Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KERKELIJKE RONDSCHOUW

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KERKELIJKE RONDSCHOUW

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

BLIJ BEGROET
Wij ontvingen dezer dagen het aangekondigde boek over : Het Doopsformulier van ds. J. G. Woelderink (Uitgeverij Guido de Brés, 's-Gravenhage, Postbus 138). Wij willen van deze studie over een zoo belangrijk onderwerp als „de leer van den H. Doop", door onzen vriend en medebroeder ds. Woelderink, te Ouderkerk a. d. IJssel, gaarne aanstonds in deze rubriek melding maken. Want het is iets bijzonders, waarnaar zeer velen reeds lang hebben uitgezien.
Zooals men weet, heeft ds. Woelderink, toen hij lid van het Hoofdbestuur van onzen Gereformeerden Bond was, in „De Waarheidsvriend" een artikelenreeks geschreven over Ons Doopsformulier. Zooals iemand die rustig studeert en met helderen geest zich alles eerst te voren indenkt, was die artikelenreeks naar een bepaald schema opgesteld, om tenslotte uit te loopen in een nadere bespreking van het Doopsformulier zelve. Zoo is geschreven in een „Inleiding" over : liturgie, liturgische geschriften en de liturgische geschriften van onze Vaderlandsche Kerk. Daarna volgde het eerste Hoofdstuk : De geschiedenis van de doopsbediening vóór de Hervorming (de doop van volwassenen en kinderen ; de liturgie van de doopsbediening). In het 2de Hoofdstuk ging het over : De geschiedenis van de doopsbediening in de Hervormde Kerken (Algemeen overzicht ; Luthers doopboekje ; de doopsbediening te Zurich ; Doopsformulier van Calvijn ; de liturgie van den doop in het eerste en tweede Prayer Book van Eduard VI ; Het Doopsformulier van de Paltz en dat van Dathenus ; Overzicht over de formulieren uit den Hervormingstijd). In een 3de Hoofdstuk is behandeld : De Sacramenten (De oorsprong der Roomsche sacramentsleer ; de Roomsche genadeleer ; de Roomsche sacramentsleer ; de Sacramentsleer der Hervorming : Luther en het Gereformeerd Protestantisme).
Hoofdstuk 4 behandelt : Het Verbond (De reformatorische belijdenisgeschriften ; Bullinger en Calvijn ; Het inwendige en het uitwendige verbond ; Conclusie). Hoofdstuk 5 draagt tot titel : „De veronderstelde Wedergeboorte" (Historisch overzicht ; het getuigenis der reformatoren ; het getuigenis der reformatorische belijdenisgeschriften ; het. getuigenis van enkele theologen uit de na-reformatorischen tijd ; het getuigenis van Voetius ; bezwaren tegen de leer der veronderstelde wedergeboorte ; Geheiligd in Christus Jezus).
Tot zoover gaan de artikelen, verleden jaar in „De Waarheidsvriend" geschreven.
En nu is Hoofdstuk 6 als een Slotstuk aan deze artikelen toegevoegd, waarin de eigenlijke bespreking over het Doopsformulier zelve wordt gegeven. Een hoofdstuk, dat en wat omvang èn wat inhoud èn wat beteekenis aangaat, wel 't voornaamste mag worden genoemd, omdat het ons zoo'n klare en mooie bespreking van 't Doopsformulier zelve geeft, met alles wat er aan dit Formulier vastzit.
Wij willen het wel uitspreken, dat wij ons hartelijk verheugen, dat ds. Woelderink gelegenheid heeft gevonden deze zijn belangrijke studie te voltooien en ons nu verrast en verblijd heeft met dit mooie boek, waarnaar velen onder de jongeren en onder de ouderen, onder de predikanten, maar niet minder onder de gemeenteleden, verlangend is uitgezien.
Neen, 't is maar niet een stopwoord en een versleten zinsnede, als we nu zeggen : dit boek mag in geen huisgezin ontbreken ! Wij, Hervormden, hebben niet veel geschriften uit eigen kring. Andere kerkelijke kringen zijn daarin rijker gezegend. Maar hier hebben we nu een boek van een van onze eigen dominé's, dat telt voor twee.
We kunnen nu aan 't studeeren. Als we willen. En dat laatste hopen we van harte dat het geval zal zijn, onder de jongeren en ook onder de ouderen. Wij moeten ons op de hoogte stellen van deze belangrijke dingen, die aan de orde van den dag zijn. En dan is ds. Woelderink voor ons een uitnemende gids, van wiens leiding en uitlegging we gaarne willen gebruik maken !
God zegene onzen broeder en vriend voor. hoofd en hart, naar lichaam en ziel, en sterke hem tot nog velerlei arbeid in den geest van dit boek !
De Uitgever maakte er een soiled boek van door papier en band uitermate goed te verzorgen. Het is een lust, zoo'n boek te bezitten ! We willen er wel een paar andere voor missen !
God zegene deze uitgave en stelle dit boek tot zegen voor velen, voor verstand en hart.


