Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

STAAT EN MAATSCHAPPIJ

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

STAAT EN MAATSCHAPPIJ

HET HEIDENDOM

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een van de gebeurtenissen van de laatste dagen, die de bijzondere aandacht, zoowel hier te lande als in het buitenland getrokken heeft, is de verzoening, welke is tot stand gekomen tusschen den Duitschen Rijkskanselier Hitler en den veldheer uit den wereldoorlog, veldmaarschalk Ludendorff.
Zooals bekend is, was er verwijdering tusschen beide mannen ontstaan, doordat laatstgenoemde, zoo nu en dan de vrijheid nam de nationaal-socialistische buitenlandsche politiek van den Rijkskanselier te bestrijden.
Nu is het opmerkelijke van de gebeurtenis, dat de verzoening op hetzelfde oogenblik plaats vond, als waarop de strijd tusschen Staat en Kerk in Duitschland een nieuw stadium intrad.
Daardoor zoekt men tusschen beide feiten verband.
En dat dit verband in werkelijkheid aanwezig is, blijkt uit de aankondiging, waarmede de veldmaarschalk, die de meest principieele en hardnekkige bestrijder van het Christendom is, zich tot zijn aanhangers richt en daarin zegt : „de leider en rijkskanselier heeft de beperking opgeheven, welke de philosofisclie activiteit van mij en mijn huis belemmerde." Of met andere woorden, generaal Ludendorff kreeg van den Rijkskanselier de toezegging, dat hij zijn actie voor het moderne heidendom op dezelfde wijze als te voren zal mogen voortzetten.
De Nederlander herinnerde er dezer dagen aan, hoe Ludendorff in het Duitschland van de latere jaren niet als militair, maar als bestrijder van het Christendom invloed heeft uitgeoefend. Tezamen met zijn vrouw, die een aantal anti-christelijke boeken heeft geschreven, die in gemeenheid nauwelijks zijn te overtreffen, heeft de oude generaal getracht zijn heidensche denkbeelden over geheel Duitschland te verspreiden. Hij belijdt „een Duitschen God" en de familie-advertenties in het door hem uitgegeven tijdschrift bevatten aankondigingen van de geboorte van een Duitschen heiden.
Ludendorff is ook de man, die de uitgifte bevordert van briefkaarten, bedrukt met het volgende gedicht:
„Nicht Katholik, noch Protestant, Nur Deutsche gibt's in Deutschem Land. Nichts gilt uns Bethlehem und Rom, Der Deutsche Wald ist unser Dom. Und frei führt uns aus Not und Nacht Der Gott, der tief in uns erwacht”.
Of vertaald : „Geen Katholieken of Protestanten, slechts Duitschers zijn er in het Duitsche land. Bethlehem en Rome beteekenen niets voor ons. De Duitsche bosschen zijn onze kerk. Uit de ellende en uit de duisternis leidt ons naar de vrijheid de God, die in ons ontwaakt”.
Zoo is het Christelijk geloof de grootste vijand van het Duitsche volk.
Het Christelijk geloof moet worden vernietigd. De Christelijke Doop moet worden verboden en het belijden van Christelijke waarheden moet in Duitschland gelden als de ergste der misdaden.
In die richting wenscht Ludendorff het Duitsche volk in geestelijk opzicht één te maken.
De Christelijke Kerk gaat in Duitschland een zwaren tijd tegemoet. Een tijd van dreiging en van vervolging. De Kerk beseft zulks. Zij roept het Christenvolk op om te getuigen van haar onwrikbaar geloof en tegen de machten van het ongeloof.
Hoe groot de nood in Duitschland is, moge blijken uit de Paaschboodschap, die de leiders der Belijdenisbeweging in Duitschland tot de Kerk hebben gericht naar aanleiding van het gevangen zetten van predikanten in concentratiekampen.
Naar de bladen berichten, heeft de politie een inval gedaan in de kantoren van de beweging in het Westen van Berlijn en een aantal exemplaren van de „boodschap" in beslag genomen.
In het stuk wordt volgens de „Daily Telegraph” o.a. gezegd :
Wij bevelen onze broeders en zusters in concentratiekampen en gevangenissen aan in de genade van God, die de Overwinnaar is. Wij bidden Hem, dat Hij door hen Zijn naam zal verheerlijken. Wij herinneren aan de predikanten en geloovigen, die uit hun gemeenten zijn verdreven, en de gemeenten, waar tengevolge van deze actie het woord van God niet langer kan worden gepredikt. Wij weten niet, wie de volgende zal zijn, die wordt geroepen om zijn eer, vrijheid en aardsch toestaan op te offeren voor den naam van Christus. In dezen tijd van verdrukking rust de plicht van het verkondigen van Gods woord op de leeken ; zij moeten niet bevreesd zijn, hoewel zij bedreigd worden met vervolging, welke ook den heer Bunker, den voorzitter van den Broederraad der belijdenisbeweging te Glosgau in Silezië in het concentratiekamp heeft gebracht.
Zoo blijkt, dat de Kerk in Duitschland niet buigt voor den dwang van den Nationaal-Socialistischen Staat.
Duitschland onder Nationaal-Socialistisch regime voor het heidendom.
Ook in Nederland gaat het met het Nationaal-Socialisme denzelfden kant uit.
Nieuw Nederland is voor het moderne heidendom reeds een tribune.
Duitschland zij voor Nederland een baken in zee.
 

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 april 1937

De Waarheidsvriend | 10 Pagina's

STAAT EN MAATSCHAPPIJ

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 april 1937

De Waarheidsvriend | 10 Pagina's