Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

STAAT EN MAATSCHAPPIJ

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

STAAT EN MAATSCHAPPIJ

PERICULUM IN MORA

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Bij het Lager Onderwijs zijn het een tweetal onderwerpen, die in den laatsten tijd bijzonderlijk in onderwijskringen de algemeene aandacht hebben, n.l. de te hoog opgevoerde leerlingenschaal, die voor de intellectueele vorming der leerlingen schadelijk zou zijn, en het groote overcompleet onder de jonge onderwijzers, waarvan het gevolg is een omvangrijke werkloosheid bij deze aktebezitters.
Beide onderwerpen hangen met elkander nauw samen. Zij zijn als 't ware van elkander het gevolg.
Toch zijn de onderwerpen niet van gelijke beteekenis.
Wat de leerlingenschaal betreft, wordt de schade, die daardoor aan het onderwijs wordt toegebracht, niet weinig overdreven. Zeker, het aantal van 40 leerlingen per onderwijzer, is voor de klassebezetting vrij hoog, doch vergelijkt men deze bezetting met die op de scholen b.v. in Engeland, waar van (Je 151000 schoolklassen volgens de Mededeelingen van het Centraal Bureau voor de Statistiek 60000, d.i. 40 % meer dan 40 leerlingen en blijkens dezelfde Mededeelingen ruim 10.000 klassen meer dan 50 leerlingen hebben, dan maakt de schaal bij ons in Nederland nog een dragelijk figuur.
Het eigenlijk nadeel, dat het onderwijs ondervindt, zit dan ook niet in de eerste plaats in de tegenwoordige leerlingenschaal, die naar wij hopen, zoo spoedig 's lands financiën dit toelaten, zal worden verbeterd, vooral om de overcomplete onderwijzers aan emplooi te helpen, doch in de omstandigheid, dat sedert het tot stand komen van de Lager Onderwijswet 1920, de in artikel 28 dezer wet vastgestelde leerlingenschalen ter zake van de bezuiniging herhaaldelijk en in sterke mate werden gewijzigd. De eerste bezuiniging was van 1923, de tweede van 1924. Daarna kwam een wijziging in de leerlngenschaal in 1929, gevolg door een wijziging in 1932. Nog eens werd bezuinigd in 1936, ruim één jaar geleden. Door al deze bezuinigingen en veranderingen wordt 't onderwijs geschaad, wordt onrust gesticht en loopt het onderwijs in de war. Daarom zal het zaak zijn, dat de leerlingenschaal niet eerder wordt gewijzigd voor en aleer de zekerheid bestaat, dat artikel 28 een behoorlijke tijd kan gehandhaafd blijven.
Naast het vraagstuk der leerlingenschaal staat dat van het overcompleet onder de jonge onderwijzers.
Hoe groot dit overcompleet is, is niet bekend. Berekend wordt dat 't tegen de 14000 loopt. Echter is het opmerkelijk, dat ondanks het groote overcompleet de onderwijzersopleiding toch nog voortgang heeft. Natuurlijk is het niet mogelijk en ook niet gewenscht om met het oog op het verloop en ook uit andere hoofde de opleiding geheel stop te zetten. Maar of het wijs is, dat de opleiding nog op ruime schaal plaats heeft, valt te betwijfelen.
Volgens de laatste gegevens van het meer genoemd Centraal Bureau voor de Statistiek, bleef naar den toestand van 16 Sept. 1937 het aantal kweekscholen onveranderd. En evenmin kwam er verandering in het aantal normaallessen.
Aan de 90 kweekscholen en de 14 normaallessen bedroeg op genoemden datum het aantal leerlingen in opleiding voor de onderwijzersakte in totaal 5536.
Terecht wordt daarom in de onderwijsbladen opgemerkt, dat in de huidige omstandigheden, nu er een geweldig overschot bestaat van jonge onderwijzers zonder betrekking, beperking van de opleiding beslist noodzakelijk is.
Hoe dit intusschen zij, het is een feit, dat er groote werkloosheid heerscht onder de jonge onderwijzers.
Ten deele is deze werkloosheid wel ondervangen door het instituut van „kweekelingen met akte", waardoor een kleine 4000 jonge onderwijzers op de school konden worden te werk gesteld. Echter is de financieele positie van deze kweekelingen dermate onvoldoende, dat verbetering op den duur niet kan uitblijven.
Zoo lazen wij onlangs van een jongmensch, 22 jaar oud, in het bezit van een diploma Uitgebreid Lager Onderwijs, akte Lager Onderwijs en hoofdakte, op het oogenblik bezig aan Middelbaar Onderwijs Engelsch, die sinds ruim twee jaar een volledige klas leerlingen voor zijn rekening heeft en die hij tot volle tevredenheid van het hoofd der school leidt. Tot 1 Januari 1937 ontving deze onderwijzer van het schoolbestuur een maandelijksche vergoeding van ƒ 12.50 voor zijn werk, daarna is deze toelage gebracht op ƒ 25.— p. maand.
Een dergelijke toestand is op den langen duur niet te bestendigen.
De verbetering stuit echter af op het kostenbezwaar.
Naast deze kweekelingen met akte staan verder nog de duizenden onderwijzers, die in het geheel geen emplooi hebben. Wel verleent de Minister van Financiën zijn medewerking door deze onderwijzers den voorrang te verleenen bij vacatures voor hulpcommies bij de belastingen, doch deze maatregel beteekent voor het groot aantal werklooze onderwijzers slechts weinig.
Daarom verdient het aanbeveling, dat de Regeering de pogingen steunt, die door de Onderwijzersorganisaties gedaan worden om de werklooze aktebezitters te helpen.
De Vereeniging van Christelijke Onderwijzers deed reeds herhaaldelijk een beroep op de Regeering om de helpende hand te bieden.
Laat de Regeering, wat in billijkheid gevraagd wordt, niet afwijzen.
Er is groote haast bij het werk.
 

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 januari 1938

De Waarheidsvriend | 10 Pagina's

STAAT EN MAATSCHAPPIJ

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 januari 1938

De Waarheidsvriend | 10 Pagina's