Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

UIT DE HISTORIE

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

UIT DE HISTORIE

BIJ DEN 350sten STERFDAG VAN PETRUS DATHENUS

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

II. Levensloop. (Slot).
1588 17 Maart 1938
Na enkele jaren in de Paltz te hebben vertoefd, komt Datheen in de Nederlanden (1566) Hoewel hij ook eenigen tijd in Holland heeft doorgebracht, arbeidde hij toch in hoofdzaak in Vlaanderen, dat destijds de hartader was van het Nederlandsche Calvinisme. Vooral in Vlaanderen, waar de vervolgingen zeer heftig hebben gewoed, is de palm onder de verdrukking gegroeid ! Het bloed der martelaren heeft der Kerk vooral hier overvloedig zaad geschonken. Ondanks den vreeselijksten tegenstand brak de Hervorming zich krachtig baan in het eertijds volkomen Roomsche land. In het jaar van Datheen's aankomst in de Zuidelijke Nederlanden werden er allerwegen hagepreeken gehouden. Terwijl ook uit dezen tijd de beeldenstorm dateert, waartoe Datheen beslist niet heeft aangezet, gelijk men wel heeft beweerd !
Hoofdzakelijk woonde Datheen te Gent, waar hij als vast predikant voorging in den Dienst des Woords. Hij was zeer gezien, en werd „de principaalste Minister der Calvinisten" genoemd.
Inmiddels steeg de woede van Philips van Spanje over den beeldenstorm ten top. De maatregelen tegen de Calvinisten werden scherper, zoodat deze omzagen naar middelen, om zich te verdedigen. Onder medewerking van Frederik III, keurvorst van de Paltz, werd er een leger gevormd, waarvan Prins Willem van Oranje het commando niet op zich nemen wilde. Deze was toen nog Luthersch, terwijl het optreden der Gereformeerden in den beeldenstorm op hem geen verheffenden indruk zal hebben gemaakt. De ondernomen opstand mislukte ; en de positie der Calvinisten werd hachelijker, vooral toen Alva zijn intrede deed. De kerken der Gereformeerden werden gesloten, zoodat Datheen zijn arbeidsterrein werd ontnomen. In 1567 keerde hij naar de Paltz terug, diep onder den indruk van het feit, zich niet tegen de onrechtvaardige tirannie te hebben kunnen verzetten.
Het tweede verblijf van Datheen in de Paltz duurt van 1567 tot 157i8. Spoedig na zijn terugkomst aldaar ondernam hij een reis naar Frankrijk, waar voor de tweede maal een burgeroorlog uitgebroken was tusschen de Hugenoten en de Hof partij. Als veldprediker werd Datheen met het leger, dat door den keurvorst ter beschikking gesteld werd, meegezonden.
Aan het Convent te Wezel (1568) heeft Datheen deelgenomen. Sommigen meenen, dat hij het presidium dezer vergadering heeft bekleed, wat echter niet met zekerheid te zeggen is.
In een strijd over de kerkelijke tucht, die in deze dagen gevoerd werd, bleek uit Datheen's houding, dat hij beslist koos voor de gereformeerde beginselen. En ook op dogmatisch gebied betoonde hij zich een vurig verdediger van de Calvinistische principes. Met name in een twistgesprek, dat Datheen in 1571 met de Wederdoopers gevoerd heeft, komt zijn diepgaande kennis en helder inzicht in de Gereformeerde waarheid duidelijk aan den dag.
Vóór en na de Synode van Emden, die van 5 tot 13 October 1571 gehouden is, heeft Datheen veel werk verricht. Aan de Synode zelf heeft hij waarschijnlijk niet deelgenomen, maar zijn geest is ongetwijfeld op de vergadering tegenwoordig geweest.
Van 1572 tot 1578 onderneemt Datheen nieuwe reizen. Achtereenvolgens vinden wij hem in Holland en Zeeland, in Engeland, Frankfort, Wezel, Heidelberg, enz. Een aaneengesloten verhaal van Datheen's levensloop in deze jaren is niet mogelijk, hoewel er niet onbelangrijke mededeelingen gedaan zouden kunnen worden uit de correspondentie van hem, die uit dezen tijd bewaard is gebleven. Het kader dezer reeks laat echter geen breedere uitweiding toe. Met het trekken van groote lijnen moeten wij helaas volstaan.
Met het oog op het bijwonen van de Dordtsche Synode van 1578 vertrok Datheen, na vele omzwervingen, weer naar Holland, waar de toestanden, dank zij de medewerking van Prins Willem van Oranje, die inmiddels openlijk de zijde der Gereformeerden gekozen had, niet ongunstiger geworden waren.
De Pacificatie van 'Gent, die 8 November 1576 op 's Prinsen initiatief tot stand gekomen was, had de bewogen gemoederen van Roomschen en Protestanten gekalmeerd. In principe was hiermede het ideaal van den Prins bereikt : algemeene verdraagzaamheid in het stuk der religie. Ik zeg : in principe. Want verschillende pogingen, om den strijd opnieuw te doen ontbranden, bleven niet uit.
