De Catechismus van Calvijn.

ZONDAG 43.
Vraag : Welke bede volgt er nu ?
Antw. : Leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van den booze.
Vraag : Vat gij dit als één bede samen ?
Antw. : Ja, daar het tweede gedeelte de uitlegging van het eerste is.
Vraag : Wat houdt deze bede in ?
Antw. : Dat God ons niet in de zonde late omkomen en dat Hij niet toesta, dat wij door den duivel zullen overwonnen worden, noch door de kwade begeerlijkheden des vleesches, die ons bestrijden ; maar dat Hij ons kracht mag geven om weerstand te bieden, door ons met Zijn hand te schragen en ons onder Zijn bescherming te houden, opdat wij in Zijn hoede veilig leven mogen.
Vraag : Hoe geschiedt dat ?
Antw. : Wanneer Hij ons regeert door Zijn Geest, worden wij zóó zeer vervuld met liefde tot en verlangen naar de gerechtigheid, dat wij de zonde vlieden en de wereld los laten. Want in de kracht van Zijn Geest ligt onze overwinning.
Vraag : Is dat voor allen noodzakelijk ?
Antw. : Ja, daar de duivel altijd rondgaat als een brullende leeuw, zoekende wien hij zou mogen verslinden en wij zóó zwak en broos zijn, dat hij ons dadelijk onder den voet zou neerslaan, indien God ons niet sterkte tot de overwinning.
Vraag : Wat beteekent het woord verzoeking ?
Antw. : De listen en kunstgrepen, van welke de duivel zich bedient om ons te overrompelen en met welke hij ons spoedig zou vangen, indien Gods hulp ons niet terzijde stond ; want onze geest laat zich van nature gemakkelijk door zijn listen verleiden en hoe meer onze ziel geneigd is tot het kwade, des te sneller liggen wij onder.
Vraag : Maar waarom vraagt gij van God, ons niet in verzoeking te leiden, daar dat toch het werk van den duivel is en niet van God ?
Antw. : God bewaart in Zijn barmhartigheid Zijn geloovigen en laat niet toe, dat de duivel hen zou verleiden, noch dat de zonde over hen triomfeert. Maar van degenen, die Hij wil straffen, trekt Hij Zijn genade af en geeft Hij over aan den duivel, om aan zijn tyrannie onderworpen te zijn en slaat hen met verblindheid, zoodat zij onder de zonde verkocht en aan alle verzoeking blootgesteld zijn.
Vraag : Wat wil de toevoeging zeggen : „Want Uw is het Koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid, tot in eeuwigheid ? "
Antw. : Deze woorden willen ons nog eens in herinnering brengen, dat bij God alle sterkte is, ons daarbij opwekkend in ons gebed meer ons geheel te verlaten op Zij'u macht en goedheid dan op eenig zelfvertrouwen. Bovendien wil het ons leeren al onze gebeden toch te eindigen in de lofprijzing Gods.
Vraag : Mogen wij niet anders bidden, dan wat ons nu uiteengezet is ?
Antw. : Hoewel het ons vrijstaat andere woorden te gebruiken en een andere vorm en wijze van bidden te kiezen, zoo zal toch geen enkel gebed Gode aangenaam zijn, indien het niet overeenstemt met het Onze Vader, de eenige regel voor het rechte bidden.
(Wordt voortgezet.)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen