Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

AUGUSTINUS

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

AUGUSTINUS

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

De onrustige, die rust vond.....
Aurelius Augustinus werd geboren op 13 November 354 te Thagaste in Numidië (Afrika). Zijn vader was ambtenaar, en afkomstig uit een heidensche omgeving, in tegenstelling met zijn moeder, die in een christelijk gezin opgevoed was. Na een lagere school te hebben doorloopen, waar het onderwijs niet heel veel te beteekenen had, zette Augustinus zich tot de studie der Latijnsche schrijvers, die de liefde van zijn hart hadden. Het was in dien tijd, wilde men in de wereld iets bereiken, noodzakelijk, zich toe te leggen op de Latijnsche letterkunde. In allerlei opzicht heeft Augustinus kennis gemaakt met de wereld van zijn dagen. Het heeft geen zin, nauwkeurig na te speuren, in hoeverre hij is opgegaan in hel wufte leven van zijn tijd. Wel staat vast, dat de omgang met slechte vrienden hem weleens gebracht heeft tot dingen, die hijzelf later diep betreurd heeft. Men leze er zijn Belijdenissen maar eens op na. Zijn vader bekommerde zich niet om het slechte leven, dat zijn zoon leidde, doch zijn moeder was hij een voorwerp van veel gebed. Voor den troon der genade worstelde zij om de ziel van haar kind.
Naast de schaduwzijde, die Augustinus' studentenleven onmiskenbaar vertoont, was er toch ook een lichtkant, die bestond in het kennis nemen van een geschrift, dat voor Augustinus' visie op het aardsche leven ongetwijfeld van beteekenis geweest is. Wij hebben hier een boek van Cicero op het oog, dat helaas verloren gegaan is. Toch kennen wij, aan de hand van mededeelingen van Augustinus, er de strekking nog van, en weten, dat het aanspoorde tot liefde voor iets hoogers, dat onderscheiden was van het zinnelijke dezer aarde, met al haar zorgen en kommer. Al heeft het boek met waarachtig 496 christelijke beginselen niets gemeen, 't brengt Augustinus toch vele woorden zijner moeder te binnen. Ook was zijn wijsgeerige bezinning aanleiding tot een ernstiger levenswandel.
Geenszins wendt Augustinus zich na deze wijziging in levensopvatting aanstonds tot het christendom. Integendeel. Hij wordt lid van de secte der Manichaeërs, die zich weliswaar als christelijk aandiende, maar in den grond van de zaak puur heidensch was. Men zou haar een zeer vrijzinnig christendom kunnen noemen. Negen jaar lang heeft Augustinus zich voor deze beweging geïnteresseerd. Eindelijk echter werd hij van de holheid en het quasi-wetenschappelijke dezer secte overtuigd en brak hij met haar, zij het aanvankelijk nog niet geheel.
Na eenigen tijd als leeraar in zijn vaderstad te hebben vertoefd, ging hij naar Carthago, en vandaar naar Rome, waar volgens Augustinus' vrienden zijn gaven meer tot hun recht zouden kunnen komen. Slechts een half jaar heeft hij te Rome gewoond. Toen nam hij een benoeming aan als leeraar in de welsprekendheid te Milaan. Hier komt Augustinus in aanraking met den bisschop Ambrosius, wiens prediking niet nalaat op hem grooten indruk te maken. Waren er in Augustinus' vroeger leven ook wel eens gevoelens van hooger aard opgedoken, — zij hadden geen wortel geschoten, aangezien zij niet van be slist christelijken aard geweest waren. Thans was dit anders, en door Gods genade toonde Augustinus zich gegrepen en geboeid door de woorden van den bisschop, die ontleend waren aan het Woord van God. Zoo kwam Augustinus langzamerhand tot de zuiverder kennis van de Waarheid Gods. We zeggen „langzamerhand", want 't proces van Augustinus' bekeering heeft verschillende stadia doorloopen. Want tijdens zijn belangstelling voor de prediking van Ambrosius, voelde hij zich ook bijzonder aangetrokken tot de neo-platonische philosophic. Eerst later leerde hij het principieel onderscheid zien dat er bestaat tusschen de wijsbegeerte als zoodanig en het Evangelie.
