Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

UIT DE AFDEELINGEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

UIT DE AFDEELINGEN

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Afdeeling Amsterdam.
Donderdag 1 Maart kwam onze afd. in haar maandelijksche ledenvergadering bijeen. De voorzitter, ds. Remme, opende met het laten zingen van Psalm 5 vers 2, las een gedeelte van Rom. 9 en ging voor in gebed. Voordat wij tot den arbeid van dezen avond overgingen, sprak de voorzitter ons jeugdig lid, Cand. Mulder, in hartelijke bewoordingen toe. daar deze geslaagd was voor zijn proponentsexamen en nu beroepbaar is verklaard. Het verheugde onzen voorzitter, van Cand. Mulder te mogen weten dat Gods waarheid voor hem persoonlijk waarheid was geworden en dat het zijn vurigst begeeren is om de aloude Waarheid in getrouwheid te prediken. Ds. Remme sprak zeker namens de gansche vergadering, toen hij Cand. Mulder toebad, dat er spoedig door den Heere hem een plaats zou worden gewezen in Zijn wijngaard en dat 's Heeren getrouwmakende genade hem rijkelijk mocht omringen.
Nadat de notulen der vorige vergadering waren gelezen, kreeg vr. Van der Linden gelegenheid tot het houden van zijn onderwerp : „Verkiezing en verwerping". Als uitgangspunt koos inleider Art. 1 van de Leerregels van Dordt. In een welverzorgd betoog werkte inleider dit voor ons uit, ons aantoonend dat het besluit Gods de middelen niet overbodig maakt, doch juist verordineert, en de rust voor Gods volk juist gelegen is in de onveranderlijke trouw Gods. Voorts lichtte inleider de bestrijding der Remonstranten ons nader toe, om tenslotte er op te wijzen dat de verkiezing Gods de fontijn der zaligheid is voor de Kerk Gods.
Na eenige bespreking over dit onderwerp, hield vr. De Jong voor ons een inleiding over „Paulus". Niet alle Zendingsreizen van Paulus zou inleider behandelen, doch wilde in 't bijzonder stilstaan bij deze episodes in Paulus' leven, welke hem in aanraking brachten met de cultuurcentra, en wel Mesopotamië, Egypte en Griekenland, waaruit het Hellenisme is ontstaan. De beteekenis van Socrates, Plato en Aristoteles werden even aangestipt. Inleider wees er op, hoe de Romeinen met het zwaard Griekenland veroverden, doch hoe zij op hun beurt werden veroverd door de cultuur der Grieken.
Ook hierop volgde nog eenige bespreking, waarna de rondvraag werd gehouden, waarin werd meegedeeld en besloten om Woensdag 5 April als afdeeling naar het Bijbelsch Museum te gaan, alwaar onze voorzitter, ds. Remme, een lijdensmeditatie hoopt te houden over het onderwerp : „Het gouden Verzoendeksel" en tevens het Bijbelsch Museum te bezichtigen. Tevens hopen wij in April onze jaarvergadering te houden, waarvoor Cand. Mulder toezegging deed een Bijbelsch onderwerp voor ons te houden. Hierna sloot Cand. Mulder met dankgebed.
N.B, Wij maken onze leden nog attent op onze openbare vergadering op Donderdag 23 Maart, waar voor ons hoopt op te treden ds. Terlouw, van Garderen
Namens het Bestuur : A. J. SCHOEN.

