Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

MEDITATIE

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

MEDITATIE

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

En gij zult Zijn Naam heeten Jezus; want Hij zal Zijn volk zalig maken van hunne zonden. Mattheüs 1 vers 21 b.

DE EENIGE NAAM
De Heere Zelf stilt door de boodschap van den engel de onrust in het hart van Jozef, wanneer Maria niet kan spreken over het groote geheim, dat uit haar Gods Zoon geboren zal worden. Hij neemt de onrust weg door het woord: „Jozef, gij zone Davids, wees niet bevreesd Maria, uw vrouw, tot u te nemen; want hetgeen in haar ontvangen is, is uit den Heiligen Geest". Er is geen reden tot onrust, doch integendeel stof tot groote blijdschap, want het kindeke van Maria ontvangt een naam, door God gegeven : „Gij zult Zijn Naam heeten Jezus, want Hij zal Zijn volk zalig maken van hunne zonden". Zijn naam moet wezen openbaring van Zijn Wezen en vertolker van Zijn werk. Gods Zoon op aarde zal Jezus heeten. Deze naam is de Grieksche vorm van het Hebreeuwsche woord Jozua. Hij beteekent: De Heere is heil. Jozua, de opvolger van Mozes, leidde eens zwervende stammen uit de woestijn naar het land, vloeiende van melk en honing. Jozua, de hoogepriester, was de leidsman der uit Babel keerende ballingen. Maar het kindeke van Maria zal wezen de ware Jozua, de Zaligmaker, omdat Hij Zijn volk zalig maakt van hunne zonden.
Wat wordt Gods wondere genade gezien in de gave van Zijn Zoon, in de gave van dezen Redder. Want God de Heere had den mensch geschapen goed en naar Zijn evenbeeld, in ware kennis, gerechtigheid en heiligheid, opdat hij God, zijn Schepper, recht zou kennen. Hem van harte liefhebben en met Hem in eeuwige zaligheid leven zou om Hem te loven en te prijzen. Maar de mensch had Hem verlaten, Hem de gehoorzaamheid opgezegd en geluisterd naar de stem van den verleider! En de zonde is ongehoorzaamheid, moedwillig ingaan tegen God, een aanranden van de heiligheid en majesteit Gods. Gods recht eischte den dood van den zondaar, en naar dat recht had God den mensch eeuwig kunnen verbannen uit Zijn gemeenschap om Zijn toorn te dragen. En Hij vervulde Zijn bedreiging, en de mensch werd uitgebannen uit het paradijs. Eer echter het oordeel uit Gods mond werd gehoord, klonk reeds het Evangelie aangaande het komende vrouwenzaad den gevallen mensch tegen. De Heilige Rechter was ook reeds de Ontfermer. Hij wilde Zelf de kloof overbruggen en de verzoening bereiden. De verlossing was voor den mensch een onmogelijke zaak. Menschenzonde moest door menschen gedragen, en menschenstraf door een mensch geleden. En wie zou doordragen en wegdragen de toorn Gods tegen de zonde van het menschelijk geslacht ? Niet één.
Maar de Heere had reeds terstond den Redder beloofd en de eeuwen hadden Zijn komst verbeid. En nu mag Jozef het hooren, dat het kindeke van Maria zal wezen de Redder, de Zaligmaker van Zijn volk! Welk een boodschap vol vertroosting. Want Hij zou worden en is geworden de eenige Redder.
Wat is het noodig, dit te leeren verstaan. Ja, allen tot wier verlossing Christus gezonden is, zijn in zichzelf verloren zondaren. Allen hebben gezondigd en derven de heerlijkheid Gods. De mensch, die een zondaar is, heeft naar Gods rechtvaardig oordeel tijdelijke en eeuwige straf verdiend. Gods Wet blijft van hem eischen volkomen vervulling en hij is onbekwaam en onwillig daartoe. Hij is geneigd God en den naaste te haten. Hij is lid van een afgevallen menschengeslacht en staat daarom als afvallige voor God, en maakt de schuld lederen dag meerder. Het oordeel Gods moet hem treffen, en het kind des Vaders is een kind des toorns geworden. De weg der menschheid gaat naar het graf, naar het oordeel, en wie zal bestaan ? Niet één.
Wat is het noodig in de Adventsweken daarbij stil te staan. Maar dan mag dit geen lippen-belijdenis blijven. Wij kunnen zoo belijden verloren te zijn, met een koud, onaandoenlijk hart. Wanneer God door Zijn Geest echter den mensch stelt voor den eisch Zijner Wet en doet verstaan dat de overtreder het oordeel moet dragen, gaat de noodkreet op : „Is er eenig middel om behouden te worden en de rechtvaardig verdiende straf te ontgaan ? " Dan wordt Gods recht erkend, maar daarin niet zonder meer gerust, doch gezocht de redding, de ontkoming, ja, de vernieuwing in Gods gunst.
Onder Israël was een volk, dat leerde hopen op het beloofde heil. Zij geloofden dat de nacht niet immer duren zou. Pleitend op de belofte, zagen zij uit naar den Beloofden Redder.
Het woord van den engel was Gods Evangelie voor hen: „Gij zult Zijn naam heeten Jezus, want Hij zal Zijn volk zalig maken van hunne zonden". God de Heere had Hem beloofd, en nu was Zijn komst nabij, de komst van den Zaligmaker. En Hij is gekomen en wat Zijn Naam vertolkte, dat is waarheid. Alzoo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eeniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een iegelijk die in Hem gelooft niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe.
