Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

VRAGEN BUS

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VRAGEN BUS

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Vraag : Kunt ge ons iets naders zeggen van den Heiligen Geest; is Hij een Persoon of een kracht; hoe hebben wij het ons voor te stellen als Hij genoemd wordt de derde Persoon van het Goddelijk Wezen en als Hij genoemd wordt de adem, de kracht, de werking Gods ? Is Hij iemand of is Hij iets? persoonlijk of onpersoonlijk ?
Antwoord : Wij beginnen met te herinneren aan Deut. 29 : 29 : „De verborgen dingen zijn voor den Heere onzen God". We staan op heiligen grond en moeten voorzichtig zijn. Wij, menschen, mogen over de hemelsche Majesteit Gods maar niet denken en spreken alsof we met aardsche dingen te doen hebben. God is God en wij zijn menschen. Laat ons dat dus wél bedenken. Ook in het dagelijksche gebed van den christen komt het uit, dat wij in Christus wél mogen zeggen „Onze Vader", maar dat we tegelijk moeten zeggen „Die in de hemelen zijt". (Sla hier eens, even Zondag 46 van onzen Heid. Catech. op!).
Maar dat alles wil nu niet zeggen, dat wij van het Goddelijk Wezen niets weten ; want o ! wonder. Hij die in de Hoogte woont wil woning maken in het harte des menschen, die een zondaar is ! En als dus de Hooge God zóó laag wil nederdalen, om bij ons en in ons te wonen — Wonen staat er — dan mogen we ook den Heere kennen (wat niet 't zelfde is als begrijpen, maar dan toch kennen; Hij is niet de groote Onbekende voor Zijn volk, voor Zijn kinderen; die mogen zeggen „Onze Vader"). (Lees hier nog eens het antwoord op vr. 120 in de 46ste Zondagsafdeeling !)
Als wij nu als christen spreken over den Drieeenigen God, noemen wij Hem Vader, Zoon en Heilige Geest, en zeggen wij, dat er is één Goddelijk Wezen, onderscheiden in drie Personen. Drie Personen dus. Want de Heilige Geest is óok Persoon, met een persoonlijk bestaan, gelijk de Vader en de Zoon.
Zondag 8 van den Catechismus (wat is de Catechismus toch een mooi boekje en wat moesten we allen moeite doen om ook woordelijk te kunnen zeggen, wat de Catechismus ons leert!) zegt: Hoewel er maar één éénig Goddelijk Wezen is, noemen wij toch den Vader, den Zoon en den Heiligen Geest, omdat God Zich alzoo in Zijn Woord geopenbaard heeft, „dat deze drie onderscheidene Personen de éénige, waarachtige en eeuwige God zijn.
Omdat het in den Bijbel, in de Schriften staat spreken wij menschen van drie Personen. Omdat God Zelf ons dat dus geopenbaard, onthuld, bekend gemaakt en gezegd en geleerd heeft.
Als nu de Heilige Geest een kracht, of de adem Gods genoemd wordt en met de wind en de adem vergeleken wordt, dan is dat een openbaringsvorm, om ons het Wezen van den derden Persoon nader bekend te maken.
Op 't Pinksterfeest — om daarbij nu maar te blijven — wordt gesproken van een geweldig gedreven wind. De wind is niet de Heilige Geest. En de Heilige Geest is niet wind. Want het is maar een wijze van spreken, als door den Heiligen Geest Zelf in de Schrift 2nilke woorden gebruikt worden. Dan doet de Heilige Geest om ons door zulk een beeldspraak Zich Zelf aan ons nader voor te stellen, te openbaren en bekend te maken opdat wij Hem zullen kennen en in Hem ons leven, onze vreugd en zaligheid vinden, genomen uit Christus.
De wijze van bestaan van den derden Persoon van het Goddelijk Wezen is dus als de kracht en de uitgang van den adem van Vader en Zoon.
