Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

UIT DE HISTORIE

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

UIT DE HISTORIE

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

PIERRE VIRET 1511 — 1571
III.

In een vorig artikel noemden wij reeds het dispuut van Lausanne, dat Zondag 1 October 1536 met een preek van Farel werd geopend, en acht dagen duurde. Dit godsdienstgesprek is een der voornaamste momenten geweest in de kerkelijke geschiedenis van Waadtland. De hoofdrollen op dit strijdtooneel zijn vervuld door Viret en Farel. Over het aandeel, dat eerstgenoemde in de debatten heeft gehad, willen wij hier een en ander mededeelen. Uiteraard zal er echter ook iets gezegd moeten worden over hetgeen Farel tot den goeden uitslag heeft bijgedragen. Ook Calvijn was te Lausanne aanwezig, doch omdat „zijn broeders Farel en Viret zulke afdoende antwoorden gaven" zweeg hij tot 5 October ; maar toen hield de groote reformator een betoog, dat aller aanwezigen om zijn buitengewone zakelijkheid en schitterende documentatie verbaasde.
Van de 337 priesters, die waren uitgenoodigd, verschenen er 174, terwijlj slechts een viertal van hen het durfde opnemen tegen de Hervormers, alhoewel zonder voorbehoud een vrije, openhartige discussie was toegezegd. Dit teekent ! Farel riep dan ook uit : „Het is u geoorloofd, vrijuit te spreken ; men disputeert hier niet met takkebossen, noch met brandstapel, zwaard, gevangenis of pijnbanken ; beulen doen hier geen dienst als leeraars of afdoende redenen, maar de waarheid der Schrift. Tegenover de leugen is de Waarheid krachtig genoeg ; indien ge de Waarheid hebt, komt er dan mee voor den dag". De Roomschen brachten echter hoegenaamd niets te berde. Wel een bewijs van hun zwakheid, zouden we zeggen !
De voornaamste onderwerpen, waarover gehandeld werd, waren de rechtvaardigheid door het geloof en de lichamelijke tegenwoordigheid van Christus bij het Heilig Avondmaal. Door Farel waren tien stellingen opgesteld, waarin de verschilpunten scherp werden geformuleerd.
Tijdens de debatten over elke stelling afzonderlijk is door Viret (wij beperken ons hier tot hem) de reformatorische leer gesteld tegenover de dwalingen van Rome. Bij het dogma der transsubstantiatie (de leer van Rome, volgens welke brood overgaat in vleesch) wees Viret er op, dat de Heere Jezus in beeldspraak gesproken heeft, toen Hij zeide : „Dit is Mijn vleesch, enz." Ook werd door hem helder de onhoudbaarheid in het licht gesteld van de Roomsche hiërarchie, de vele sacramenten en het celibaat. Tegenover de gebondenheid aan menschelijke instellingen plaatste Viret de leer eener ware christelijke vrijheid.
.De resultaten van het dispuut waren verblijdend. In de drie maanden, die volgden, traden meer dan 80 monniken en meer dan 120 priesters tot de Reformatie toe !
Toen na de sluiting van het dispuut te Lausanne de Hervorming in Waadtland zich allerwegen ging zetten, werd Viret benoemd tot predikant in de stad, waar hij zich zoo vaardig getoond had in de verdediging der Schriftuurlijke beginselen.
Op 6 October l538 trad Viret in het huwelijk met Elisabeth Turtaz. Door Farel is deze verbintenis kerkelijk bevestigd. Helaas stierf zijn vrouw, met wie hij zeer gelukkig geleefd had, reeds na acht jaar, zonder onzen Hervormer kinderen te hebben geschonken. Niet langen tijd na den dood zijner eerste vrouw hertrouwde Viret met een jonge weduwe, Sébastienne de la Harpe. „Ik was wel niet erg op weduwen gesteld", zoo schreef Viret aan zijn vriend Calvijn, „maar daar het moeilijk is, alles te krijgen, zooals men het wenscht, moet men wel wat van zijn verlangens laten vallen.”
Nadat Calvijn en Farel op 23 April 1538 uit Geneve verbannen waren, heeft Viret alles in het werk gesteld, om een verzoening te bewerken tusschen Geneve en beide mannen. Ongetwijfeld is het mede aan Viret's pogingen te danken, dat Calvijn in 1541 naar de stad, die hem eerst smadelijk uitgeworpen had, is teruggeroepen.
Geruimen tijd heeft Viret Calvijn bijgestaan in het stellen van orde op de zaken, die te Geneve, na zijn terugkeer, veel te wenschen overlieten. Toen Viret in Juli 1542 weer in zijn eigen gemeente terug kwam, vond hij haar in betreurenswaardige omstandigheden. Met treffende toewijding heeft Viret zich gegeven aan de zware taak, die op zijn schouders rustte. Met name het instellen eener kerkelijke tucht en het geven van catechismus-onderwijs vergden veel van hem. In het bezoeken van zieken was hij bizonder trouw, en ook als de pest woedde, liet hij dat niet na.
