VRAGEN BUS
Vraag: Hoe komt het, dat in Psalm 136 telkens weer dezelfde woorden terug komen, wat bij het voorlezen van dien Psalm wel heel eigenaardige moeilijkheden geeft, als men telkens weer diezelfde woorden hardop lezen moet.
Antwoord : Het eigenaardige van Psalm 136 is, dat inderdaad telkens weer hetzelfde gezegd wordt. Want telkens wordt herhaald: „Want Zijne goedertierenheid is in der eeuwigheid". In de 26 verzen wordt het 26 maal herhaald, wat bij het voorlezen inderdaad iets eigenaardigs geeft en wel z; 'n bezwaren meebrengt. Nu moeten we bedenken, dat dit lied voor tempelzang gemaakt is. En wanneer dat lied in den tempel gezongen werd, droeg het tempelkoor het eerste deel van het vers voor, waarop de gemeente telkens antwoordde met gelijkluidenden beurtzang. De eerste gedeelten van al de verzen zijn dan ook heel goed achterelkaar te lezen (zonder 26 maal te herhalen „want Zijne goedertierenheid is in der eeuwigheid") ; ze vormen één, samenhangend, historisch geheel, waarin de groote daden Gods worden bezongen. We krijgen dan : „Looft den HEERE, want Hij is goed, looft den God der goden, looft den Heere der heeren; dien, die alleen groote wonderen doet; dien, die de hemelen met verstand gemaakt heeft; dien, die de aarde op het water uitgespannen heeft; dien, die de groote lichten heeft gemaakt, de zon tot heerschappij op den dag, de maan en de sterren tot heerschappij in den nacht; dien, die de Egyptenaren geslagen heeft in hunne eerstgeborenen en heeft Israël uit het midden van hen uitgebracht, met eene sterke hand en met een uitgestoken arm ; dien, die de Schelfzee in deelen deelde en voerde Israël door het midden van dezelve ; Hij heeft Farao met zijn heir gestort in de Schelfzee; die Zijn volk door de woestijn geleid heeft, die groote koningen geslagen heeft, en heeft heerlijke koningen gedood, Sihon den Amorietischen koning en Og, den koning van Basan, en heeft hun land ten erve gegeven, ten erve Zijnen knecht Israël; die aan ons gedacht heeft in onze nederheid en Hij heeft ons onzen tegenpartijders ontrukt, die aan alle vleesch spijs geeft. Looft den God des hemels, want Zijne goedertierenheid is in der eeuwigheid !”
Zóó krijgen we een prachtig geheel, dat ook ten nauwste m de deelen bij elkaar hoort (let op de tusschenwoordjes en, en, die het ééne met het andere verbinden).
Maar zooals we boven reeds zeiden, we moeten hier bedenken, dat het een beurt-zang was bij Israël. Het tempelkoor zong het ééne (het eerste gedeelte van elk vers) en de gemeente beantwoordde deze zang van het koor met haar lied, dat steeds (26 maal achter elkaar) luidde:
„Want Zijne goedertierenheid is in der eeuwigheid”.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 januari 1937
De Waarheidsvriend | 18 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 januari 1937
De Waarheidsvriend | 18 Pagina's