Het verhaal van Augustinus' bekeering is te overbekend, dan dat wij het hier in den breede behoeven te schetsen. Men kan het vinden in het achtste boek zijner Confessiones oftewel Belijdenissen. ^) Ontroerend schoon is de verhooring van het gebed van Augustinus' vrome moeder Monica. Heel haar leven had zij oprecht gebeden om het behoud van de ziel harer zoon, en kennelijk heeft zij ervaren, dat God haar ootmoedig smeeken gehoord en vervuld heeft. Van groot belang lijkt het ons, er op te wijzen, dat Augustinus op het moment zijner bekeering, dat duidelijk valt aan te wijzen, verwezen wordt naar de Heilige Schrift, met name naar Romeinen 13 en 14. Hoeveel Augustinus ook over eigen leven moge hebben medegedeeld, — het treft ons, dat hij op het allerbeslissendste moment zijns levens heenwijst naar het Woord van God, dat in deze oogenblikken zijn kracht, steun en toevlucht is geweest. Uit dit alles blijkt de echtheid zijner bekeering.
De positie van leeraar in de welsprekendheid heeft Augustinus na zijn bekeering laten varen. Met zijn zielsgelukkige moeder zou hij naar Afrika terugkeeren, doch zij stierf spoedig. Nog een jaar ongeveer bleef Augustinus te Rome, waar hij, nu hijzelf tot het inzicht gekomen was van de dwalingen der Manichaeërs, materiaal verzamelde voor een boek, dat hun leeringen bestreed. De juiste titel is: Levenswijze in de Kerk en die bij de Manichaeërs.
In Afrika werd Augustinus de ziel der Kerk. Te Hippo werd hij tot presbyter benoemd. Tegen Paschen 391 werd hij als zoodanig gewijd. Augustinus is de eerste presbyter in Afrika geweest, die gepreekt heeft, want dit was in de Westersche Kerken iets, dat alleen aan bisschoppen was toegestaan. Honderden preeken zijn er van Augustinus bewaard gebleven, zoodat wij daaruit methode en inhoud kunnen leeren kennen. Een en ander wijkt wel een weinig af van de gebruiken, die wij thans kennen. Zoo werd de preek in dien tijd staande aangehoord ; zij was kort, en had nu en dan het karakter van een vraag- en antwoordenspel : de redenaar vroeg wat, en het antwoord werd hem van alle kanten toegeroepen ; ook werd de spreker herhaaldelijk door applaus onderbroken, zoodat hij met het voortzetten van zijn betoog even wachten moest, totdat de bewijzen van instemming waren bedaard. Meer interessante bijzonderheden zouden op te disschen zijn. doch de belangstellende lezer heeft de gelegenheid, alles meer in het bijzonder te bestudeeren.
Vijf en dertig jaren heeft Augustinus zijn ambt met groote energie, bekwaamheid en toewijding uitgeoefend. Zeer veelzijdig zijn de werkzaamheden geweest, die hij verricht heeft : vooral na zijn benoeming tot bisschop in 395. Bekend is, hoe Augustinus geijverd heeft voor een uitstekende armenverzorging. Het werk der barmhartigheid vond in hem een krachtige bevorderaar. Ook aan het huisbezoek werd de noodige aandacht besteed. Een vaste gedragslijn werd hierin gevolgd. Publiekelijk werden grove zonden aan de kaak gesteld en bestraft. Uit alle gegevens, die ons ten dienste staan om Augustinus' arbeid en tijd te onderzoeken, blijkt telkens, dat hij in den waren zin van het woord kerkvader geweest is. „Zooals Bach gecomponeerd heeft in verband met den dienst op zijn orgel te Leipzig, heeft Augustinus geschreven naar aanleiding van de
gelegenheden van zijn herderlijke zorg".
Geen gelegenheid liet Augustinus voorbijgaan, op te treden tegen alle schisma en ketterij. Behalve zijn critiek op de Manichaeërs, waarvan wij reeds melding maakten, en waarmede hij voortging, voerde hij een heftigen strijd met de Donatisten, die zich van de Kerk van dien tijd hadden afgescheiden, en zelfs zóó ver gingen, dat zij allen, die tot hen overkwamen, opnieuw doopten. De Donatisten, die meer weg hadden van Mohammedanen dan van christenen, verzetten zich krachtig tegen de officieele Kerk hunner dagen en tegen de Overheid, en hierin vonden zij Augustinus op hun weg, die in woord en geschrift streed voor de vrede in de Kerk. Onwillekeurig bracht de strijd mee, dat Augustinus zich bezinnen moest op verschillende stukken van leer en leven. Met name door het Donatisme kwam hij tot uiteenzettingen over de Kerk en den doop, terwijl zijn strijd met de Pelagianen tot gevolg had, dat