Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

STAAT EN MAATSCHAPPIJ

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

STAAT EN MAATSCHAPPIJ

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

DE TWEEDE LEZING
De tweede lezing over de voorstellen tot Grondwetsherziening heeft de vorige week in de Tweede Kamer plaats gehad.
Van de acht wetsontwerpen, die met elkander de verandering in de Grondwet bevatten, strekkende :
I. wijziging van het inkomen der Kroon ;
II. verlaging van de schadeloosstelling en het pensioen van de leden der Tweede Kamer;
III. opening van de mogelijkheid tot benoeming van Ministers, die niet met de leiding van een departement belast zijn ;
IV. aanvulling van de bepalingen van het Kiesrecht in dier voege, dat de absolute, wiskundige evenredigheid in de toekomst niet meer behoeft te worden gehandhaafd ;
V. wering van (.revolutionaire) volksvertegenwoordigers, die een streven tot uitdrukking brengen, gericht op verandering van de bestaande rechtsorde met toepassing of bevordering van onwettige middelen ;
VI. openen van de mogelijkheid tot instelling van openbare lichamen voor beroep en bedrijf ;
VIl. beperking van parlementaire onschendbaarheid, vermeerdering van het aantal gronden voor uitsluiting van hel passieve kiesrecht en verandering van eenige andere artikelen in de Grondwet (verzamelontwerp);
VIII. aanvulling van de bepalingen overgangsrecht, van kregen zes van de wetsontwerpen, de nummers I, II, III, IV, VI en VIII, de vereischte meerderheid van twee derde der stemmen, terwijl de wetsontwerpen V en VII de eindpaal niet konden bereiken.
Door dezen uitslag is van de voorstellen der Regeering tot verandering in de Grondwet, die op zichzelf reeds weinig beteekenden, niet veel meer overgebleven.
De belangrijkste wijzigingen toch : de mogelijkheid tot het vervallen verklaren van revolutionaire volksvertegenwoordigers, de wering van personen, die politieke misdaden hebben gedaan en de opheffing van de parlementaire onschendbaarheid van Kamerleden terzake van opruiing of schending van geheimen, kwamen niet tot stand.
En daarmede was het mooie van de voorstellen af.
Het moet intusschen verbazen, hoe groepen uit de Kamer, als b.v. de Vrijzinnig-Democraten en de Christen-Democraten, die er prat op gaan, de gaafheid van het parlementaire stelsel te willen hoog houden, hun stem weigerden uit te brengen voor maatregelen, die dienen moeten om beroepsopruiers, die nota bene het Kamerlidmaatschap slechts beschouwen als de publieke tribune, van waar zij hun revolutionaire propaganda kunnen voeren, uit de vertegenwoordigende lichamen te verwijderen.
En wat hier gezegd kan worden van beroepsopruiers, geldt in niet mindere mate de politieke misdadigers en zij, die van hunne politieke onschendbaarheid gebruik maken om op te ruien of geheimen te openbaren.
De Democraten van links, die krachtig willen vasthouden aan het parlementaire stelsel en dié zich keeren tegen ontaarding en ondermijning daarvan, hadden nu eens door daden kunnen toonen, dat het parlementaire stelsel inderdaad voor hen van waarde is.
Zij lieten echter de gelegenheid voorbijgaan tot schade niet alleen voor het behoud van de goede parlementaire zeden, maar ook voor de handhaving van het gezag van de Overheid.
De tweede lezing over de voorstellen tot Grondwetsherziening heeft geen voordeel gebracht voor 't politieke leven van Nederland.
Het parlementaire stelsel leed ernstige schade.

HET VACCINATIE-PROBLEEM
Het vaccinatie vraagstuk is een nieuwe phase ingetreden.
Zooals bekend is, werd na het jaar 1928, tengevolge van het encephalitis-gevaar de vroeger beslaande indirecte vaccine-plicht herhaaldelijk opgeschort. De opschorting had dan meestal voor enkele jaren tegelijk plaats. Het vorige jaar echter werden de bepalingen van de Besmettelijke Ziekte-wet slechts voor één jaar buiten werking gesteld.
De reden daarvan was — aldus de toenmalige Minister van Sociale Zaken : „opdat in den loop van het volgend jaar een principieele behandeling van het vaccinatie-probleem aan de orde kan komen".
Bij de behandeling van de Wet van 31 December 1936 bleek wel, dat het de bedoeling van den Minister was, om bij gelegenheid van de principieele behandeling de knoop door te hakken en de vaccinatie weer verplichtend voor te schrijven.
Dit gevaar is thans van de baan.
In de Memorie van Toelichting nopens het dezer dagen ingediende Wetsontwerp tot het opnieuw verlengen van den geldigheidsduur van tijdelijke bepalingen betreffende de vaccinatie, vervat in de Wet van 11 Februari 1928, zegt de tegenwoordige Minister van Sociale Zaken, dat hij het met zijn ambtsvoorganger eens is, dat het vaccinatie-probleem principieel aan de orde behoort te worden gesteld, doch dat hij meent, dat hiermede een aanvang moet worden gemaakt door de instelling van een Staatscommissie, aan welke wordt opgedragen te onderzoeken:
1°. of het wenschelijk is de bestaande bepalingen betreffende den vaccinatieplicht, waarvan de werking is opgeschort, hetzij terstond, hetzij geleidelijk weder in werking te doen treden, en, zoo deze vraag ontkennend wordt beantwoord,
2°. of het wenschelijk is deze bepalingen te doen vervallen, zonder dat tot eenige nieuwe regeling van de vaccinatie wordt overgegaan, dan wel
3°. of het wenschelijk is ten aanzien van de vaccinatie een nieuwe regeling te treffen, en zoo ja, hoe zij behoort te luiden.
In afwachting nu van het door de Staatscommissie in te dienen rapport acht de Minister het noodzakelijk een opschorting van de bepalingen der Besmettelijke Ziekte-wet betreffende de vaccinatie voor den duur van twee jaren voor te stellen.
Natuurlijk is het te verwachten, dat in de Tweede-en Eerste Kamer dit voorstel er maar niet zoo zonder meer zal doorgaan.
De voorstanders van den vaccinatiedwang zullen nog wel een hartig woordje over het probleem hebben te spreken.
Wij voor ons achten den weg, die het Kabinet ten opzichte van een oplossing van het vaccinevraagstuk inslaat, de beste.
Echter zal de Regeering wel nauw moeten toezien op de samenstelling der Staatscommissie.
In die commissie zullen ook de tegenstanders van den vaccine-plicht niet mogen worden gemist.
De Staatscommissie zal breed moeten worden samengesteld.
Dan zal het mogelijk worden het vaccinatie-probleem eindelijk tot een oplossing te brengen.
 

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 oktober 1937

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

STAAT EN MAATSCHAPPIJ

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 oktober 1937

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's