De Zending in de Heilige Schrift of Eene leer van de Zending; (1)

Dit opschrift ontleenen we aan een belangrijk artikel, dat prof. dr. H. Bavinck jaren geleden geschreven heeft in „Triumfen van het Kruis", een Zendingsboek van dr. Henry Beets (J. H. Kok, Kampen).
Uit dit artikel - een Zendingsstudie - gaan we een en ander meedeelen, waarbij we ons verblijden, dat er spoedig ook hier in Nederland een „Zendings-hoogleeraar" zal zijn, als prof. dr. J. H. Bavinck straks uit Indië overkomt en zijn ambt te Kampen èn te Amsterdam zal aanvaarden.
We moeten eene leer van de Zending hebben, waarin de beginselen van dezen arbeid uiteengezet worden, een leiddraad, die richting geven kan bij de bespreking van dit gewichtige onderwerp ; waarbij ook aandacht wordt geschonken aan de vele en moeilijke problemen, die om oplossing vragen.
We moeten dan beginnen om te vragen naar hetgeen de Heilige Schrift ons in deze leert.
Men moet teruggaan tot de openbaring in de dagen des Ouden Testaments ; dan zal men zien hoe de Zendingsgedachte opkomt en groeit. Principieel is ze reeds begrepen in de moederbelofte, welke aanstonds na den val aan het oudste menschenpaar geschonken werd (Gen. 3 vers 15). Daar is reeds sprake van het menschelijk geslacht als geheel genomen, aangeduid als ..het zaad der vrouw".
't Gaat dan niet om een volk of ras. Neen, 't gaat om heel het komend menschelijk geslacht, uit het eerste ouderpaar Adam en Eva voortgekomen.
Bij de worsteling tusschen hel en hemel, duivel en God, dood en leven, verlorenheid en verlossing, gaat het in Jezus Christus, om het menschelijk geslacht in 't algemeen. Hei verbond der genade, aan Adam en Eva geopenbaard, is universeel; het gaat over „de kinderen Adams". Wel heeft het Verbond der genade een weg gezocht en gevonden — om der zonde wil — in een particularistischen weg, gaande door Seth en Sem en Israël. Maar als de Heere Israël afzondert en in bijzonderen zin maakt tot Zijn erfdeel en Zijn volk, dan is het om het volk des Verbonds te isoleeren, opdat het heil bewaard zal worden in het midden van een afvallig menschengeslacht, opdat het straks voor heel de menschheid, voor alle volkeren, voor alle creaturen zal worden geopenbaard, en het Koninkrijk Gods zich zal uitbreiden tot aan de uiterste einden der aarde, waar „de wildste volkeren" wonen.
Nooit heeft God gezegd, dat de genade en het heil alléén voor éen volk, éen ras, éen land is. De Heere, de Schepper van de einden der aarde, is niet tevreê met één volk. Hij staat naar een wereldoogst, opdat alle taal en tong Hem zal loven.
We zien dat dus aanstonds bij Adam, waar het gaat om „het zaad der vrouw", het menschelijk geslacht in z'n geheel genomen. We zien het ook bij Abram, wiens naam de Heere verandert in Abraham, d.i. heer van vele volkeren. In de beperking van het genadeverbond met hem en zijn zaad (Gen. 17) wordt dadelijk de universaliteit of algemeenheid bekend gemaakt ; want wat God aan Abraham en zijn zaad komt schenken, is bestemd om een zegen te worden voor alle volkeren, voor alle geslachten des aardrijks. De lijn Adam en Abraham is de lijn van het gansche menschelijke geslacht. In Abraham — het staat er nadrukkelijk, zie Gen. 12 vers 3 — heeft God 34 het oog op alle geslachten des aardrijks, om alzoo een zegen te verbreiden straks.
Van ouds is het dus gezegd, dat Israël, Abrahams zaad, slechts tijdelijk een bijzondere plaats zou innemen in de geschiedenis van het genadeverbond, want het is er God van den beginne afaan om te doen geweest. Zijn voeten te richten tot de volkeren, tot alle geslachten des aardrijks. Dat moest Israël zien als een heilige ordinantie Gods, om zich in de wegen des Heeren te verblijden, verlangende naar den tijd, dat de blijde boodschap des heils zou worden uitgedragen naar de einden der aarde, zeggende : Ziet, hier is uw God !
