Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KOHLBRUGGE

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KOHLBRUGGE

en de leer des heils

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

XXII.
Het andere sacrament, dat Christus aan Zijn gemeente gegeven heeft, is het Heilig Avondmaal. De teekenen en zegelen zijn brood en wijn. „De Heere Jezus gaat niet van hier, zonder ons een teeken en onderpand achter te laten, dat wij al de door Hem verworven heilsgoederen met Hem gemeen hebben. Hij gaat niet tot den Vader, zonder ons een zichtbaar teeken en onderpand te geven, dat Hij ons, midden in onzen dood, uit Zijn genade en hartelijke liefde, met Zijn gekruisigd lichaam voedt en bij het eeuwige leven, dat wij in Hem hebben, bewaart. Hij zag in het brood Zijn gekruisigd lichaam, dat de Zijnen sterken en bewaren zou voor het eeuwig leven. Met vreugde gaf Hij Zijn lichaam, opdat de Zijnen met Zijn gekruisigd lichaam één zouden zijn, voor altijd verbonden als leden met Hem, het zegevierend hoofd. Zij moesten Zijn lichaam in zich hebben, opdat het bij hen in vleesch en bloed zou overgegaan zijn, opdat zij met een verheerlijkt lichaam en geheiligde ziel eenmaal eeuwig bij Hem zouden zijn, en hier in de wereld elkander in eendracht trouw blijven, tot Hij tot hen zou komen, om hen tot zich te nemen, waar Hij is. — Ik zal volkomen in ulieden zijn met Mijn leven, met al Mijn heilsverdiensten. Eet mij, eet mij, opdat gij Mij in u hebben moogt en zoo gesterkt, de lange weg door de woestijn door komt". (Licht und Recht, deel 6, blz. 54 en vervolgens). Zoo verzegelt het eten van brood en wijn aan den geloovige de volkomen gemeenschap met den verhoogden Heere.
„En dat was vooral Zijn bedoeling bij de utdeeling van het brood. De trouwe belijders des Heeren moeten zich bij het eten van het brood voor den geest roepen, dat zij zoowel onder elkander als met Hem, die hun Zijn lichaam onder dit beeld geeft, volkomen één zijn, zoodat zij in Hem, het Hoofd en den Leider, de verlossing hebben, uit het Egypte der hel en des doods en in Hem, als leden van Zijn lichaam, mede gezet zijn in het rijk der hemelen". (Die Lehre des Heils, blz. 80)
Volgens de inzetting des Heeren behoort echter bij het brood noodzakelijk de wijn.
„Want het verbroken lichaam van Christus zou ons niet voor den toorn kunnen bewaren, indien Hij aan Zijn leden ook niet Zijn bloed schonk. Zondaars, menschen, als zij zijn, die Hij met zich vereenigd heeft, en wien Hij Zijn verbroken lichaam te eten geeft, moeten ook het bewijs, het teeken, het onderpand er van hebben, dat ook Zijn alles verzoenend bloed in hen is. Ja, het moet in hen zijn, opdat het lichaam, gespijzigd met Zijn verbroken lichaam, ook gedrenkt zij met Zijn bloed, dat alle zonden verzoent. Uit de kelk moeten zij indrinken het woord van de eedzwering Gods: „Waarlijk, zegenend zal Ik u zegenen". (Licht und Recht, deel 6, blz. 59).
„En dit was de bedoeling bij het rondgeven van de beker : Wij moeten de beker des Avondmaals aan onze lippen nemen als een beker der dankzegging voor de liefde des Vaders, die Zijn eigen Zoon niet gespaard heeft, en voor de liefde des Zoons, die Zijn bloed voor ons vergoten heeft, dat wij in de wijn, als in een beeld, in het geloof waarachtig drinken, en derhalve zijn we geplaatst in alle zegeningen van het Nieuwe Verbond en Testament, dat juist in dit bloed rechtsgeldig is geworden". (Die Lehre des Heils, blz. 80)
De woorden, waarmede de Heere het Avondmaal heeft ingesteld, hebben, zooals bekend is, tot groote meeningsverschillen geleid. Kohlbrügge verstaat deze woorden in direct verband met het Paschafeest. „De Heere zeide : Dat is mijn lichaam. De Heere bedoelde daarmede het brood. Dat zeide de Heere in dezelfde beteekenis, zooals van het lam werd gezegd : Dat is des Heeren Pascha". (Lijdenspredicaties, blz. 26).
