Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Heidelbergsche Catechismus

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Heidelbergsche Catechismus

naar de verklaring van ZACHARIAS URSINUS (10)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Vraag VII : Vanwaar komt dan die verdorvenheid der menschelijke natuur ?
Antw. : Uit den val en ide ongehoorzaamheid onzer eerste ouders. Adam en Eva, Waardoor onze natuur zóó is verdorven, dat wij allen in zonde ontvangen en geboren zijn. (Gen. 3 ; Rom. 5 vers 12, 18, 19 ; Psalm 51 vers 7 ; 'Gen. 5 vers 3).
Allereerst is dus nu aan de orde. om te spreken over de eerste zonde des menschen, waardoor de verdorvenheid der menschelijke natuur is ontstaan. En dan moeten we verder spreken over de zonde in 't algemeen, voornamelijk over de erfzonde.
Eerst dus over : den val en de eerste zonde des menschen.
En dan moeten we weten : 1. Welke en hoedanig die zonde was ; 2. welke oorzaak zij had ; 3. welke gevolgen zij na zich sleepte ; 4. waarom God haar toeliet.
I. Welke en hoedanig was de eerste zonde? De val of de eerste zonde van den mensch, van onze eerste ouders, Adam en Eva, is ongehoorzaamheid geweest. God had gezegd, dat het vrij stond van alle boomen te eten, maar dat het verboden was te eten van den boom der kennis des goeds en des kwaads. Gen. 2 vers 16, 17. Dit gebod nu heeft de mensch op aansporen van den duivel, een gevallen engel, geschonden ; hij dorst zijn „ja" stellen tegenover het „neen" van God ; en zou zelf uitmaken wat goed en wat niet goed was ; niet God zou de Wetgever zijn, maar de mensch zou heer en meester zijn, alsof hij een god ware ! Deze ongehoorzaamheid, in de overtreding van Gods gebod, is de oorzaak van onze verdorvenheid en ellende.
Nu moet men niet zeggen, dat de eerste zonde een kleine zonde is geweest ; want het is geweest het allergrootste kwaad, omdat zoovele verschrikkelijke zonden hierin samenwerken. En wel : 1. Trotschheid, eerzucht, zelfbewondering : daar de mensch, niet tevreden met zijn eigen waardigheid, Gode gelijk wilde zijn. Dit verwijt God hem ook, daar Hij zegt: „Ziet, de mensch is geworden als Onzer één" (Gen. 3 vers 22). Ongeloof. Hij beschuldigde God van leugen. Gen. 2 vers 17. De duivel was daarmee begonnen (hij is de aartsleugenaar, die van de leugen leeft en niets doet dan leugens fantaseeren); bovendien beschuldigde de duivel God van afgunst. (Gen. 3 vs. 4, 5), om zoo de hoogmoed van den mensch te prikkelen en de begeerte in het hart te brengen ; welke begeerte de moeder is der zonde. Eva, en met haar Adam, schonk den duivel méér geloof dan Gode ; en hij geloofde niet, dat hij daardoor wezenlijk zou gestraft worden. Dit is in den grond der zaak loochenen, dat God waarlijk God is ; en de mensch stelt den duivel in Gods plaats. En dit is geen kleine, onbeteekenende zaak, maar een allerverschrikkelijkste zonde, temeer, waar Gods gebod niet zwaar was. 3. Verachting en ongehoorzaamheid tegen God ; omdat de mensch in strijd met Gods gebod van de vrucht heeft gegeten. 4. Ondankbaarheid voor de weldaden, die hij ontvangen had. Naar Gods beeld geschapen, met bestemming voor het eeuwige leven, bewees de mensch Gode de ondankbaarheid den duivel wel en God niet te gelooven. 7. Liefdeloosheid en onverschilligheid voor zijn nakomelingen : omdat de ongeluk­kige mensch er niet aan dacht, dat hij, door te zondigen, voor zichzelf èn zijn nakomelingen al het goede zou verliezen, dat hij voor zich en de zijnen had ontvangen. 6. Openlijke afval van God af naar den duivel toe. Het goede, dat hij zou ontvangen, vraagt hij niet en verwacht hij niet van God, maar wel van den duivel, van wien hij de Gode-gelijkheid zal deelachtig worden.