't Genadeverbond Gods rust dus niet in de besnijdenis. De belofte komt trouwens tot Abram lang vóórdat hij het teeken der besnijdenis ontvangt. Hij ontvangt de belofte „als hij nog in de voorhuid is" (Gen. 12). Het teeken der besnijdenis komt eerst later als bezegeling van het verbond (Gen. 17).
Paulus hecht aan deze tijdsorde zoo groote waarde. (Men leze de nieuwe vertaling van prof. Brouwer bij Rom. 4 vers 11). De genade-ordening Gods rust niet in het vleesch, rust niet in de besnijdenis, rust niet in de wetsonderhouding — maar zij komt enkel en alleen voort uit Gods vrije genade en Zijn vrije verkiezing. Dat lezen we nadrukkelijk in Deut. 7 vers 6—8. De Heere heeft Israël uit alle volkeren verkoren tot Zijn eigendom, niet om iets in dat volk, „want gij zijt de minste onder alle volkeren", maar omdat de Heere Israël heeft liefgehad. Daardoor is het óók mogelijk, dat, na de bondsbreuk van Israel, de Heere Zijn verbond gestand doet. Hij doet het immers niet om hunnentwil, maar om Zijns Zelfs wil. In Hem ligt de grond, in Hem ligt ook het doel van het genadeverbond. „Uit Hem, door Hem en tot Hem zijn alle dingen ; Hem zij de heerlijkheid tot in eeuwigheid. Amen !" Israël heeft hier geen roem ; die is uitgesloten. Het is God en God alléén, die het alles doet, naar Zijn welbehagen, dat uitgaat naar alle geslachten des aardrijks. Ja, er is voor een tijd een , , middelmuur des afscheidsels" tusschen Israël en de volkeren (Efeze 2 vers 14). Oud-Israël is het dan ook altijd ingeprent een medelijdend hart te toonen voor de vreemdelingen ! (Ex. 22 vs. 21 ; Lev. 19 vs. 34 ; Ex. 12 vs. 38, 44, 48 enz.). En men moest het verlangen koesteren : dat ook de heidenen zouden worden ingeschreven als burgers van Sion. (Psalm 87).
Later is Israël zich veilig gaan voelen in de verkiezing. Er kwam een roemen in den tempel. De eigengerechtigheid des vleesches vierde hoogtij.
Maar de Heere laat vanouds door de profeten die zelfverheffing bestraffen. Hij zegt, dat Hij zóó geen lust heeft in hun offeranden (Amos 5 VS. 21—25 ; Hos. 6 vs. 4 ; Micha 6 VS. 6 ; Jes. 1 vs. 11 ; 29 vs. 13 ; 43 vs. 23 ; 66 vs. 3, enz. enz.)
En de Heere zegt er bij, dat Hij Israël niet zal verstooten, maar dat Hij de heidenen in de toekomst zou doen deelen in Zijn heil. (Jes. 42 VS. 6, 7 ; 49 vs. 6 ; Micha 5 vs. 3 ; Dan. 7 vs. 14 ; Psalm 2 ; 72, 87 enz.
Als Israël, na lang en bang lijden, van onder de kastijdingen en oor deelen bevrijd zal zijn en in Jeruzalem zal zijn wedergekeerd na de ballingschap, zullen de heidenen aldaar om den Naam des Heeren vergaderd worden, door den Heere gezegend worden en in Hem zich beroemen (Jes. 3 vs. 17 ; 4 vs. 2 ; 16 vs. 19 —21 ; 33 vs. 9). Aan het einde zullen alle volkeren erkennen, dat de Heere God is (Ez. 37 vs. 28 ; 38 vs. 23) en in grooten getale henengaan tot den berg des Heeren, tot het huis van den God Jacobs (Jes. 2 vs. 2—4 ; Micha 4 vs. 3 ; Zach. 8 vs. 23). Daar zal de Heere voor alle volkeren een vetten maaltijd aanrichten (Jes. 25 vs. 6). Zijn huis zal een bedehuis genaamd worden voor alle volkeren (Jes. 56 vs. 7). Op Sion zal voor hen allen ontkoming zijn, want wie den naam des Heeren zal aanroepen, zal zalig worden (Joel 2 vers 32). Van den opgang der zon tot aan haar ondergang zal de Naam des Heeren heerlijk worden onder de Heidenen (Mal. 1 : 11).
Alle knie zal voor Hem gebogen worden, en alle tong zal Hem zweren. (Jes. 45 vers 23).
(Wordt voortgezet.)

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 december 1938

De Waarheidsvriend | 10 Pagina's

KERKELIJKE RONDSCHOUW

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 december 1938

De Waarheidsvriend | 10 Pagina's