Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

STAAT EN MAATSCHAPPIJ

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

STAAT EN MAATSCHAPPIJ

HET VACCINATIE-VRAAGSTUK AAN DE ORDE.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Onze lezers zullen zich uit ons artikel van 28 October herinneren, dat wij er toen de aandacht op vestigden, dat, wanneer geen nieuwe wettelijke regeling betreffende de opschorting van de indirecte vaccineplicht getroffen wordt, op 31 December a.s. de bepalingen van de Besmettelijke Ziekten-wet met betrekking tot de vaccinatie weer automatisch in werking treden, d.w.z. dat dan de vaccinatie opnieuw verplichtend wordt gesteld.
Ten einde dit laatste nu te voorkomen, aldus schreven wij op 28 October, heeft de Regeering, die van oordeel is, dat het niet aangaat de indirecte vaccineplicht telkens voor een of twee jaren op te schorten en die van meening is, dat eindelijk eens het vaccinatie-probleem principieel aan de orde behoort te worden gesteld, zich voorgenomen de benoeming van een Staatscommissie te bevorderen, die in opdracht zal krijgen te onderzoeken :
1°. of het wenschelijk is de bestaande bepalingen betreffende de vaccinatieplicht, waarvan de werking is opgeschort, hetzij terstond, hetzij geleidelijk weder in werking te doen treden, en, zoo deze vraag ontkennend wordt beantwoord,
2°. of het wenschelijk is deze bepalingen te doen vervallen, zonder dat tot eenige nieuwe regeling van de vaccinatie wordt overgegaan, dan wel
3°. of het wenschelijk is ten aanzien van de vaccinatie een nieuwe regeling te treffen, en zoo ja, hoe zij behoort te luiden;
en heeft zij voorts besloten, dat in afwachting van het door deze commissie in te dienen rapport de bepalingen der Besmettelijke Ziektewet, betreffende de vaccinatie, opnieuw bij wettelijk voorschrift zullen worden opgeschort en wel voor den duur van twee jaren.
Zooals verwacht kon worden, hebben deze voorstellen der Regeering bij het onderzoek van het ontwerp van wet, houdende „verlenging van den geldigheidsduur van tijdelijke maatregelen betreffende de vaccinatie" in de afdeelingen der Tweede Kamer bij een groot aantal leden en wel bij hen, die van opschorting der meergenoemde bepalingen niet willen weten, ernstig verzet uitgelokt. Men achtte de instelling van een Staatscommissie overbodig omdat het vaccinatievraagstuk, voor zoover de medische hygiënische zijde betreft, voor een beslissing volkomen rijp is, terwijl wat de principieele zijde betreft bestudeering door een commissie, als de Regeering zich voorstelt tot geen enkel resultaat kan leiden. De Regeering beschikt over de adviezen van den Gezondheidsraad en kan daarmede volstaan. De leden der Kamer, die deze opmerkingen maakten, achtten voorts de oplossing van het vaccinatievraagstuk urgent. De vaccinatietoestand van ons volk is op het oogenblik zeer slecht. Naar zij meenden, kan het aantal ongevaccineerden veilig op twee millioen worden geschat, onder wie een millioen schoolkinderen. Hiervan is groot gevaar te duchten.
Of de zaak nu zoo eenvoudig staat als de voorstanders van de vaccinatieplicht wel meenen, is te betwijfelen. Het is gemakkelijk te zeggen, dat het vaccinatievraagstuk voor een oplossing rijp is, doch de Regeering heeft daaraan weinig, wanneer verzuimd wordt om aan te geven voor welke oplossing die rijpheid aanwezig is. En evenzoo staat het met het vaccinatie-probleem, bezien vanuit het standpunt der deskundigen. Zeker, er bestaat bij een zeer groote meerderheid der medici eenstemmigheid over de wenschelijkheid der vaccinatie, maar die eenstemmigheid strekt zich allerminst uit tot de vraag op welke wijze een behoorlijke vaccinatie-toestand van ons land kan worden verkregen. En om op die vraag het juiste antwoord te kunnen geven, heeft men niet alleen noodig te kennen het oordeel van hen, die zich meer in het bijzonder bezig houden met de medisch-hygiënische zijde van het vraagstuk, maar is 't ook noodig te weten, hoe over het vraagstuk van staatkundige en staatsrechtelijke kant wordt gedacht.
Daarom zal de Staatscommissie, welker instelling de Regeering wil bevorderen, en dit is ook de meening van den Minister van Sociale zaken tot wiens departement de afdeeling Volksgezondheid" behoort, van zoo ruime samenstelling moeten zijn, dat daarin naast medici, leden met staatsrechtelijke en staatkundige scholing zullen moeten worden opgenomen. Zulk een samenstelling der commissie alleen waarborgt, dat de Regeering een devies ontvangt, waarbij het zeer moeilijke vaccinatie-probleem van alle kanten in onderling verband is bekeken.
Intusschen zal er dezer dagen nog wel een warm woord over het vaccinatievraagstuk, zoo spoedig het verlengingswetsontwerp in openbare behandeling komt, in de Tweede Kamer gesproken worden.
De voorstanders van den vaccinedwang zullen het er niet bij laten zitten.
 

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 december 1937

De Waarheidsvriend | 10 Pagina's

STAAT EN MAATSCHAPPIJ

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 december 1937

De Waarheidsvriend | 10 Pagina's