Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

RONDOM DE LEESTAFEL

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

RONDOM DE LEESTAFEL

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

DE DIALECTISCHE THEOLOGIE, door ds. J. G. Feenstra. Uitgave : J. H. Kok te Kampen.
De dialectische theologie is de theologie van Karl (Barth, door velen hoogelijk geprezen als het ééne ware, door anderen weer scherp veroordeeld als het slechtste van het slechte. In elk geval is zij waard om eens kalm en rustig, principieel en goed georiënteerd bekeken te worden. Dan zal men zien, dat er tegenover het subjectivisme, van welken kant ook komend, veel goeds in is, maar men zal tegelijk zien, dat er door de abstractie in het transcendente veel in is, dat wij niet gebruiken kunnen. Dan heeft Calvijn ons dezelfde dingen, naar de objectiviteit van toet Woord en de immanentie van den Heiligen Geest anders en beter geleerd. „Ik ben God en gij zijt menschen", klinkt door in alles bij Calvijn en Barth, maar de relatie tusschen God en mensch en de plaats en de waarde van het Woord is anders — en beter — bij Calvijn, dan bij Barth.
Wij zijn blij, dat ds. Feenstra, die pas in z'n kleine boekje „Dogmatische Hoofdlijnen", en daarna in z'n grootere boekje ,,De Dordtsche Leerregels" (en ook in „Heilige Geschiedenis") heeft getoond, dat hij de dingen rakende ons Gereformeerd gelooven kort en duidelijk weet te zeggen, nu een klein boekje schreef over de Barthiaansche theologie. Nu kunnen vooral onze jonge menschen, die wat verdragen kunnen, aan 't werk, en de bestudeering en bespreking van dit boekje (het boek van ds. Berkouwer is veel grooter, dat is meer een studieboek en hoofdbron in deze) kan tot groot nut zijn.
De Feenstra heeft voor z'n boekje dit schema: hij bespreekt eerst de historische achtergrond en staat stil bij den naam en teekent ons de reactie, die hier te bespeuren valt. Het woord dialectisch wil laten voelen, dat we moeten praten tot op den bodem toe, dat we daartoe heen en weer praten moeten, omdat er meer dan één kant aan de zaak is. En wat hier de zaak betreft: we komen tot de werkelijkheid, dat God, Die een geheel ander Wezen is dan de mensch, tot ons spreekt, ons aanspreekt, een gesprek met ons houden wil, waarbij maar niet één draad wordt uitgesponnen zonder meer, om ons rechtlijnige oplossingen te geven, maar ons wil laten voelen, dat alleen met stelling en tegenstelling, de diepte van de problemen en van de waarheid gevoeld kan worden, waarbij de mensch een zoo geheel ander wezen is dan God : God transcendent, staande aan de andere zijde, en wij zijn menschen, op aarde !
De dialectische theologen maken het ons dan ook niet gemakkelijk, met het kruisen van de gedachten-reeksen, met het ja eenerzijds en het neen anderzijds, met de paradoxale spreekwijzen, waarbij het eene waar is, maar het andere óok waar. Denken we aan de brandende braambosch, dan hebben we de braambosch brandt, er is vuur — en tegelijk de braambosch verbrandt niet : ja — en neen tegelijk! Beide zijn waar, dat is de paradox. (En de waarheid is paradoxaal en ligt in het hoogere midden ! God houdt met ons een gesprek (dia beteekent ook: tusschen, of op een afstand ) in Zijn openbaring ; dan komt de verticale lijn door de horizontale lijn ; dan slaat de bliksem in ; dan komt Gods Woord en raakt ons. Maar daarmee „hebben" wij de waarheid niet. Het is weer: ja en neen. De paradox nabij — en op een afstand!
Maar dan lezen we b.v. Deut. 30 vers 11—14: „Want dit is het gebod, dat Ik u heden gebiede, dat is voor u niet verborgen en dat is niet verre". „Want dit woord is zeer nabij u, in uwen mond en in uw hart, om dat te doen". God heeft tot ons gesproken, nabij ons is het Woord des Heeren, dat een lamp voor onzen voet, een licht op ons pad is ; gezangen zijn de inzettingen des Heeren in het land van onze vreemdelingschap. Het Woord des Heeren is niet „ja" en „neen", maar het is voor ons „ja"' en „amen". Natuurlijk weten we wel, dat het reactie is, wat Barth leert; reactie op het platvloersohe rationalisme, waarbij de mensch alles weet, alles narekent, alles verklaart; en op het subjectivisme van het mysticisme, waarbij de vrome mensch alles in z'n binnenste uitpluist en alles bezit en spreekt alsof men een god ware.