De Vader is de eeuwige Vader van onzen Heere Jezus Christus, Die alles geschapen heeft door Zijn almachtige kracht. De Vader heeft van eeuwigheid gegenereerd den Zoon. Die Zoon is niet geboren of gemaakt, maar we hebben .hier te spreken van de eeuwige generatie. Er is een eeuwige Wezenséénheid met onderscheiding van Personen. De Zoon is de eeuwige natuurlijke Zoon des Vaders.
En zoo hebben we ten opzichte van den derden Persoon van het Goddelijk Wezen, zijnde de Heilige Geest, te spreken van den eeuwigen uitgang van Vader en Zoon ; of, om een vreemd woord te gebruiken : de spiratie, de Geestuitgang.
(Zoo spreken we van Spiritus Sanctus ; OOK van Inspiratie enz.).
Daar is een eeuwige uitgang van den Heiligen Geest, uitgaande van den Vader en den Zoon. En daarom wordt dit voorgesteld als de adem of het geblaas des monds.
In de eeuwige generatie des Zoons en In de, eeuwige spiratie des Heiligen Geestes dieper door te dringen vermogen wij niet en betaamt ons niet. Denk maar weer aan Deut. 28 : i29 ! Maar wat ons geopenbaard is moeten we weten en betrachten.
Zoo weten we van de werking des Heiligen Geestes meer. En is 't dan, dat in den naam-adem, of Geest, of wind, of kracht het persoonlijke van den Heiligen Geest niet zoo scherp uitkomt en op den voorgrond treedt, omdat het eerder „iets" dan „iemand" lijkt — de werken des Heiligen Geestes zijn van persoonlijken aard, in samenwerking, maar óók in onderscheiding van Vader en Zoon.
Ten opzichte van het wezen van den derden Persoon van het Goddelijk Wezen is alles dus onzichtbaar, ongrijpbaar, ontastbaar — vandaar de naam Geest. En het mag ons niet al te zeer verwonderen, dat vroeger en ook nu aan den Geest een persoonlijk bestaan werd en wordt ontzegd. , Als we ons hier niet willen laten onderwijzen door de geopenbaarde dingen in Gods Woord ons gegeven, dan raken we den rechten weg kwijt. Daarom is het des te meer noodig om de Schriften te onderzoeken en den Heiligen Geest te kennen als Persoon, deelhebbend aan Zijn werken.
Hij is de Trooster. Hem wordt verstand en wil toegekend. Hij spreekt, onderzoekt, oordeelt. Hij doet persoonlijke werken; Hij leidt, leert, onderwijst, bedroeft, troost, wederbaart, heiligt.
Hij is eeuwig, alomtegenwoordig (Ps. 13i9 : 7) alwetend, almachtig (1 Cor. 12:4—6), Hij treedt op en werkt in de schepping (Gen. 1 ; Ps. 33 : 6) in de onderhouding aller dingen (Ps. 104 : 30) ; in de zalving (Jes. 61 : 1), overtuiging van zonde (Joh. 16 : 8), wederbaring, leiding in de waarheid, verheerlijking (Joh. 15 : 26) enz.
Hem wordt dan ook goddelijke eere toegebracht b.v. doopen in Zijn Naam. Ook kan men Hem bedroeven en tegen Hem zondigen. We worden in Zijn Naam gezegend (2 Cor. 13 : 13).
Is Zijn uitgang (Joh. 15 : 26; Gal. 4:6; Rom. 8 : 9) van. den Vader en den Zoon ('t filioque „èn van den Zoon" was de kwestie tusschen de Oostersche-en Westersche Kerk), zoo weten we, dat de Vader de eerste, de Zoon de tweede en de Heilige Geest de derde Persoon is van het Drieeenig Goddelijk Wezen. Hij bestaat van den Vader en den Zoon, door Zichzelf, van eeuwigheid God zijnde. „In" den Heiligen Geest wordt alles voltooid totdat in de groote wedergeboorte de nieuwe hemel en de nieuwe aarde zal zijn geopenbaard en alles vol zal zijn van de kennisse Gods.
Voor alles wat op ons innerlijk leven betrekking heeft: wederbaring, vertroosting, leiding enz. danken we den Heiligen Geest, Die Geest heet, naar den aard van het geestelijk werk, het heilig werk Gods, dat 't meest intiem is.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 juni 1937

De Waarheidsvriend | 10 Pagina's

VRAGEN BUS

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 juni 1937

De Waarheidsvriend | 10 Pagina's