Afdeeling Gouda.
Verslag van de rede van den W.Eerw. heer ds. E. Sonneberg, te Molenaarsgraaf, op 23 Febr. j.I.
Onze voorzitter, ds. E. E. de Looze, opent na Psalmgezang met Schriftlezing en göbed deze vergadering, leidt ds. Sonneberg met 'n kort openingswoord in en een begroeting tot de opgekomenen en verleent ds. Sonneberg de gelegenheid tot het houden zijner rede over 't onderwerp : „De Darbisten".
Spreker stelde, alvorens zijn onderwerp te behandelen, ons de ontwrichting op allerlei gebied, dus ook kerkelijk, voor oogen, waaruit volgt de verscheurdheid van het lichaam van Christus. Wij zouden geneigd zijn te zeggen „vruchten der scheiding en afscheiding", maar ook te betreuren is het door de toestand der Kerk, dat wij nog komen voor een afd. van den Geref. Bond tot verbreiding en verdediging van de Waarheid in de Ned. Herv. (Geref.) Kerk.
Komend tot zijn onderwerp „Het Darbisme", zegt hij, dat het z.g.n. Darbisme meent, in de verwarring der geesten den weg gevonden te" hebben om tot eenheid op geestelijk terrein te komen. Het Darbisme trekt een streep door de heele historie van Gods Kerk op aarde en het dogmatische als Kerkbegrip, en wil als gevolg tot de eerste Christengemeente terugkeeren. Zij ontkennen alle ambten in de gemeente, zoowel predikanten, ouderlingen als diakenen en poneeren te leven naar den Bijbel, doch of vergeten of miskennen den Bijbel als vrucht der kerkelijke vergaderingen, en toch aanvaarden zij den Bijbel. Van den naam „Darbist" willen zij niet weten, aangezien zij geen kerk, secte of partij willen zijn en daarom zijn zij en gaan zij als geloovigen naar de „Vergadering der geloovigen", in onderscheiding der kerk als samenkomst met ongeloovigen. Zij vergaderen als kinderen Gods om het middelpunt „Jezus Christus" en het Avondmaal te gebruiken tot Zijn gedachtenis.
De Darbisten zijn ontstaan in de eerste helft der 19de eeuw. De Fransche revolutie had diepe, droevige sporen van ongeloof nagelaten, doch waardoor er ook in dien toestand een roepen en uitzien, nog een God zoeken geboren werd en ook een uitzien naar Christus' wederkomst, hetwelk Darby noemde een vrucht van Gods Geest. De Darbisten hebben hun ontstaan uit Ierland, n.l. van drie getuigen (geloovigen), te weten Bellet, Darby en Hutchinson, welke zich één gevoelden in Christus, en zoo gevoelen de Darbisten zich nu nog. De Darbisten willen (zooals zij het noemen) van menschelijke bepa­lingen, reglementen, lidmaatschappen enz., mets weten. Johnson Nelson Darby werd 18 Nov. 1800 uit aanzienlijke ouders te Westminster geboren, werd predikant in de Engelsche Staatskerk en ging 7 of 8 jaar na zijn bekeering weer het predikambt verlaten, ook al omreden de aartsbisschop niet wilde dat er onder de Roomschen Zending gedreven werd. Na zijn bekeering leerde hij het Evangelie van Joh. 14 VS. 20 verstaan, n.l. één te zijn met Christus. Hierdoor kwam hij tot vergaderen te Dublin met eenige vrienden, tot volharding in de leer der Apostelen en in de breking des broods. Darby heeft veel gereisd en verkeerde in alle kringen en uit zijn pen is veel voortgekomen, ook een Fransche en Duitsche bijbelvertaling. Hij stierf 81 jaar oud zijnde, en op z'n graf staat: „onbekend en toch welbekend". Dan bespreekt spreker de drie hoofdpunten, n.l. de Kerk, de Doop, het Avondmaal. Dr. v. d. Flier zegt in zijn boek „Over het Darbisme" op blz. 7 : Darby kon geen woorden genoeg vinden om op de Kerk te schimpen ; zij, de Kerk, is de grootste hoer, een afgodstempel en haar jaarboeken zijn boeken der hel. De Protestantsche gemeente moet niet spreken van haar Koning, maar van haar hoofd. Van de gemeente wordt gezegd : ten 1ste : zij is het lichaam van Christus ; ten 2de : zij is de tempel Gods, en ten 3de : de gemeente, naar Gods raadsbesluit uit enkel wedergeborenen en levende steenen bestaande, heeft ook een verantwoordelijkheid. Christus bouwt, en faalt nimmer ; daarnaast (i Cor. 13) is het de mensch, die het fundament gelegd heeft en dat kan verdorven worden, en dit (Kerkformatie) schat de Darbist gering.