„Brood en wijn staan in het nauwste verband met de viering van de Paaschmaaltijd. Had men de betrekking, waarin het ronddeelen van brood en beker tot de oude ceremoniën stond, en hoe de oude schaduwendienst door den Heere in het Nieuwe Testament werd ontbonden, voldoende in aanmerking genomen, dan was men nooit tot de verschillende meeningen gekomen, volgens welke hier de grondslag zou zijn van een herschepping of een medetegenwoordigheid, of volgens welke men zich allerlei mystieke voorstellingen van deze zaak maakt, waarbij men anderzijds haar als een middel beschouwt tot vergeving der zonden. — Het brood en de wijn staan daarbij op zich zelf evenmin in verband met 'het lichaam en bloed des Heeren, als de gedroomde zeven vette en zeven magere koeien met de werkelijk intredende zeven jaren van overvloed en hongersnood, ofschoon Jozef zeide : De zeven koeien zijn zeven jaren. Het .beeld is echter passend voor de zaak". (Lijdens Dredicaties, blz. 35 en vervolgens).
In landen van Gereformeerden oorsprong heerscht schroom voor het Avondmaal. De reden daarvan is het verkeerde begrijpen van het woord onwaardig in 1 Cor. 11 vers 27. Het bijwoord, dat daar gebruikt wordt, duidt de manier aan, van wat het werkwoord uitdrukt. Dus : men moet en mag niet op onwaardige wijze des Heeren Avondmaal gebruiken ; toch heeft dit niet alleen betrekking op het uitwendige wezen en de wijze, hoe men zich gedraagt. Kohlbrügge zegt : „Wie eet onwaardig van dit brood ? Hij, die aan deze disch op het zijne ziet en niet op hetgeen des anderen is, en derhalve de gemeenschap verzaakt. Dan kom ik waardig tot des Heeren Avondmaal, als ik Hem mijn zonden geef en Zijn gerechtigheid aanneemt". (Lehre des Heils, blz. 81, en Erlauternde und befestigende Fragen und Antworten zum Heidelberger Katechismus, blz. 143).
„In het Avondmaal heeft de Heere een steeds opnieuw te gebruiken verbindingsmiddel voor de Zijnen met Hem gemaakt, om van Zijn liefde zóó vervuld te zijn, dat zij van zichzelf erkennen : Ik ben een arm zondaar, heb echter vergeving van mijn zonden in Zijn bloed. Ik ben des doods schuldig, heb echte, eeuwig leven in Zijn leven door den Heiligen Geest ; en mijn broeder daar is een verloste mijns Heeren. Zoo werkt de Geest, dat alle trots en eigenliefde in ieder verbroken is en wij eensgezind, met onderdrukking van alle zelfzucht, twist en gekijf, alzoo gezind zijn tegen elkander, als onze Heere tegen ons. Deze gezindheid wil de Heere in ons wekken door het Avondmaal. Want daarom heeft Hij ons Zijn lichaam en bloed in de uiterlijke gedaante van brood en beker willen doen toekomen, opdat Zijn Geest in ons zou zijn, ons wederkeerig te beschouwen als been van Zijn gebeente en vleesch van Zijn vleesch, en ook het leven voor elkander te laten, zooals Hij voor ons, verdoemelijke menschen, heeft gedaan". (Die Lehre des Heils, blz. 81 en vervolgens).
Dat het bij het Heilig Avondmaal gaat om het geloof, niet om gevoel of gewaarwording, daarover zegt Kohlbrügge : „Is het beslist noodzakelijk, dat men bij het gebruik van brood en wijn bijzondere gewaarwordingen hebbe ? Het gezonde geloof houdt zich aan het Woord, de uitwerking komt later, als het noodig is". (Erlauternde und befestigende Fragen und Antworten zum Heidelberger Katechismus, blz. 143). In de hoofdzaak staat Kohlbrügge de Gereformeerde opvatting van het Heilig Avondmaal voor.
(Wordt voortgezet.)

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 mei 1938

De Waarheidsvriend | 10 Pagina's

KOHLBRUGGE

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 mei 1938

De Waarheidsvriend | 10 Pagina's