Ook is het reactie op het redeneeren a la Hegel, die stelling en tegenstelling, these en antithese, pantheïstisch ineen laat vloeien, alsof wat boven is, beneden rondwandelt en wat beneden is, naar boven opklimt, en elke scheidingslijn is uitgewischt in de oplossing van alle problemen. Ook de ethische theologie liet alles versmelten in den vromen mensch, waarbij de mensch en God als tot één samenvloeien.

Maar hoe gerechtvaardigd de reactie is op alle vroom gedoe, van wie ook, en alle rationalistische hoogmoed, die al het goddelijke doodt in de materie, toch is de lijn van Barth niet Schriftuurlijk. En aan het Woord hebben we ons vast te houden in de reactie, maar om bij de waarheid te blijven.

Zoo krijgen we H de karakteristiek van de dialectische theologie, die naar voren treedt hij de bespreking van 1. de souvereiniteit Gods, en '2. de paradox (blz. 13—200. Vervolgens komen dan in, De dogmatische consequenties:1. de Bijbel; 2. de prediking ; 3. de openbaringsgeschiedenis; 4. Jezus Christus ; 5. de prsedestinatie ; 6. de rechtvaardigmaking. Dan krijgen we IV. De ethische consequenties : 1. de heiligmaking ; 2. het vereenigingsleven. En in V. volgt: e conclusie.
Wij bevelen dit boekje zeer hartelijk aan. Of dan het laatste woord gesproken is ? Neen ! Maar, wie meespreken wil, leze dit geschrift, klein en overzichtelijk en duidelijk. Dan kan men goed georiënteerd verder gaan.

VADERLANDSCHE KERKGESCHIEDENIS­
Deel III : De Hervorming, door ds. G. van der Zee. Uitgave : J. H. Kok, Kampen.
Hartelijk aanbevolen. Prachtig materiaal als studieboek. Uitnemend geschikt voor onze Vereenigingen.
Men zie : Kerkelijke Rondschouw, in dit no.