Het ontstaan van de Christelijke gemeente dateert van den Pinksterdag, maar er zijn ook latere Chr. gemeenten ontstaan door de prediking der Apostelen, en dat is Gods gedachte geweest en vandaar één band van alle gemeenten en als gevolg bij verhuizing van een lid, opgave van attest. Doch — zegt de Darbist — de gemeente is afgeweken, omdat het menschelijk was, doch tijdens de Apostelen had het verval zijn intrede gedaan en daarover moet schuldbelijdenis komen en.... dus dan ook de daad, en.... die daad is afscheiding van de ongeloovigen, en dan vereenigen die „deze daad" gedaan hebben, en dat is een vergadering van alle ware geloovigen met erkenning van het eenig hoofd, Jezus Christus. Doch — zegt J. Schreuder in zijn boek over het „Darbisme" — „de practijk logenstraft de leer". De eenheid bij de Darbisten is ook niet bewaard göbleven, vandaar dat in onzen tijd „vromelijk genieten en stichting" voor velen voldoende is. Zoo worden in alle buiten-kerkelijke gemeenschappen sommige dingen tot een hoofdbeginsel. De Darbisten willen nabootsen de eerste Christengemeente, n.l. biddend, dankend, zingend, brood brekend en elkander vermanend samenkomen. Maar we vragen: wie zal de tucht uitoefenen, aangezien er geen ambt is ? De Dabist zegt : dat doet de vergadering ; en de Dar^bist gebruikt de Bijbel tot een wetboek en weet alles daaruit af te leiden, hoe hij doen moet. Schreuder zegt verder in zijn boek : De Vergadering berust op formules, willekeurig samengesteld uit verschillende tekstwoorden en op gevolgtrekkingen van op zichzelf staande teksten uit de Heilige Schrift.
Dan de Doop. Bij de kerkelijken in Calvinistische kringen komt de verbondsgedachte tot uitdrukking. Bij de Darbisten wordt dit gemist ; zij zeggen : De Doop is door Christus ingesteld, toen Hij bevel had gegeven „eerst te prediken en dan te doopen". Kinderdoop, hoewel Darby dit voorstaat, wordt door zijn volgelingen verworpen. Zij zeggen : „doop is belijden" en „aflegging der zonden", en als geloovige wordt men gedoopt. Een schromelijke dwaling is het, een wedergeborene te worden door den doop. De Darbist zegt: Om gedoopt te worden, moet men een geloovige, een wedergeborene, een Christen zijn, en de zoodanige ontvangt in (door) den doop de verzekering van de vergeving der zonden. De beteekenis van den doop is de begrafenis en afwassching der zonden door Christus' dood en opstanding van Christus.
Het woord „doopen" beteekent „onderdompelen", dus moet men onderdompeling ondergaan en uit de onderdompeling oprijzen. En dit doopen geschiedt dan door een geloovige van de Vergadering.
De H. Schrift spreekt niet van kinder-, volwassenen- of bejaarden-doop, doch alleen van doopen van geloovigen. Zoo is dus de doop, de daad, waardoor bekeering wordt beleden, een opstanding met Christus.
Nu rest nog het 3de punt : Het Avondmaal. Dit is het middelpunt der Vergadering. Het Avondmaal is eeredienst, welke wij als kinderen Gods hebben. I. Het Avondmaal is het feest der verlossing ; II. Het Avondmaal is het feest der gedachtenis. Vooral wordt hierop nadruk gelegd. De Darbist zegt : van de Kerk is het verkeerd, dat zij in het Avonrmaal een sacrament ziet, zoodat gezegd mag worden en wordt gezegd : Komt allen tot Mij, die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven. Want hiermede verandert men het gedachtenismaal tot een Evangelieprediking. III. De verkondiging van den dood van Christus is een proclamatie aan de wereld, wat door de geschiedenis der Kerk ook in verval is gekomen. Het Avondmaal blijft den geloovige over, het vereenigingspunt. IV. Het Avondmaal is de verkondiging van de eenheid der geloovigen. Het mag het karakter van een maaltijd niet verliezen en met ongewijde handen mag men niet deelnemen aan het Avondmaal, want dan keert men tot de Roomsche practijken terug en dan moet het plaats hebben op eiken eersten dag der week, evenals bij de eerste gemeente.
Wij hebben u, vergadering van den Geref. Bond te Gouda, de voornaamste beginselen der z. g. n. Darbisten uiteengezet.
Beschamend voor ons, „kerkelijken", is de Bijbelkennis, die hij hen aangetroffen wordt. Hun aanvallen van de Kerk moeten wij aanvaarden als schuld. Het verval is groot, maar Gods Geest is grooter en machtiger dan onze schuld en zonde. De bede zij en blijve er in ons, of de Heere door Zijnen Geest de Kerk nog weder oprichten mag uit haar diepen val en verdeeldheid van Christus. En zij het of worde het meer en meer „Ora et Labora" (bid en werk), tot heil en vrede voor eigen hart en leven. Een schoone taak. En geve de Heere maar nieuw leven in de dorre doodsbeenderen.
Van de gelegenheid tot het stellen van vragen werd door enkelen gebruik gemaakt, welke vragen door den spreker werden beantwoord. Ds. de Looze dankte den spreker zeer voor zijn keurig gehouden rede en de hoorders voor hun opkomst. Na Psalmgezang eindigde spreker met dankzegging.
En wij roepen hem een „tot weerziens" toe.
C. J. REVET, 2de Secretaris.
 

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 maart 1939

De Waarheidsvriend | 10 Pagina's

UIT DE AFDEELINGEN

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 maart 1939

De Waarheidsvriend | 10 Pagina's