Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

STAAT EN MAATSCHAPPIJ

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

STAAT EN MAATSCHAPPIJ

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

ONGEGRONDE KLACHTEN
Het gaat meer en meer bij de malcontenten op politiek terrein regel worden — en wij wezen daarop reeds bij meer dan éene gelegenheid — om de schuld voor de geweldige moeilijkheden, waarin land en volk sedert de laatste jaren verkeeren, op rekening te stellen van de Regeering.
Feitelijk is dit niet nieuw. Ook in vroegere jaren deed men dit, wanneer een Antirevolutionaire Minister de leiding, van zaken in handen had.
Ook thans stelt men het Kabinet-Colijn aansprakelijk voor het ontstaan der crisis met hare gevolgen op economisch gebied en op het stuk der werkloosheid, en wijt men 'het aan de Regeering, dat de gouden standaard werd losgelaten, wat tot waardevermindering van het geld moet leiden.
Deze klachten der malcontenten zijn van algemeene bekendheid. Men kan ze lederen dag hooren uiten en in de pers lezen. De Regeering draagt de schuld van alles, wat niet in orde is.
Maar wat men nog niet wist — en dit is bijzonder voor de leden der Ned. Hervormde Kerk belangrijk en leerrijk — dat ook de Regeering de schuldige is, dat in de Hervormde Kerk communistische predikanten op den kansel staan.
Wij lazen deze wijsheid de vorige week in een blad, dat een Gereformeerd cachet draagt. De redactie van het blad beredeneerde hare klacht als volgt: de Hervormde Kerk is niet bij machte het Communisme van den kansel te weren, daarin schiet zij ernstig tekort en begrijpt op dit punt haar roeping en taak niet. De Regeering nu heeft toe te zien op de wijze, waarop het geld wordt besteed, dat aan de predikantsplaatsen verzekerd werd bij de Grondwet en dat in laatste instantie vloeit uit de beurs onzer Gereformeerde Vaderen. Aan deze zaak heeft zij 'haar aandacht te geven.
Dat de Regeering daarin tekort schiet en de gelden ook voor de communistlsohe predikanten blijft uitkeer en, is een fout, zelfs een groote fout. Men ziet, dat ook op het terrein der Kerk, de moeilijkheden, die zich daar voordoen, de schuld is van een verkeerd beleid van het Kabinet-Colijn.
De fout, welke de Regeering hier maakt, is, dat zij haar plicht niet nakomt — aldus het blad — om er voor te zorgen, dat de gelden niet aan hun bestemming worden onttrokken.
Of de Regeering, wanneer zij éénmaal besluit de rijkstractementen van communistische predikanten in te houden, als zij tenminste consequent wil handelen, ook niet verder moet gaan en verplicht is ook de rijksgelden, welke de Vrijzinnigen — en misschien ook de links en rechts Ethische predikanten — genieten, niet uit te keeren, omdat deze gelden uit de beurs vloeien onzer Gereformeerde Vaderen, daarover zegt het blad niet veel, alleen geeft het toe, dat het onttrekken van gelden aan hunne bestemming niet alleen door communisten, maar ook door talloos vele anderen geschiedt.
Intusschen zouden wij een regeling, waarbij de Overheid uitmaakt, welke predikanten van de Hervormde Kerk — hoe staat het met de Confessioneelen ? — wèl en welke predikanten niet het Rijkstractement zullen genieten, wel eens uitgewerkt voor ons willen zien.
In één ding heeft het blad groot gelijk, wat ook onze volle instemming heeft, als gesproken wordt over het tot oplossing brengen door de Regeering van het financieel kerkelijk vraagstuk. Over dit onderwerp hebben wij meermalen geschreven, zelfs nog onlangs.
Begrijpt de Kerk haar verantwoordelijkheid, dan zal zij hare medewerkinig 'hebben te verleenen om het financieele vraagstuk tot oplossing te brengen. Losmaking van de zilveren koorde. Is deze gedachte, die ook het blad, waarover wij schreven, naar voren brengt, juist, dit neemt niet weg, dat het geheel onjuist is de Regeering er voor aansprakelijk te stellen, dat in de Hervormde Kerk verkeerde toestanden heerschen. Ook deze klacht is ten eenenmale ongegrond.

