Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

WAT DE PERS TE LEZEN GEEFT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

WAT DE PERS TE LEZEN GEEFT

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Fascisme en Nationaal-Socialisme en Nederland.
II.

Van het artikel van den heer Til anus over dit onderwerp in „De Christenvrouw" namen we onlangs het eerste gedeelte over, we laten nu nog een stukske volgen, met dezelfde conclusie : Wij hebben hier in Nederland noch het Fascisme noch het Nationaal-Socialisme noodig ! Wij kunnen het niet gebruiken. Wij willen het niet hebben !
„Ruim 150 jaar geleden" — aldus de heer Tilanus — „probeerde een groep „verlichten van geest" Fransche regeermethoden in ons land te introduceeren. Zij hadden aanvankelijk succes. Van 1795 tot 1813 hebben onze voorouders de droeve gevolgen ervan ervaren : het waren smartelijke jaren in onze Volkshistorie
!
Na de terugkeer der Oranje's herademde ons volk. De oude rechten en vrijheden, zij het ook in gewijzigden, wel-omschreven vorm, keerden terug.
En thans probeert een groep van mannen opnieuw buitenlandsche regeer-methoden in ons land ingang te doen vinden !
Wij twijfelen er niet aan, of ons volk zal, evenals het in 1600 Spaansche regeer-methoden, en in 1800 Fransche methoden afwees, in 1900 ook Duitsch-Italiaansche methoden afwijzen.
Het is echter noodig, dat de oogen voor deze dingen geopend zijn en dat men Klaar en duidelijk ziet waarheen en waartoe een bepaalde groep drijft, opdat men principieel, historisch en practisch kan afwijzen wat niet strookt met de Nederlandscne historie en den Nederlandschen aard".
Wat wil deze groep dan voor Nederland ? „Vage voorstellingen zijn en worden gedaan. Zoowel op maatschappelijk als op staatkundig terrein zoekt men naar verandering. Op maatschappelijk terrein, spreekt men over „de corporatieve gedachte", maar onze wetgeving kan den toets doorstaan in vergelijking met Itaiie en Duitschland. De Nederlandsche grondwet en de Nederlandsche wetten van de laatste jaren, laten ruimte van beweging en bieden gelegenheid tot ontwikkeling, en leiding van Overheidswege. Daarvoor behoeft werkelijk in Nederland geen Nationaal-sociaiisme te worden ingevoerd ! (Wet op de Bedrijfsraden, de Wet op de bindend-en onverbindend-verKlaring van ondernemers-overeenkomsten, enz.).
Op staatkundig terrein spreekt — of sprak ? — men in Nationaal-sociaiistischen en fascistischen Kring over het opruimen van onze vertegenwoordigende lichamen: één man, de Leider, zal het doen ! Een man zal alles voor het zeggen hebben ; het volk zal zwijgen !"
„Wij kennen in onze staatsinstellingen de Staten-Generaai, de Staten-Provinciaal en de Gemeenteraden.
Wij achten deze colleges in onze staatsordening zéér beslist van groote beteekenis en — niettegenstaande fouten en gebreken — zijn ze van groot nut. Zoowel historisch als principieel.
Van de oudste tijden af heeft het Nederiandsche volk zich verzet tegen aantasting van rechten en vrijheden, zonder medezeggenschap van 't volk door middel van zijn vertegenwoordiging. Als christenen erkennen wij de Overheid als Gods dienares en in beginsel alleen verantwoordelijk tegenover Hem, aan Wien zij haar gezag ontleent. Maar wij weten óok, dat de Overheids functie wordt uitgeoefend door menschen, die zondaren zijn. En mee daarom zijn de vertegenwoordigende lichamen noodig, en hebben zij, naar principieel inzicht, een gewichtige taak".
„Juist wanneer men scherp weet te onderscheiden tusschen   overheid en Volksvertegenwoordiging, en wanneer men beider rechten en plichten en de onderlinge verhouding, zooals die principieel moet zijn en zich in ons volksleven historisch heeft ontwikkeld, steeds scherp voor oogen stelt, zijn de vertegenwoordigende lichamen hoogst belangrijke, nuttige, ja, noodzakelijke instellingen.
Zijn er fouten en gebreken, dan hebben wij waarlijk in ons land geen Nationaal-Socialisme noodig om de gewenschte veranderingen te maken. De instelling van de jongste Staatscommissie tot herziening van de Grondwet getuigt er van, dat de Nederlandsche Regeering, ook in deze tijden, de oogen niet gesloten houdt voor de ontwikkeling der dingen en bereid, is, na ernstig onderzoek, langs den wettelijken weg, zoo noodig tot wijziging of herziening van onze Grondwet te geraken".
