Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Onze Jeugdvereenigingen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Onze Jeugdvereenigingen

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zijn wij er al ?
Graag wilde ik in „De Waarheidsvriend" de aandacht van ouderen — maar vooral van jongeren — een oogenblik vragen voor onze Jeugdvereenigingen. Ieder begrijpt, dat ik het dan wil hebben over de Jongelings-en Knapen-, de Meisjes-en Jonge Meisjesvereenigingen. Nu hoop ik maar, dat die jonge menschen, die niets voor zoo'n vereeniging „voelen" — en dus dit artikeltje maar gauw willen overslaan — dit laatste toch nog even willen laten.
Want wat ik — als jonge J.V.-er — zeggen wil, is bestemd voor vereenigingsmenschen, maar net zoo goed voor lui, die geen lid zijn, of willen zijn.
Lees gerust door. Ik verbeeld me heusch niet, dat ik je zoo gauw lid zal maken, maar enkele minuten je aandacht, dat is toch niet te veel gevraagd ?
Misschien vind je het overbodige weelde, om over zoo'n vereeniging te praten. Maar is dit zoo ?
Och, dat — in de steden vooral — onze gebouwtjes in vergeten straatjes staan — en duizenden stedelingen van ons bestaan zelfs niet weten — is 't ergste niet. Maar dat zooveel jongelui, die (toch trouw naar kerk en catechisatie gaan, de jeugdvereeniging negeeren, is toch iets, dat wel even onze aandacht vraagt. Want als je de moeite ziet, die we doen moeten om één enkel nieuw lid te krijgen, dan vraag je je-zelf wel eens af : Zijn de jeugdvereenigingen, zooals wij die willen, eigenlijk niet uit den tijd ? De J. V. — heit woord gaat immers een onaangename klank krijgen. We zullen het er misschien wel naar gemaakt hebben, maar J.V. is voor velen toch synoniem met „Vereeniging van betweters, dooie dienders" en dergelijk fraais. Mem beschouwt het als éen van de vervelende dingen, waarmee het vorig geslacht ons heeft opgescheept.
Dat is dus het eene: we hebben de publieke opinie tegen — men voelt er niet voor, praat er niet eens over.
Anderen zeggen weer : „Ja hoor, 't zijn prachtige dingen — als je er zin in hebt — maar mij niet gezien !"
Dat zijn zij dus, die nooit lid worden. En zyn er op elke vereeniging ook niet, die toch eigenlijk nooit actief, met belangstelling mee­ doen ? Wier eenige verdienste in onze vergaderingen is, dat ze een dubbeltje per week betalen en een stoel bezetten ?
Ze worden eigenlijk ook nooit lid.
Hoe komt het nu, dat sommigen heelemaal wegblijven — en sommigen wèl komen, maar dat is dan ook de uiterste concessie die ze doen — en dat het altijd een bepaalde kern is, die 't werk doet ?
Een belangrijke vraag voor ons vereenigingswerk : Hoe komt dat ?
We kunnen nu heel gemakkelijk die vraag gaan oplossen op deze manier : We deelen onszelf in bij die kern — ziezoo, wij zijn buiten schot. En hoofdschuddend gaan we dan — in welgekozen woorden (vereenigingsterm!) — spreken over die kouden en lauwen.
Nietwaar, dat zijn dan de oppervlakkige jonge menschen, die over de ernstige dingen van het leven niet nadenken — die dingen weglachen. We zeggen een paar moderne dichtregels op — en — farizeesch genoeg ! — wij passen die op den ander toe :
Vergeet, vergeet ! waar ons hart om schreit. Lach! — en stoot glazen stuk tegen elkander!
Of ook — we zeggen het in onze vertrouwde woorden : het zijn de jonge menschen, die „voor de wereld" leven.
Ja maar — zoó zijn we niet klaar.
We zoeken de fout alleen bij den ander. Maar wij zelf ?
Behooren wij heusch tot die kern, die werkt ? En doen wij wat wij kunnen ? Is onze voorbereiding voor de vergaderingen in orde ? Bereiden wij ons wel voor onze vergaderingen voor ?
Nog eens : doen we genoeg ?
Begrijpen wij, dat het 'belangrijk is — ons vereenigingswerk ? Niet om de vereeniging zelf — of om, ons-zelf — maar om de vorming op de vereeniging. De opname van kennis — en de omgang — en het dispuut met anderen.
Heusch, menschen zonder vereeniging, jullie mist wat.
Maar wij, vereenigingsmenschen, mogen ons op onze taak wel even bezinnen — onze persoonlijke taak. Maar dan óok : bezin je op je taak — en werkwijze — als vereeniging. Ik geloof, dat we — door verkeerde dingen in onze vergaderingen — anderen vaak afstooten.
Kijk — juist omdat we aan Bijbelstudie de eerste plaats geven zijn er groote gevaren. De Bijbel wordt zoo gauw een boek vol kwesties voor ons — en we gebruiken de teksten als scherpgepunte steenen — om te gooien soms. Bijbelteksten — 't is materiaal voor ons. Wij „behandelen" ons hoofdstuk — maar luisteren we ook naar dit stuk — Gods Woord ?
Vergeten we niet vaak, dat we met onze Bijbelbespreking op heilige grond staan en onze voeten ontschoeien moeten ?
Want Gods Woord — dat is Gods stem — over ons leven.
O nee, dat is niet preekén op de J. V. of M. V. — alstjeblieft niet. Er zijn oefenaars genoeg in Nederland ! Maar dat beteekent wel : eerbiedig luisteren naar Gods stem — de schroom voor het heilige dus.
In' dien zin kan er op onze vereenigingen nog wel wat verbeterd worden — geloof ik. Als we propaganda willen maken — en we moéten het doen — dan zullen we eerst onze vergaderingen in dit opzicht zuiveren moeten. Van binnen-uit beginnen dus. Maar dan ook naar buiten werken voor uw vereeniging. Laat het niet aan anderen over. Geef je in het werk — en je zult zien dat je ontzettend veel ontvangt.
Velen van ons zijn te veel gesteld op een vereeniging, waar genoegen een uitroepteeken krijgt en de rest achteraan komt. Maar — het noodzakelijke sta voorop !
Laten we als jonge Hervormde vereenigingsmenschen toch samen werken om onze vereeniging zoó te maken, dat de naam van Christus, die we voor onze vereenigingsnaam zetten — en in ons vereenigingswerk noemen — geen ijdel gebruik en een bespotting (dus een aanklacht !) zij, maar een eerbiedige belijdenis.
Ik heb maar op iets in ons werk de nadruk gelegd. Misschien komt een volgend maal iets anders, uit ons werk naar voren.
Wie mij over deze dingen eens schrijven wil, noteere : Wm. Beukelszstraat 9b,
Rotterdam-Delfshaven.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 februari 1938

De Waarheidsvriend | 10 Pagina's

Onze Jeugdvereenigingen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 februari 1938

De Waarheidsvriend | 10 Pagina's