Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

WAT DE PERS TE LEZEN GEEFT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

WAT DE PERS TE LEZEN GEEFT

Maar twee kinderen.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dat was altijd hun ideaal geweest: ze zouden graag twee kinderen hebben. Géén kinderen, neen, dat zouden ze niet graag willen, dan wist je niet, waar je voor leefde. Maar een groot gezin, daar waren ze toch ook beiden erg bang voor. Wat was er aan zoo'n koppel kinderen wat te doen ! Wat kon je daar al niet aan beleven, vooral, wanneer de kinderen wat grooter werden ! En wat zat je lang in de kleintjes, dat is voor een moeder toch ook maar niet alles ! Jaren en jaren lang kun je nergens heen. En dan de geldelijke bezwaren. Zij hadden ze wel onder hun kennissen, die er eenvoudig altijd arm onder gebleven waren, dat ze de zorg voor zes, zeven en meer kinderen hadden gedragen. Voor zichzelf konden zulke menschen haast nooit wat nemen, het was eenvoudig een leven van opoffering geweest voor de kinderen. Dan wilden zij aan hun eigen leven wel wat meer hebben, daarom : twee kinderen en daarmee uit, zoo was hun wensch. En hun wensch werd vervuld. Ze kregen eerst een jongen, toen een meisje, en daar bleef 't bij. Maar het viel hun niet mee, dat er met twee kinderen nog zooveel werk is. Dat was dag en nacht optrekken met die kinderen. Zij had een heele beste vriendin, een vroolijke klant, die met een talrijker kroost gezegend was en haar zoo wel eens aardig kon plagen en onder de hand hard de waarheid kon zeggen. Die wees er haar voortdurend op, dat zij veel te veel werk van haar twee kinderen maakte. Niet alleen, dat ze er altijd over praatte en in die kinderen allerlei wonderen ontdekte, maar ze was er ook altijd mee bezig en maakte daardoor die kinderen veeleischend en ongedurig. „Ja", zei de vriendin dan, als zij klaagde, „ik heb niet zooveel tijd voor de mijne, die helpen zich zelf en ik geloof dat het voor de kinderen nog beter is ook".
Er kwam nog iets bij. Haar twee kinderen waren niet sterk. Die hadden de uiterste verzorging noodig. Nu beweerde de vriendin wel weer, dat dit ook kwam, dat zij veel te bang was, dat de kinderen buiten kwamen, „je verpapt en verbroeit ze", zei die, maar dat was natuurlijk onzin. Haar kinderen waren niet sterk en daarom moesten ze goed verzorgd, en gevoed worden. Dan was het maar gelukkig, dat je maar twee had. Als ze zich moest indenken, dat ze zes kinderen had, zooals haar vriendin, dus driemaal zooveel zorg en driemaal zooveel onkosten, dan wist ze geen raad, dat was eenvoudig onmogelijk. Nu was 't wel waar, als ze naar het gezin van die vriendin keek, daar waren de zorgen en de onkosten niet driemaal zoo groot, daar leefden ze heel wat vroolijker en gelukkiger, ja, maar die menschen waren gezonder en sterker, dat was nu eenmaal zoo.
Zoo waren de twee kinderen hun zwakke jeugd doorgekomen en nu vinden we op een avond vader en moeder in de huiskamer, zichtbaar in een gedrukte stemming. Het gaat niet goed met de kinderen. Zij kunnen hen niet thuis houden. En zij hadden altijd gedacht, dat dit nu de tijd zou zijn, dat ze wat aan de kinderen kregen. Ze hebben gezorgd voor lectuur, voor een orgel, maar 't was nooit goed. Daar had je nu b.v. de geschiedenis met het orgel. Dat hadden ze al vroeg gekocht en de kinderen kregen orgelles. De jongen wou al gauw niet langer, hij had er trouwens geen aanleg en geen geduld voor. Maar 't meisje kon al in korten tijd aardige versjes spelen. Daar hadden ze schik In gehad. Dat was nu óok al weer uit. Ze had er van gehoord, dat een piano veel mooier was, eigenlijk ook veel voornamer stond, en nu wou ze een piano hebben. Ze hadden al eens naar den prijs geïnformeerd, maar daar waren ze van geschrokken, dat ging eenvoudig niet, de kinderen begonnen tóch al zooveel te kosten. Zoo wist je ten slotte haast niet, wat je met zulke kinderen moest aanvangen. Je meent ze aan huis te binden en ze zijn maar meest de deur uit, op een leeftijd, dat ze op straat niets goeds leeren.