Wie zal de hoogte en breedte en diepte en lengte peilen van de liefde Gods, geopenbaard in de gave van Zijn Zoon ? Hij kwam als Redder om Gods wet te vervullen en in de plaats van Zijn volk te bukken onder Gods recht. Wanneer de Heere Zijn Zoon geeft, dan geeft Hij Hem in de kribbe maar dan hangt Hij Hem ook aan het kruis. Dan geeft de Vader Hem den beker des lijdens, vol van Zijn toorn, en dan wil Hij dien drinken. Dan wordt Hij gehoorzaam tot den dood, ja, den bitteren dood des kruises. Hij komt niet om gediend te worden, maar om te dienen en Zijn ziel te geven tot een losprijs voor velen.
Hij is de Zaligmaker in de wegneming van de zonde, in de wegneming van de schuld van Zijn volk, in de verwerving van •de gerechtigheid en het recht op het eeuwige leven. Hij verkondigt Gods Raad tot verlossing. Hij offert Zich als priester. Hij rukt zondaren uit satan's macht en vergadert Zijn Kerk. Hij is de van God gegeven Redder ; gegeven tot wijsheid van God, en rechtvaardigheid, en heiligmaking en verlossing.
„Hij is gekomen om dooden levend te maken, om de schuldigen en veroordeelden te rechtvaardigen, om de vullen en onreinen te wasschen, om de verlorenen van de hel te verlossen, en hen, die met smetten overdekt waren, met Zijn heerlijkheid te bekleeden, en hen die door walgelijke zonden het verderf ten prooi waren, tot een zalige onsterfelijkheid te herscheppen". (Calvijn).
Hij is de van God gegeven Redder, die Zijn werk op aarde volbracht en nu door de prediking van Zijn Evangelie Zijn werk voortgang doet vinden. Het Evangelie is het getuigenis Gods aangaande dezen Jezus, den eenigen Redder, en door dat Evangelie en door Zijn Geest wordt het heil ook uitgewerkt. Vanuit Zijn hooge plaats in den hemel zendt Hij Zijn Geest uit en doet dooven hooren, maakt dooden levend, leert Hij de nood kennen en trekt Hij tot Zich. Hij verwierf niet alleen de mogelijkheid om zalig te worden voor Zijn volk, maar Hij maakt het door Hem verworven heil ook werkelijkheid. Hij zal Zijn volk zalig maken van hunne zonden en in Zijn arbeid vrede met God doen vinden. Hij is de Redder, Hij alléén.
Zijn Naam sluit alle andere namen uit. Moogt gij dat waarlijk leeren verstaan. Hij is een volkomen Zaligmaker. Hij brengt uit de schromelijkste armoede naar de heerlijkste rijkdom. Van alle waardigheid ontblooten leidt Hij naar de hoogste eer. Van onder de smadelijkste vervloeking voert Hij tot het diepst geluk in de gemeenschap met een verzoend God. Hij is alléén de Redder!
De kinderen van onzen tijd willen wandelen bij eigen licht. Zij dwalen en verdwalen. Zij kennen God niet, noch zichzelf, noch den eenigen Naam. Er is geen troost, geen vrede, geen uitzicht. De wereld gaat in de nacht! Maar het Woord van Gods ontferming wordt nog gebracht. De eenige Naam wordt nog verkondigd. Wat is Hij voor u ?
Duisternis ligt over de volken. Er is nood en jammer, kommer en leed. Maar bovenal schuld. Moge de schuld worden gekend in deze dagen. Gods recht en de schuld zal moeten worden gekend door de volken en den enkeling.
Dan blijft geen andere weg over dan Gods genade in Christus Jezus. Dan wordt Zijn Naam een fontein van vertroosting. Hij heet Zaligmaker, omdat Hij Zaligmaker is.
De natuurlijke mensch wil Hem niet. Hij zoekt eigen gerechtigheid op te richten. Hij meent aan deugd en burgerlijke braafheid genoeg te hebben. Anderen willen zelf wat doen en verwachten van Hem aanvulling van hun vermeend tekort. Maar wij maken de schuld dagelijks meerder.
Dat zal moeten worden gekend. Maar dan kunnen onze gebeden, tranen evenmin, redden. Zelfkennis is noodig, schuldbelijdenis is noodig,
verootmoediging is noodig. Maar niet als voorwaarde, als rechtgeving.
Hij redt uit loutere genade Zijn volk. En wie als een arm verloren zondaar tot Hem komt en zijn verloren zaak voor Hem neerlegt, wordt niet uitgeworpen. Laat in uw bidden en smeeken uw be­geerte uitgaan naar Hem.
Hij redt een verloren volk. Hij liet Zich zenden en niet sparen. Hij liet Zich veroordeelen en bespotten. Hij liet Zich kruisigen en dooden, Hij liet Zich verdoemen voor een schuldig volk, opdat er voor hen zou wezen verzoening en vrede, behoudenis en zaligheid. Hij is de Zaligmaker. Er is een vrije toegang tot Hem. Hij noodigt: Komt allen tot Mij, die vermoeid en belast zijt! Hoort Zijn Woord! Moogt gij hopen op Zijn Woord. Om het heil bij Hem te zoeken.
Wanneer alles ontvalt, wordt in Hem een volkomen Zaligmaker gevonden. 't Behoeftig volk in hunne nooden, In hun ellend' en pijn, Gansch hulpeloos tot Hem gevloden, Zal Hij ten redder zijn.
d. H.

de L.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 december 1936

De Waarheidsvriend | 10 Pagina's

MEDITATIE

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 december 1936

De Waarheidsvriend | 10 Pagina's