De onderstelling, die men mogelijk maakt, als zou Viret door al dezen herderlijken arbeid zijn studie en wetenschappelijke bezigheden hebben verwaarloosd, is niet juist. Integendeel. Het getuigt van Viret's energie, dat er in 1544 een drie-deelig werk van zijn hand verscheen, waarin hij allerlei Roomsche dwalingen aan de kaak stelde, en waarmede hij veler oogen opende.
Viret's pennevruchten beperken zich echter niet tot dit ééne werk. Hij troostte, evenals Calvijn, zijn broeders en zusters in de verdrukking ; en voorts leverde hij o.m. bijdragen tot de verdieping der kennis van de gereformeerde beginselen. Zijn werk was polemisch en thetisch beide.
Met Bern kwam Viret, en anderen met hem, in conflict, toen dit kanton verordende, dat een ieder zonder onderscheid zou worden toegelaten tot het Heilig Avondmaal. Een dergelijke aanranding van het sacrament konden de Hervormers niet dulden. Op grond van de Heilige Schrift toch is het niet geoorloofd, dat ontuchtigen en vijanden der Waarheid Gods mede aanzitten aan den disch, die bestemd is, om Gods kinderen te sterken in het allerheiligst geloof. Het gevolg van het principieel verzet van Viret CS. was, dat op 27 Mei 1558 door Bern een decreet werd uitgevaardigd, waarin bevolen werd, zich kerkelijk naar Bern's voorschriften te gedragen. De kerkelijke tucht mocht door de Kerk niet in haar consequenties worden doorgevoerd. Voorts mocht de praedestinatie niet worden gepredikt, enz. Toen Viret op Kerstfeest 1558 het Avondmaal niet bedienen wilde, werden de trouwe predikanten uit hun ambt ontzet.
Met open armen te Geneve ontvangen, bleef hij daar verscheidene jaren. Veel steun heeft Calvijn van hem genoten. Een van de belangrijkste gebeurtenissen voor stad en predikanten was in dezen tijd wel de stichting der academie op 5 Juni 1559.
Het klimaat te Geneve was voor Viret's kwakkelende gezondheid niet zeer gunstig ; vandaar, dat hij vertrok naar het midden van Frankrijk, waar hij in Februari l562 een beroep naar Montpellier aannam. Enkele maanden later diende hij de Kerk van Lyon. In dezelfde stad presideerde hij het volgend jaar de vierde synode der Fransche Kerken. Dank zij de adviezen van bekwame doctoren in Montpellier was zijn gezondheid inmiddels weer beter geworden.
Een verbanning maakte een einde aan Viret's verblijf in Lyon. Hij ging naar Oranje, waar vrijheid van godsdienst heerschte, dank zij een edict, dat uitgevaardigd was door Willem van Oranje. Daarna was Viret nog werkzaam aan de academie te Orthez, die gesticht is door Jeanne d' Albret. Helaas kunnen wij slechts de hoofdzaken noemen uit het veelbewogen leven van den bekwamen theoloog. Tijdens een gevecht met de Roomsch-Katholieken werd Viret in 1569 gevangen genomen, doch weldra weer bevrijd.
Tot het laatst van zijn leven heeft Viret gewerkt. Zijn gezondheid ging echter steeds achteruit, met het gevolg, dat hij op 4 Mei 1571 stierf.
De droefheid over zijn verscheiden was begrijpelijkerwijze zeer groot. Met Viret ging niet alleen een geharnast strijder voor de eere Gods heen, maar ook moest de Kerk een bemind man missen. Want Viret's karakter wordt terecht hoogelijk geprezen. Zijn levensdevies komt niet onduidelijk uit in de volgende woorden van hem, waarmede wij deze artikelen willen eindigen :
„De godsdienst is van dien aard, dat men de menschen er niet toe trekken mag door geweld, noch met kracht. Men brengt ze er toe door het gebed, de goede en zuivere leer, en de goede voorbeelden van een heilig en eerbaar leven”.
Literatuur : Frank Ie Cornu, Pierre Viret 1511—1571, Etude, historique, Leyde. E. Doumergue, Jean Calvin, Les hommes et les choses de son temps, T. II, Lausanne 1902, p. 180—-213.
J. Vincent, Pierre Viret, 1936. Jean Barnaud, Pierre Viret, sa vie et son oeuvre, 1911. Realencyklopadie fur protestantische Theologie und Kirche, in voce Viret (Peter), waar oudere literatuur opgegeven wordt.
D.
d. Z.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 augustus 1938

De Waarheidsvriend | 10 Pagina's

UIT DE HISTORIE

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 augustus 1938

De Waarheidsvriend | 10 Pagina's