Neen, de val van den mensch is geen enkelvoudige en geringe zonde, maar een zonde, die uit vele deelen is samengesteld en gruwelijk is. En terecht heeft God dan ook om deze zonde den mensch, die Hij als verbondshoofd van gansch het menschengeslacht gesteld had, met zijn nakomelingen verworpen. Rechtvaardig heeft God de zware zonde, tegen de hoogste majesteit bedreven, ook met de hoogste straf bezocht. En hier baat de tegenwerping niet : „de zoon zal niet dragen de ongerechtigheid des vaders" (Ez. 18 vers 20), want hier, bij Adam's zonde, zijn alle nakomelingen deelgenooten in de overtreding. In den éénen zondigen allen, dragende mee de schuld en zoo ook de straf.
II. Welke zijn de oorzaken van de eerste zonde ?
De oorsprong van de eerste zonde van den mensch lag niet in God, maar komt uit het ingeven des duivels èn den vrijen wil des menschen. Aan den val des menschen op aarde, gaat de val der engelen in den hemel vooraf ; en de duivel heeft den mensch aangezet om van God af te vallen, en de mensch, instemmende met die aansporing, heeft zich gewillig van God af gewend. En al is het nu waar, dat God den mensch in de verzoeking heeft gelaten en hem niet heeft terug gehouden, toch is Hij daarom geen oorzaak van den val en van de zonde of van den ondergang des menschen ; omdat God, toen Hij den mensch aan zichzelf overliet, geenszins deze rampen bedoelde over den mensch te brengen, maar hem heeft beproefd. God wilde toonen, dat het schepsel niets goeds kan doen of behouden, zoo God hem niet redt en bestuurt. En Hij heeft toegelaten, dat deze beproeving over den mensch kwam en het oordeel vergezelde de zonde.
God heeft de beproeving niet gewild, opdat de mensch zou vallen, en omdat Hij den mensch het eeuwige leven niet gunde ! Geenszins ! Verre zij God van goddeloosheid en de Almachtige van onrecht. Maar Hij heeft de beproeving over den mensch laten komen, opdat in den mensch de afhankelijkheid, de liefde en het geloof en de gehoorzaamheid en het vertrouwen openbaar zou worden en God verheerlijkt zou worden door Zijn beelddrager. In de afhankelijkheid en zwakheid is de mensch beproefd, om zich te sterken in God. Maar de duivel verzocht den mensch, met het doel, dat hij zondigen en zich van God losrukken zou ; en de mensch heeft vrijwillig den verzoeker tegen Gods gebod gehoor gegeven. Zoo zijn de duivel en de mensch oorzaken van de zonde, maar niet God is de oorzaak.
III. Welke zijn de gevolgen van de eerste zonde ?
De gevolgen van de eerste zonde zijn : 1. De schuld des doods en het gemis en de vernietiging van 'het 'beeld Gods bij onze eerste voorouders. 2. De erfzonde bij de nakomelingen, d.i. de schuld des eeuwigen doods en de verdorvenheid en de afkeer van de geheele natuur van God. 4. Alle dadelijke zonden, die uit de erfzonde ontspruiten. De eerste zonde is de oorzaak van de erfzonde, en de erfzonde is weer de oorzaak van de dadelijke zonde, die we dagelijks 'bedrijven met gedachten, woorden en daden. 5. Alle rampen der straf, die om de zonden worden toegediend.
IV. Waarom liet God de zonde toe ?
God had den mensch kunnen bewaren, dat hij niet viel, maar Hij heeft hem niet de genade gegeven om aan de verzoekingen van den duivel weerstand te bieden. Dat heeft God, die den mensch volkomen toegerust had en hem volledig onderricht, opdat 1. de zwakheid van het schepsel openbaar zou worden, die alles van den Schepper hebben moet en door Hem in zijn oorspronkelijke rechtheid moest worden bewaard. 2. Daarna ook, opdat God door deze gelegenheid zou betoonen : Zijn goedheid, barmhartigheid en genade in het redden der uitverkorenen door Christus en Zijn rechtvaardigheid en macht in het straffen om 'hunne zonden van de goddeloozen en verworpenen. Rom. 11 vers 32. Hij heeft Zijn toorn en macht geopenbaard over de vaten des toorns tot het verderf toebereid, en de rijkdom Zijner heerlijkheid over de vaten der barmhartigheid, die Hij te voren bereid heeft tot heerlijkheid.
Rom. 9 vers 22, 23.
(Wordt voortgezet.)

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 januari 1939

De Waarheidsvriend | 10 Pagina's

De Heidelbergsche Catechismus

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 januari 1939

De Waarheidsvriend | 10 Pagina's