Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

STAD EN LAND

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

STAD EN LAND

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een achterhoeksche dichter, Willem Sluyter, van Eibergen, wiens verzen eens door 't gansche Vaderland werden gelezen, is de groote verheerlijker geweest van de natuur.
In het land, waar hij thuis hoorde, in den Achterhoek, was het bij de vromen vaak de gewoonte om aan tafel ééns in den Bijbel en ééns in Willem Sluyter te lezen. Hij had in zijn gedichten de volkstoon gegrepen en was tevens een verklanker van hun gemoedelijke vroomheid. In Eibergen was men vroeger gewoon op de christelijke feestdagen in gezelschap bijeen; te komen met 't doel liederen van Sluyter aan te heffen, waarbij achtbare mannen dan voorzongen.
Dan hoorde men b.v. zingen:
Het daghet in het Oosten, 'Het licht schijnt overal. Laat ons Uw licht vertroosten, O Jezus, hier in 't Dal.
Bij het spinnewiel hoorde men Sluyter's liederen galmen en de roggemaaiers zeiden onder het maaien menigmaal heele stukken op met de gedichten van vader Sluyter.
Reeds als jongen hield hij van zwerven in de vrije natuur en in dien tempel van ongekorven hout is de zanger geboren. Hij mocht zoo gaarne wandelen langs de kronkelende Berkel, voorbij golvende korenvelden, door heide en bosch, maar hij wist toch ook als Bunyan, dat hij volbracht een pelgrimsreize naar de eeuwigheid, en vroeg woonde 't heimwee in zijn hart naar het Vaderhuis met z'n vele woningen, waar zijn moeder, die reeds stierf, toen Willem nog geen 10 jaar was, juichte met de zalige engelen. Zij had bij haar zoon een diepen indruk achtergelaten ; ze kon zoo schoon vertellen uit den Bijbel en kende een schat van liedjes, die ze zong met zachte stem, en met iets weemoedigs in de klank als van een, die vroeg uit het leven zal scheiden.
Willem zou dominé worden en daarom kwam hij als student in de stad. Hij studeerde theologie te Utrecht onder den beroemden Voetius. Maar hij werd dominé te Eibergen in zijn geboortestad. Hij hield niet van de stad. Zijn eerste dichtwerk is louter een verheerlijking van het land boven de stad. Hij betitelde het: „Buitenleven, aanwijzende, hoe men op een eensame plaets vernoegt mag leven, meer dan in 't gewoel van groote aansienlijke Steden".
Dit gedicht vangt hij aldus aan :
Gij die gedurig gaet betreden De straten van uw trotse Steden, En leeft, na uw begeerlijkheid. Bij al des werelds heerlijkheid : En onder dies uw seer verwonderd, Hoe ik alhier dus afgezonderd. Op zulk een plaetsje woonen mag, Daer noyt uw oog yets cierlijks zag.
Die roept als of gij groot gelijk hadt, Hoe komt gij woonen in dit slijkgat ? Ik moest er sterven voor mijn tijt. H op : te wijt gaet di vterijw oud shr Houd op : te wijt gaet dit verwijt, AI schijnt het u hier slecht en olijk. Ik leev' er wel vernoegt en vroolijk, En wensch in vreed' op mijn manier Mijn leven zoo te eynden hier.
Hij heeft voor de stad geen goed woord over :
De lust om prachtige gebouwen En straten vol van volk t' aenschouwen, 't Gewoel, 't geloop, 't gekoop, 't geprael. Kan ik verachten altemael.
Sluijter kent voor de stad slechts afkeer, hij laat haar drukte en overdaad, haar trotschheid en verleiding, haar weelde en dartele zonden, haar hoogmoed en pracht. Hij vindt 't vreeselijk, dat de stedeling de zon nooit ziet opkomen en de ochtendzang der vogelen nimmer hoort. Hij heeft van hem geen hoogen dunk en beweert :
't Onlustig stad-volk wil niet op. Tot dat men haer van 't bedde klopp'. 't Genoegen dat zij 's morgens rapen. Is in 't vergapen en verslapen. Van 't eelste des daegs op 't meest. Welk 't lichaem hinder en den geest.
De jaargetijden brengen den stadbewoner niet hun eigenaardige geneugten : de heerlijkheid van den zomer gaat aan hem voorbij, en met den winter is hij heelemaal verlegen.
De stad ziet de dichter als een kweekplaats van zonden : van overdaad en jaloezie, van staat-en baatzucht, van nijd en tweedracht, van afgunst en slechte begeerte, van 's levens grootheid, vleeschesdienst en oogenlust.
Men mag wel letten op zijn saken. Die 't elk aldaer te pas sal maken. Men raekt er dikwijls in verschil. Men zij zoo vreedsaem als men wil.
Men komt heel selden bij malkander. Of d' ene mensch wrijft af van d' ander Een schelfer van zijn menschlijkheid ! O ! waer 't ook van vleeschlijkheid !
Daartegenover is het buitenleven louter heerlijkheid. Daar verkeert de mensch in Gods onmiddellijke nabijheid ; men leeft er als 't ware onmiddellijk uit Gods hand. En de dichter roept uit :
Ik kies de Beemden en 't Geboomt, Daer 't verschet water lieflijk stroomt, Daer 'zit ik neer om wat te rusten, Of ga al wand'lend mij verlusten.
Hoe zoet is 't, 's morgens op het singen Der vog'len, uyt het bedd' te springen. En dan te sien, wat, tot Gods lof, Is uitgesproten in den hof !
We hebben dezen landdichter even laten spreken, omdat niet alleen hij, maar ook veel anderen hun afkeer van de groote stad hebben doen blijken.
Ze is immers niet alleen 't brandpunt der cultuur, maar ook 't brandpunt der zonde, der ongerechtigheid en der misdaad.
Nooit heeft de groot-stad haar dubbel karakter kunnen verloochenen.
Nog zijn de wereldsteden de centra der beschaving en ontwikkeling, maar óók van de verleiding en de ontwrichting.
New-York en Londen, Berlijn en Moskou, Chicago en Parijs, het moderne Babel, spreken met stentor stem een taal van menschelijke hoogheid en grootheid, zoowel als van ontaarding en laagheid.
Velen zijn gekomen tot een verachting van de kameleon-gestalte der groote steden, hebben in de cultuur slechts achteruitgang gezien en daarom de leus aangeheven : Terug tot de natuur !
(Rott. Kerkbode, Geref. Kerk).
 

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 juli 1937

De Waarheidsvriend | 10 Pagina's

STAD EN LAND

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 juli 1937

De Waarheidsvriend | 10 Pagina's