Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

MEDITATIE

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

MEDITATIE

NIET GEWETEN

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Toen nu Jakob van zijn slaap ontwaakte, zeide hij: „Gewisselijk is de HEERE aan deze plaats en ik heb het niet geweten !" Genesis 28 vers 16. d

De tegenwoordigheid des Heeren, die in Jakobs droomgezicht op de hemelladder hem te aanschouwen gegeven was, was iets meer, was iets anders, dan hij ooit had gedacht. De Heere, in het midden der engelen Gods, die als gedienstige geesten daalden en klommen, om Jakob te dienen, te bewaren, te zegenen, en daarbij die zegenspraak van 's Heeren eigen lippen : „Ik geve u den zegen Abrahams; Ik ben met u en Ik behoed u overal, waar gij gaat; en Ik zal u niet verlaten, totdat Ik zal gedaan hebben, wat Ik tot u heb gesproken !"
De Heere, zoo in gunste tegenwoordig op Jakobs pad met Zijn heilige engelen, om Jakob te hoeden en te zegenen; neen, dat heeft hij niet geweten!
Hij heeft het niet kunnen denken, dat de Heere zóó tegenwoordig kon zijn op zijn pad en op deze plaats. Hij lag hier immers om zijn zonde. Hij lag hier als een zondaar! Wel was, van moeders lijf af, zijn begeerte geweest naar den zegen Abrahams, naar het erfdeel der geheiligden. Maar ach! hij heeft er naar gedongen als naar een handelsartikel; voor zijn linzenmoes kocht hij het eerstgeboorterecht. Hij heeft er naar gekropen als een dief in 't donker. Hij heeft zijn blinden vader misleid. Hij heeft met Ezaushanden en in een Ezauskleed, en dan nog op Jakobs manier, op bedriegelijke wijze, geronseld om den zegen des Heeren! En een Kaïnsgevoel meer dan een Abrahamsvrede moet zijn hart hebben vervuld, toen hij op den steen ging liggen om te slapen. „Gij hebt mij verdreven en ik zal voor Uw aangezicht verborgen zijn, en ik zal zwervende en dolende zijn op de wereld".
En nu die ladder en die woorden des Heeren ! O, dat heeft Jakob niet geweten. Dat kon hij niet weten, dat had hij nooit kunnen denken ! O, aanbiddelijke genade! Vrije verkiezende liefde! Gadelooze ontferming !
„Ik heb het niet geweten!"
De tegenwoordigheid, de nabijheid des Heeren is iets meer en iets anders, dan wij denken. Hij laat maar niet zonneschijn en regen komen, en nacht en morgen. Hij zorgt maar niet voor brood en water, weg en lot. Neen, maar Hij is met Zijne engelen Zelf tegenwoordig in den weg Zijner gunstgenooten! Dag en nacht. Hij blikt op hen. Het goddelijk oog belonkt hen. Hij geeft Zijn engelen bevelen van hen. Het beweegt zich alles voor hen. Van den hemel tot de aarde. Al het schepselenheir. Op Zijn bevelen. Om hunnentwil. Heel de gang der historie, van Adam tot het einde, is berekend op hen. Hun eigen weg wordt gebaand voor hen heen. Totdat de Heere alles aan hen gedaan heeft, wat Hij in Zijn liefde gesproken heeft.
Als de Heere daar één blik op gunt, dan wordt alles voor hen zoo anders : „Dat heb ik niet geweten !"
En die gunst van hun God is bijzonder op de plek der verlating. Wanneer alle
dingen later tégen Jakob zijn, dan is de dag daar, waarop hij Jozef aan 't hart zal drukken. Wanneer David in Ziklag zal omkomen, — dan is de ure daar, dat hij tot koning zal worden uitgeroepen.
O, die dagen der verlating! Als de ziele kermt: „Ik ben afgesneden van voor Uw oogen!" Als het hoofd op den steen moet liggen, die niet één der tranen indrinkt, maar er even hard en koud om blijft! Dan bidt Elia : „Neem mijne ziel weg !" Benauwde dagen, bange nachten, zieleklachten Wat kan een verlaten mensch ellendig zijn! En in dien weg der verlating is voor Zijn gunstgenooten de Heere ! In dien nacht staat de ladder des lichts geplant ! Zoo 't oog er voor geopend wordt, dat de Heere hier Zijn liefde openbaart en betoont, dan gieten wij over dien steen der verlatenheid onze olie in aanbidding voor God uit: „Dat heb ik niet geweten !"
En hierbij moet dikwijls gevoegd worden de belijdenis : „dat kon ik niet weten, want ik heb mijn weg verdorven voor den Heere!"
Hoevelen, in wier ziel de Heere, van vroege dagen af, een drang, een trek naar Zijn gunst, dienst en zaligheid gelegd heeft, hebben het verzondigd! O, wat al geknoei, wat al kromme wegen voor God, wat al vermenging van natuur en genade! Wat een onheilig staan naar verzekering ! Wat blijft er van den dienst, van de vreeze, van de aanbidding des Heeren bij hen over ?
Daar is een plaats der verlating, waarin de Heere al Zijn gunstgenooten voor het eerst of bij vernieuwing brengt. Dan is het een afgesneden zaak! Vroeger konden zij er nog doorkomen, maar dan niet meer. Alle verzekering vlucht voor de ontdekking hunner schuld en ellende. Dan kan daar een steen zijn in die plaats, op welken zonder hope, maar in duizend vreezen, in overtuiging van volslagen verwerpelijkheid, het hoofd moet worden neergelegd.
O, ellendigen, zondaars, veroordeelden door 't rechtvaardig vonnis Gods daar is nog één uitzicht: de Heere is voor Zijn ellendig volk aan diè plaats. Daar leert Hij hun den Christus kennen. Daar is het Huis Gods, daar is de poort des hemels ! Dat hebt gij niet geweten ! Dat had gij nooit kunnen denken, dat de Heere dezulken verkoor en bemint, en zaligt, 't Is ongelooflijk ! De vrije genade is dan ook niet te ontdekken bij eigen licht.
De Heere geve één lichtstraal uit vrije gunst aan den verwerpelijken Jakob, — dan zinkt hij in aanbidding weg ; — dan kent hij waarlijk iets van zijn God, en hij zegent die plek, dien steen, dien de Ontfermer hem gunde: „Dat heb ik niet geweten!"
L.
J. E.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 oktober 1937

De Waarheidsvriend | 10 Pagina's

MEDITATIE

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 oktober 1937

De Waarheidsvriend | 10 Pagina's