hij genoopt werd, de kwestie van erfzonde en genade grondig te bestudeeren. En van groot belang is het, dat Augustinus zulks gedaan heeft in het licht van het Woord van God. In dit opzicht heeft hij in de Kerk baanbrekend werk verricht. Door de ketterij werd de Waarheid openbaar. Door het publiceeren van vele geschriften heeft Augustinus de Kerk van later eeuwen ten zeerste aan zich verplicht. Wie het register inziet, dat voorkomt in de voortreffelijke editie van Calvijn's Institutie, gegeven door prof. Sizoo, staat verbaasd over de vele malen, dat Calvijn den kerkvader aanhaalt. Met groote vrucht schijnt Calvijn de werken van Augustinus te hebben bestudeerd. Bijna 250 aanhalingen uit Augustinus' geschriften komen er in de Institutie voor ! De waarde van Augustinus' arbeid kan wel niet duidelijker worden geïllustreerd. Ook blijkt hieruit, dat Augustinus' arbeid voorbereidend geweest is, zonder welken de Reformatie niet zou hebben kunnen teruggrijpen naar het verleden, dat uit dezelfde beginselen reeds begeerd had te leven. In de historie vond Calvijn grond voor zijn stelling, dat hij niet iets nieuws aan de orde begeerde te stellen, doch alleen wilde teruggrijpen naar de beginselen, die in de eerste Christelijke Kerk waren beleden. Naar de mate der omstandigheden zijns tijds had Augustinus hetzelfde gedaan. Dat Calvijn op allerlei gebied meer heeft kunnen presteeren, moet mede toegeschreven worden aan de ontwikkeling der eeuwen, die ook voor de Kerk haar beteekenis heeft.
Uit Augustinus' levenswijze zou voor ons veel te leeren zijn. Hij beoefende zijn vroomheid. In al zijn handel en wandel kwam het uit, dat hij een oprecht christen was, die Gods geboden wenschte te betrachten. Zijn kleeding was eenvoudig ; zijn maaltijd sober. Sterk was zijn afkeer van kwaadspreken, en er zou meer te noemen zijn, dat ons een kijk zou kunnen geven op Augustinus' vromen zin.
28 Augustus 430 ontsliep Augustinus, in den leeftijd van bijna 76 jaar. Juist werd toen Hippo door de Vandalen belegerd. De wensch van Augustinus, gedurende de laatste dagen zijns levens geheel alleen gelaten te worden, heeft men volkomen geëerbiedigd. Boetepsalmen van David had hij laten uitschrijven, en tegen den wand laten zetten, zoodat hij die vanuit zijn bed lezen kon. Zoo stierf de man, die in Gods Kerk een groote roeping te vervullen gehad heeft, en die nog steeds moet worden genoemd, wanneer het gaat over den strijd, die Gods Kerk gehad heeft, om te komen tot de zuiverheid van belijdenis. Hoeveel er door mannen als Augustinus en Calvijn ook in dezen bereikt is, — wij mogen nimmer meenen, dat thans alle strijd gestreden is. Nog steeds is des Heeren Woord een bron, waaruit ook nieuwe schatten kunnen worden voortgebracht.
Wanneer wij een overzicht wenschen van hetgeen Augustinus geschreven heeft, dan kunnen wij bij hem zelf terecht. Op 73-jarigen leeftijd heeft hij een bibliographie samengesteld, waaruit o.m. het volgende blijkt : in het geheel publiceerde Augustinus 101 werken, verdeeld in 250 boeken, voorwaar geen kleinigheid ! Verder zijn nog enkele honderden brieven over, en 363 preeken. Zijn hoofdwerken zijn ongetwijfeld zijn Belijdenissen en De Stad Gods.
Wie heel Augustinus' leven overziet, komt tot het inzicht van de waarachtigheid van de inmiddels klassiek geworden woorden, die hij in den aanvang van zijn Belijdenissen neerschreef : „Heere, ons hart is onrustig, totdat het rust vindt in U".


¹) Men neme de mooie uitgave van dr. Sizoo, die bij de firma Meinema in Delft verscheen.
²) Gaarne wijzen wij in dit verband op : Dr. A. Sizoo, Het leven van Augustinus, Delft 1929 (Meinema), aan welk voortreffelijk boek ook door ons verschillende gegevens zijn ontleend. De lezing van dit boek beteekent een geestelijke verrijking.
³) O. Noordmans, Augustinus, Haarlem 19'33. (Ook dit boek is zeer belangrijk).

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 november 1937

De Waarheidsvriend | 10 Pagina's

AUGUSTINUS

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 november 1937

De Waarheidsvriend | 10 Pagina's