„Hoe is het nu te verklaren, dat desalniettemin bij sommigen onder ons volk Fascistische en Nationaal-Socialistische ideeën ingang vonden ?
Hiervoor zijn deze vier oorzaken te noemen : „In de eerste plaats de moeilijke crisistijd. Hoe zwaar zijn voor velen de zorgen ! En wanneer onder zulke omstandigheden een „beweging" opkomt, die beweert het middel te bezitten dat verlossing kan brengen uit den economischen nood, dan zijn er helaas ! velen, die zonder eenig nadenken in dat middel gelooven, al hebben zij het nooit onderzocht noch aan de realiteit getoetst. Zij schijnen niet te begrijpen, niet in te zien, of niet te willen zien, dat de moeilijke omstandigheden voor landbouw, veeteelt en tuinbouw, voor handel en industrie, voor scheepvaart en verkeerswezen, voor den middenstand, ja, schier voor allen, geen gevolg zijn van een bepaald regeerstelsel in één land — maar een gevolg van het wereldgebeuren en de wereldverhoudingen. Zij schijnen evenmin te begrijpen dat niet één man, voor één land, de economische verhoudingen zal kunnen verbeteren. Slechts wijziging in de wereldverhoudingen, gepaard gaande met een geleidelijke vervorming van de structuur van het eigen maatschappelijke volksleven, zal hier verandering en verbetering kunnen brengen". „In de tweede plaats zoeken wij een ver­ klaring voor den Nationaal-Socialistischen aanhang in het feit, dat na den wereldoorlog ook in ons land het gezag niet steeds met voldoende kracht is gehandhaafd, zoodat ondermijnende stroomingen te gemakkelijk vrij spel hebben kunnen spelen en zelfs de gezagsinstituten van den Staat vermochten te ondergraven (denk aan het geval met „De Zeven Provinciën"!) Een dergelijke gezagsondermijning verdraagt een volk op den duur niet. De oogen van het Nederlandsche volk zijn hiervoor geopend, nog vóór dat het Nationaal-Socialisme hier te lande ingang had gevonden. Niemand zal kunnen ontkennen, dat de teugels van het bewind hier te lande krachtig in de hand worden gehouden".
„Als derde oorzaak noemen we de afkeer, vooral van jongeren, tegen de redeneerkunst der laatste jaren, die na den oorlog hoogtij wist te vieren. Met welk een gemak redeneerde men allerlei nationale gevoelens van mensch en menschengemeenschap weg ! Met welk een gemak redeneerde men over ontwapening en internationalisme ! Vele menschen van dezen tijd hebben genoeg van geredeneer, zij willen daden zien. En sommigen verwachten die daden van Fascisme en Nationaal-Socialisme ! Maar welke daden zullen het zijn "
„Als vierde en laatste oorzaak noemen we : het gebrek aan kennis der beginselen en de op het Christendom gefundeerde staatkundige richtingen. Helaas ! is er zoowel bij ouderen als bij jongeren een gebrek aan beginsel-kennis te constateeren. En op zoodanigen krijgt iedere nieuwe beweging of richting gemakkelijk vat".
De eisch van dezen tijd is dan ook, vooral voor de christenen, kennis van de beginselen, van de diepere beginselen, van de beginselen die naar Gods Woord zijn.
„De christen stelt immers : alles in en door en voor God, Almachtig, Die regeert in eeuwigheid. Hierin ligt het fundament voor de Christelijk-Staatkundige opvattingen".
„Sommigen mogen dan met het Wilhelmus op de lippen en de Oranjevlag in de hand, storm loopen tegen het vast gebouw van vrijheid en volksrecht, door Oranje gesticht —-wie echter de diepere fundamenten van ons volksleven kent, blijft pal staan, geschaard om het christelijk beginsel, in biddend opzien naar den Troon des Allerhoogsten, in het vast vertrouwen, dat Hij ons, te midden van de economische stormen en de buitenlandsche vloedgolven van dezen tijd, zal heenleiden naar een nieuwe, moge het zijn, een betere toekomst«.
 

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 juli 1936

De Waarheidsvriend | 10 Pagina's

WAT DE PERS TE LEZEN GEEFT

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 juli 1936

De Waarheidsvriend | 10 Pagina's