuk geworpen en de eenig ware God is gepredikt in Jezus Christus. De eigenwillige godsdienst is vervangen door het Christendom. Gods Woord, de Christus Gods, heeft de groote omwenteling gebracht.
En toen Rome de Kerk van Christus onder het juk van den paus gebracht had — door onze Vaderen veelszins als de anti-christ geacht — en de Kerk van Christus bijna stierf onder de veelheid van menschelijke inzettingen, is de Heere opgewaakt over Zijn Kerk en heeft haar uit 't diensthuis uitgeleid, om haar te brengen tot de vrijheid van de kinderen Gods, om God vrij te mogen dienen naar Zijn Woord.
Velerlei voorbereiding is eerst geweest. Agricola, Reuchlin, Erasmus noemen we slechts. Maar de verlossing uit het diensthuis is door hen niet gekomen. De Renaissance is de „wedergeboorte" (renaissance) der volkeren niet geworden. Het Humanisme heeft het bevrijdende woord niet gesproken. Wel is er classieke beschaving in Europa gekomen, vernieuwde belangstelling voor wetenschap en kunst, vele banden van bijgeloof zijn verbroken onder het volk, taalstudie kwam. er en zooveel méér. Melanchton, Calvijn en anderen hebben er van geleerd en genoten. Maar de fijnzinnige humanist Erasmus is niet de hervormer geworden ! Wel fulmineerde hij tegen het domme Roomsche bijgeloof. Ook is de Bijbel wel geopend — onder Gods bestel — als voorwerp van taalstudie. Maar de Heere had nog iets anders en beters met Zijn Kerk en met de volkeren voor. En kon van de Renaissance gezegd worden : „Er was een enthousiasme voor de heidensche oudheid, dat zich niet beperkte tot kunst en schoonheid, maar zich uitstrekte tot geheel de litteratuur, tot de geschiedenis, tot de politiek, ja, tot de zeden"' — de Reformatie heeft nog iets anders gebracht! Iets, dat dieper en hooger gaat, iets dat solieder, hechter, heerlijker, heiliger, gelukkiger is. „Men mag Luther genoemd hebben „dat beest met diepe oogen en wondere speculaties", zooals de pauselijke gezant, Kardinaal Cajetanus, deed. God heeft in hem iemand anders gegeven dan Erasmus. Hij Oswam met het Woord Gods «n was een held des geloofs ! Alles wat hij leerde, was ontleend aan het Woord Gods. Hij vroeg zijn rechters op den Rijksdag te Worms alles te onderzoeken en te vergelijken met het Woord Gods, met de Schriften. Alles wat met dat Woord Gods in strijd was, wilde hij terugtrekken. Maar — als 't geen hij geschreven en gesproken en gedaan had naar het Woord Gods was, dan weigerde hij ook maar iets terug te nemen.
En als een man Gods, vol des Heiligen Geestes, staat hij daar voor zijn rechters. Daar gaat zijn hand omhoog. Daar verheft hy zijn stem. Hoort! „Hier sta ik, ik kan niet anders. God helpe mij. Amen".
Luther met den Bijbel! Man des geloofs. Als een rots te midden van de kokende golven ! Waar blijft nu het Rationalisme, het Humanisme, het Moralisme, het Modernisme ?
Gods Woord, niets dan Gods Woord — dat is het beginsel, het formeele en het reëele beginsel van de Reformatie!
 

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 april 1936

De Waarheidsvriend | 10 Pagina's

VRAGEN BUS

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 april 1936

De Waarheidsvriend | 10 Pagina's