VRAGEN BUS
Vraag : Hoe moeten we lezen : „ik geloof 'n heilige algemeene, christelijke Kerk" (het woordje een dus toonloos uitspreken) of is het : „ik geloof één heilige, algemeene, christelijke Kerk" (het woordje één dus als telwoord met klemtoon uitgesproken) ?
Antwoord : Zoo goed als altijd zal men hooren voorlezen : één heilige, algemeene, christelijke Kerk. Vooral tegenwoordig, nu het „Una Sancta" aan de orde is, betoogende, dat er (maar) één Christelijke Kerk is over de geheele wereld (de oecumenische beweging).
Nu blijkt het echter, dat de oudste, oorspronkelijke lezing van de Apostolische Geloofsbelijdenis heeft : „ik geloof 'n heilige, algemeene, Christelijke Kerk", om dus in de geloofsbelijdenis tot uitdrukking te brengen, dat ons geloofsobjcet is : dat er 'n heilige, algemeene Christelijke Kerk is, dat zij bestaat. Dan hebben we in het woordje een niet met een telwoord (dus tegenover twee, drie, enz.) te doen, maar dan is het een onbepaald lidwoord. Dus : ik geloof dat er 'n heilige, algemeene, Christelijke Kerk is.
De beste kenners van de oudste belijdenisgeschriften bevestigen dat.
Maar — al zou het dus 't meest in overeenstemming zijn met de oorspronkelijke, authentieke tekst, toch is het feit anderzijds niet te loochenen, dat het Concilie van Nicea, 325, heeft vastgesteld, dat het zou luiden : één heilige, algemeene Christelijke Kerk, één als telwoord genomen en dus één met klemtoon uitgesproken, una sancta ecclesia. En die tekst, die lezing van Nicea, is sinds altijd gevolgd en door de Gereformeerde Kerk ook overgenomen en als authentieke tekst vastgesteld. Men wilde nadrukkelijk (vanaf 325 tot op heden) uitspreken in de geloofstaal der Kerk alom, dat er één Kerk van Christus is. Aan de éénheid der Kerk wilde men Zondag aan Zondag als Gemeente des Heeren, uitdrukking geven in het Oosten èn in het Westen, overal.
Niettegenstaande de velerlei scheuring en de meest pijnlijke en zondige verdeeldheid der Kerk, willen we dan ook in onze geloofsbelijdenis, dus als voorwerp van ons geloof (niet als werkelijkheid van ons zien, maar als wezenlijk object van ons geloof) geduriglijk uitspreken : er is één Kerk van Christus, de ééne catholieke of algemeene Kerk.
Dus is het lezen : „ik geloof 'n heilige, algemeene, christelijke Kerk" niet fout te noemen ; zelfs is het overeenkomstig de oudste tekst. Maar te lezen (met nadruk en klemtoon) : één, is beter. Una sancta ecclesia.
En wij zeggen dan : één christelijke catholieke Kerk — en geenszins één Roomsch catholieke Kerk. Want voor de Roomschen ligt het centrale punt voor de catholieke of algemeene Kerk in den Paus, in Rome.
Voor ons niet alzoo. Voor ons ligt het centrale in Christus.
Het „Roomsche" geven we aan Rome cadeau. Maar het „catholieke", het algemeene van Christus' Kerk nooit.
Daarom spreken wij ook nooit over „Katholieken" als we Roomschen bedoelen. Roomschcn zijn Roomschen, omdat men Rome tot middelpunt heeft gemaakt. Wij willen echter — minstens zoo goed als de Roomschen — catholieken heeten, maar dan Christenen, die gelooven, dat er is en zal zijn en zal blijven : één catholieke of algemeene Christelijke Kerk, in Noord en Zuid, in Oost en West, in den éénen Christus voor allen, die in Hem gelooven, naar Zijn Woord en door Zijn Geest.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 november 1938
De Waarheidsvriend | 10 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 november 1938
De Waarheidsvriend | 10 Pagina's