Met de jongen ging het heelemaal niet goed. Die wou b.v. niet meer naar de kerk. Ze waren Gereformeerd, maar hadden het nu van begin af niet zoo precies met het kerkgaan genomen. Je hoefde toch niet altijd tweemaal te gaan. 't Was wel eens te warm of te koud, te laat of te vroeg, en 't scheelde toch ook maar veel, wie er preekte. Die ideeën had zoonlief natuurlijk gretig ingedronken en toen hij zoo'n zestien jaar was, maar eerlijk weg verklaard, dat hij aan heel dat kerkgaan niet veel aardigheid had en maar een enkelen keer hadden ze hem daarna mee kunnen krijgen. Ja, als er een man van naam optrad, dan ging hij mee, 't moest een beroemde redenaar wezen, wat had je .aan die gewone preekjes. Hoe weinig vader en moeder zelf aan hun kerkelijk leven ook ooit gehad hadden, dit was hun toch nog een oorzaak van verdriet. Hun beide families waren altijd Gereformeerd geweest. En dat zoo'n jongen daar nu zoo uitliep!
Met zijn werk ging het ook niet goed. Hij wist niet wat hij wilde, hing het heertje uit en kostte onder de hand een hoop geld. En was hij nu nog maar handelbaar en vriendelijk geweest tegen vader en moeder ! Neen, daar praatten ze ook nu weer over, waar ze het toch aan verdiend hadden, dat zoo'n kind zoo tegen zijn ouders kon doen !
En moeder had niet minder over haar halfvolwassen dochter te klagen ! Ze hadden goed afgesproken, dat ze, nadat ze goed lang school gegaan had, bij moeder in huis zou komen, om dan op cursussen verder naaien en koken te leeren. pan kon moeder het met haar eigen dochter af, geen vreemde hulp meer over den vloer. Wat had haar dat mooi geleken. Dat mooie toekomstbeeld was evenwel ook jammerlijk gebroken. Het kind had eenvoudig geen aardigheid aan huiselijke arbeid. Dat kopjes wasschen altijd maar weer, dat stoelen wrijven, dat akelig gepieker met de naald, ze stak bij alles de tong uit. 't Liefst liet ze moeder voor de werkjes zitten. En de kleeren, ja, die waren nooit mooi genoeg, en 't moest altijd maar wat nieuws wezen.
Dat was ook weer het onderwerp van gesprek op het moment, dat wij hen daar in gedrukte stemming in de huiskamer aantreffen. Ze moeten heusch met hun kleine gezin al aan 't rekenen. De kinderen kosten zooveel, dat moeder al een winter te lang met haar mantel loopt en dat vader al eens zuinig over zijn sigaren moet doen. En nu willen ze wel toegeven, dat zoo iets ook niet erg is, als het dan met de kinderen maar goed gaat. En daarmee zijn ze dan even ver als de menschen, die in het groote gezin van het begin af en welbewust en van heeler harte hun offers gebracht hebben.
De vriendin, dat moet ik ook nog even vertellen is er óok al eens aan te pas gekomen. Die heeft de conclusie getrokken. „Jullie ook, met je vooropgezette idee van twee kinderen. Zoo iets hoort in geloovige kringen niet thuis, 't is de zuivere geest van de wereld, mensch. Wie uit .het geloof leeft, denkt er anders over. Je bent niet voor jezelf in de wereld. En merk je wel, dat zulke kinderen, die maar samen leven, leelijke egoïsten worden. Neen, hoor, ik moet van zulk vooruitloopen niets hebben. En ik zeg je, als we meer zulke menschen in onze kringen krijgen, als jullie, nou, dan is onze kracht gebroken, 't is het begin van het eind, dat zeg ik je".
(Uit: „De Bazuin”).

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 juni 1936

De Waarheidsvriend | 10 Pagina's

WAT DE PERS TE LEZEN GEEFT

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 juni 1936

De Waarheidsvriend | 10 Pagina's