Onder leiding van Datheen hebben vele Calvinisten er voor geijverd, de gereformeerde religie tot staatsgodsdienst te doen proclameeren. Het Roomsohe geloof mocht onder geen beding geduld worden ! Volgens Datheen CS. had de Overheid wel degelijk de bevoegdheid, om uit te maken, wat de ware religie was. Zoodoende waren zij 't met het verdraagzame standpunt van Oranje niet eens. Datheen CS. wilden van geen enkele concessie weten, met het gevolg, dat de Pacificatie haar doel miste. Jammer is, dat zij de portee van hun streven niet overzien hebben ; want door hun rigorisme hebben zij de zaak des Evangelies niet weinig geschaad. Op het terrein der staatkunde heeft men nu eenmaal te rekenen, met wat mogelijk is. Wil men dat niet, dan lijden de beginselen, die men gaarne bevordert, zonder twijfel groote schade. Prof. Visscher heeft er op gewezen, hoe de tolerantie-politiek van den Zwijger gegrond is op de Calvinistische beginselen. De rigoristen, als Datheen, willen een politiek van „alles of niets", maar „Calvijn heeft steeds nauwkeurig onderscheiden tusschen de eeuwige normen Gods en hare toepassing op de concrete omstandigheden. Het is merkwaardig, dat Calvijn veel ruimer is dan zijne rigoristische volgelingen". - ) Gelden deze opmerkingen in de eerste plaats Datheen's politiek, - ook voor de houding, die wij thans hebben in te nemen op politiek terrein, moeten zij ons richtsnoer zijn.
Het voornaamste bolwerk van het verzet legen den Prins was Gent. Jan van Hembyze leidde de oppositie, krachtig gesteund door Datheen, die er niet voor terugdeinsde, om Willem van Oranje van atheïsme te beschuldigen, omdat deze door zijn politiek blijk zou hebben gegeven, „God noch godsdienst" te bezitten. Dat het verloop dezer kwesties een verwijdering veroorzaakte tusschen Datheen en den Zwijger, is duidelijk. Ook waren zij het niet eens over de vraag, of men zich bij Frankrijk, dan wel bij Engeland aansluiten zou, het „heete hangijzer" van dien tijd.
Ten slotte wist Oranje in Gent de orde te herstellen. Datheen keerde naar de Paltz terug en Hembyze werd niet langer in de stad geduld.
Al mag Datheen niet op één lijn gesteld worden met Hembyze, — niet te ontkennen valt, dat hij in zijn onstuimigheid zich te veel heeft laten gaan. Al is het doel, dat Datheen altoos heeft nagestreefd, op zichzelf prijzenswaardig geweest, —-de middelen, die hij ter bereiking heeft aangewend, mogen niet worden nagevolgd !
De pogingen, die zijn aangewend om een verzoening tot stand te brengen tusschen Datheen en den Prins, zijn op een mislukking uitgeloopen, wat te meer moet worden betreurd, omdat het hier geen conflict betrof tusschen twee mannen, wier levens-en wereldbeschouwing mijlen ver uiteen lag. Integendeel ! In den grond van de zaak waren Datheen en de Prins eensgeestes. Beiden waren Calvinisten, doch een verschil in methode belemmerde een samenwerking, die de Kerk noode heeft moeten missen.
Nog enkele jaren heeft Datheen later in de Nederlanden vertoefd (1583 tot 1585). Andermaal werd Gent een tooneel van strijd en oneenigheid. De Spaansche landvoogd, de hertog van Parma, wist de stad te bemachtigen ; en de Protestanten werden in allerlei opzicht in hun vrijheid belemmerd, zoodat zij weldra in grooten getale Gent verlieten. Men heeft over dezen exodus wel opgemerkt : „Het trotsche Gent, dat in die dagen Parijs in grootte overtrof, bleef daarna langen tijd grootendeels ontvolkt". Zoo is dus Vlaanderen, eertijds een der bolwerken van het Gereformeerd Protestantisme, in Spaansche handen gevallen. Voor goed was het met het Calvinisme aldaar gedaan !
Wegens het kweeken van een anti-Fransche stemming is Datheen in 1584, op last van Prins Maurits en de Staten, gevangen genomen. Na bijna twee maanden werd hij weer in vrijheid gesteld.
Als een vergeten man is Datheen zijn leven geëindigd. Tragisch is het, om te zien, hoe een geharnast strijder, als hij, zijn loop voleindigt. Al moet het als een inzinking in zijn geloofsleven aangemerkt worden, — niettemin is het een feit, dat hij in den avond zijns levens nog onder invloed is gekomen van een secte der David-Joristen, revolutionaire dwaalgeesten ! Door een al te letterlijke interpretatie meende hij zelfs de oorlogen van Abraham, Gideon, Jozua en David op één lijn te kunnen stellen met de burgeroorlogen, die hij mede had helpen ontketenen ! Ten overstaan van afgevaardigden der Synode van Den Haag van 1586 heeft Datheen echter volledig berouw betuigd over zijn dwalingen, en daaraan uitdrukking gegeven door het opstellen van een eigenhandig geschreven verklaring, waarmede de kwestie uit de voeten was.
Te Elbing is Datheen op 17 Maart 1588 gestorven. Langen tijd heeft men gemeend, dat 19 Februari 1550 de datum van zijn sterven is. Wat echter niet juist is. In het volgend artikel willen wij iets geven over : Datheen als schrijver.
D.

d. Z.


¹) Prof. dr. H. Visscher, Het Calvinisme en de Tolerantie-Politiek van Prins Willem van Oranje, Zeist 19'33, blz. 25.

²) ibidem, blz. 28.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 maart 1938

De Waarheidsvriend | 10 Pagina's

UIT DE HISTORIE

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 maart 1938

De Waarheidsvriend | 10 Pagina's