HET ANTIREVOLUTIONAIRE MANIFEST.
De Antirevolutionaire Partij heeft haar ontwerp-Verkiezingsmanifest gepubliceerd en aan de Pers toegezonden.
Om de groote beteekenis, die dit manifest voor de komende verkiezingen draagt, laten wij het hieronder volgen :
De Antirevolutionaire Partij richt zich met het oog op de komende stembus bij vernieuwing tot het Nederlandsche Volk.
Zij roept, in overeenstemming met de door haar beleden beginselen, heel dat volk op tot gehoorzaamheid aan God en Zijn ordinantiën, en mitsdien tot onderdanigheid aan de Overheid als Gods dienaresse en tot het weer vastzetten van de Christelijke grondslagen voor het Nederlandsche staats-en burgerleven.
Zij doet dit in de overtuiging, dat in die gehoorzaamheid en onderdanigheid
a. is gegeven de eenige vaste grondslag voor de staatkunde, zoowel voor het Rijk in Europa als voor dat buiten Europa;
b. is aangewezen de eenige weg ter behoudenis ;
c. is gelegen de eenige kracht, welke in staat stelt de rampspoeden, die ook het deel van ons volk zijn geworden, te dragen en de betreurenswaardige gevolgen daarvan door gestagen, opbouwenden arbeid weer te over winnen.
Zij wijst op het hoogst ernstig karakter van het huidige tijdsgewricht. De gevolgen van Ongeloof en Revolutie kan niemand ontgaan. Het leven van de volkeren der wereld, met name van de volkeren van Europa, ligt ten deele gekluisterd in de knellende boeien van despotische machten en wordt voor een ander deel ondermijnd en vernield door de anarchie. De omwentelingszucht in velerlei zin maakt den toestand uiterst gevaarlijk. Zij verzwakt het menschelijk leven in bedenkelijke mate en bedreigt dit met ondergang. Tengevolge daarvan wordt de strijd der geesten ontadeld en gaat de menschelijke samenleving veelszins gebukt onder de algeheele ontwrichting van het geestelijk-zedelijk en stoffelijk leven.
Zij acht het daarom haar roeping, de bijzondere aandacht en de hartelijke medewerking van het gansche Nederlandsche volk te vragen voor het behoud en de versterking van ons nationale leven in historischen zin.
Zij meent, gelet op de buitengewone omstandigheden en op den toestand, waarin staat en maatschappij ten onzent verkeeren, in dezen stembusstrijd op den voorgrond te moeten plaatsen als algemeene richtlijn voor den staatkundigen arbeid :
den plicht tot 't ontplooien van een krachtige werkzaamheid ter bewaring van de hoogste goederen, onder Gods voorzienig bestel en onder de leiding van het Huis van Oranje, in den loop der historie aan ons volk geschonken.
Zij wenscht diensvolgens èn in den stembusstrijd èn in de eerstvolgende parlementaire periode het pleit te voeren voor een Christelijke staatkunde en daarbij meer in het bijzonder te bevorderen :
1. een krachtige handhaving van het Gezag, zoowel hier te lande als In de Overzeesche Gewesten ;
2. het behoud van de grondslagen, waarop het Nederlandsche staatsieven steunt; de eerbiediging van de vrijheid van Godsdienst en geweten ; de bewaring van een rechtmatigen volksinvloed op het landsbestuur ;
3. de versterking van het Christelijk huwelijks-en gezinsleven ; de handhaving van de publieke eerbaarheid ; de bescherming en verbetering van de Zondagsrust;
4. de toepassing van de rechtsbeginselen in het internationale volkerenleven, in overeenstemming met de behoeften van dezen tijd;
5. de versteviging van de weermacht tot verdediging van de onafhankelijkheid en de rechten van het Koninkrijk der Nederlanden;
6. de voortzetting van den arbeid tot financieel en economisch herstel, gepaard gaande met:
a. inachtneming van de sociale rechtvaardigheid;
b. geleidelijke verdere erkenning van de bedrijfsorganisatie ;
c. voortgaande bestrijding van de werkloosheid, ;
d. inperking, waar mogelijk, van de bijzondere crisismaatregelen, teneinde aan het
bedrijfsleven meer vrijheid te hergeven ; 7. de verdere uitvoering, voor zooveel deze doenlijk blijkt, van haar program van actie van 1929 (1933).
Het manifest houdt een kloek en principieel getuigenis in. Dat het nu reeds verscheen, is een bewijs van groote voortvarendheid, wat te meer noodig werd met het oog op een wellicht vervroegde Kamerverkiezing.
 

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 oktober 1936

De Waarheidsvriend | 10 Pagina's

STAAT EN MAATSCHAPPIJ

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 oktober 1936

De Waarheidsvriend | 10 Pagina's