DE LEVENSROMAN VAN Dr. H. COLIJN
door Rudolf van Reest. Uitgave : Bosch en Keuning te Baarn.
Een kloek boek. Kloek van omvang, kloek van uitvoering en een boek, dat gaat over een kloeken held, niemand minder dan onzen ministerpresident, die zich door Gods genade mag verheugen in een schier onbeperkt vertrouwen van duizenden en duizenden, die zeggen : „Vader Colijn is als een wachter in den nacht en hij is een held des daags." Wat een sterke persoonlijkheid. Wat een zelfbeheersching, rust, kalmte, vertrouwen, kracht!
En tja — daaraan is een heele geschiedenis verbonden. En Rudolf van Reest heeft zich tot taak gesteld om ons een „levensroman" van de­zen grooten staatsman en kloeken christen, met wereldreputatie te geven. Een verhaal dus waarin heel z'n leven beschreven wordt, met naspeuring van de oudste brieven en de verst gelegen gebeurtenissen, om zoo te komen tot den tegenwoordigen minister-president.
Zijn voorgeslacht moeten we zoeken onder dat eenvoudige, stoere volk van Nederland, dat om des geloofs wille vervolgd en getreiterd is geworden door het verwaande, zeifgenoegzame, onverdraagzame liberalisme. Hij is een kind van de Afscheiding in 't land van Heusden en Altena. Hij behoorde in zijn familie tot „de munt, die niet gangbaar was in Nederland". Zelf uit een geloovig geslacht heeft hij het geloof der vaderen als een levend bezit zijner ziele mogen leeren kennen, zij 't niet zonder strijd en worsteling, zonder aanvechtingen van twijfel en ongeloof, en hoe hooger hij in positie klom, hoe meer het geloof hem tot sterkte mocht worden en hoe meer hij er ook voor heel z; 'n omgeving getuigenis van mocht geven. Die de „levensroman" leest wordt dikwijls aangegrepen door ontroering, omdat het leven, dat zoo vol bewogenheid is geweest, door God zoo rijk gezegend is geworden en telkens de teere, innige belijdenis van den Naam des Heeren doorklinkt. Dr. Colijn is geen man geweest, die altijd buiten schot gebleven is, die altijd voor eigen tractement gezorgd heeft, die maar luk raak van de hak op de tak sprong en dan niets anders dan de vinnigste critiek voor anderen over had — neen, juist het tegenovergestelde, door Gods genade. Gelijk dat nóg uitstraalt, door Gods gunst, uit heel zijn persoonlijkheid en ai z'n doen en laten. Staatsman-Evangeliebelijder. Held van ijzer en staal — en teer christen.
De „levensroman" van dr. H. Colijn is een mooi boek. Of er niet enkele ietwat banale benamingen en omschrijvingen zouden kunnen worden gemist ? Wat ons betreft wel. Maar het komt, omdat gepoogd is ons te brengen in het allereenvoudigste, opdat ook daardoor te meer het rechte licht zou vallen op héél het leven van den held van het boek. Innige, intieme dingen worden ons verteld. En we hebben ze stil gelezen. Woorden, brieven, getuigenissen — om stil onder te worden. En dan de Indische periode, met de zoo moeilijke jaren, ons zoo breed beschreven — we zouden er heele bladzijden van willen afschrijven. We zouden ook wel willen, dat er gedeelten uit werden voorgelezen op de Vereeniging van onze jongens en meisjes. Jonge menschen, leest de levensgeschiedenis van groote mannen, van christenhelden, van dr. Colijn. In die geschiedenis spreekt God tot ons.
Weet ge wat mee het geheim is van de rust, van de zelfbeheersching, van de kracht, van die sterke persoonlijkheid, van onzen minister-president ? Dat zegt ons zijn vroegere levensperiode in Indië, dat zegt ons zijn tegenwoordige werkkring als de eerste staatsman van Nederland, als de man die met alle volkeren in relatie staat — dat zegt z'n jeugd en dat zegt z'n ouderdom : Gods Woord te lezen, bij Gods Woord te leven, uit Gods Woord wijsheid en sterkte te putten ; uit Gods Woord, dat dagelijks onderzocht wordt; uit den Bijbel, die steeds vlak bij hem op z'n schrijftafel ligt.
Waar dit boek voornamelijk gaat over de eerste 40 jaren van dr. Colijn zal het wellicht velen in zooverre tegenvallen, dat zij niet den geheelen dr. Colijn geteekend vinden. Maar dat kon ook niet. Dat was ook niet de opzet van het boek. Dat wordt bewaard voor de tijd die na deze dagen komt.
De Uitgever zorgde voor een prachtig boek, rijk geïllustreerd, met tal van foto's die het intieme van het boek verraden en die zoo dankbaar door de lezers bekeken worden.
 

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 oktober 1937

De Waarheidsvriend | 10 Pagina's

RONDOM DE LEESTAFEL

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 oktober 1937

De Waarheidsvriend | 10 Pagina's