Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

STAAT EN MAATSCHAPPIJ

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

STAAT EN MAATSCHAPPIJ

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

EEN ONDEUGDELIJK VOORSTEL
Zooals onze lezers zich uit een vroeger artikel zullen herinneren, is een van de groote voordeden van de omzetting van de driejarige- in een vierjarige opleiding tot onderwijzer — de materie, die op het oogenblik, dat wij dit schrijven, bij de Tweede Kamer in openbare behandeling is — hierin gelegen, dat tegelijkertijd met een verbeterde opleiding der onderwijzers, ook de financieele gelijkstelling van bijzonder en openbaar kweekschoolonderwijs benevens de geheele regeling van dat onderwijs zelve in de Lager-Onderwijswet wordt vastgelegd.
Deze laatste omstandigheid heeft, nu de Volksvertegenwoordiging geroepen is om mede de kweekschoolopleiding te regelen, gelijk te verwachten was, de onderscheidene politieke fracties der Tweede Kamer aanleiding gegeven tot 't indienen van een aantal amendementen (voorstellen) tot wijziging van het Regeeringsontwerp.
Onder deze amendementen; nu zijn er enkele van ingrijpenden aard, o.a. het voorstel om in het leerplan van de openbare kweekscholen als verplicht leervak op te nemen : de Bijbelsche geschiedenis.
De Minister van Onderwijs had in zijn ontwerp bepaald, dat aan de leerlingen van afdeeling A der kweekscholen, dat is van de afdeeling voor de opleiding tot onderwijzer, de gelegenheid wordt gegeven tot het ontvangen van godsdienstonderwijs.
Men voelt hier het onderscheid tusschen het amendement en het Regeeringsvoorstel. Het eerste neemt de Bijbelsche geschiedenis — iets anders dan godsdienstonderwijs — als verplicht leervak in het leerplan op, het laatste laat' het ontvangen van godsdienstonderwijs vrij.
De voorstellers van het amendement — de leden der liberale Kamerfractie — merken ter toelichting van hun voorstel het volgende op. Zij schrijven :
In de Memorie van Antwoord op het Voorloopig Verslag zegt de Minister op bladz. 22, dat kennis van den inhoud des bijbels ook voor den onderwijzer der jeugd onmisbaar is en onontbeerlijk voor het begrip van onze taal, onze letterkunde, onze kunst, onze geschiedenis en onze volksziel. De ondergeteekenden onderschrijven deze uitspraak. Van deze gedachte uitgaande, kan het bijbelsche geschiedenisonderwijs niet gemist worden als verplicht leervak in het programma van iedere kweekschool. De onderwijzer, die zelf in zijn opleiding in dit opzicht een hiaat heeft, kan ook niet op doeltreffende wijze voor de opvoeding der aan zijn zorgen toevertrouwde pupillen zorg dragen.
In het voorbijgaan moge er nog op worden gewezen, dat de Sociaal-Democraten op het amendement een sub-amendement — een amendement op een amendement — hebben ingediend om de woorden „Bijbelsche geschiedenis" op een andere plaats, dan de liberale Kamerfractie doet, in het desbetreffend artikel van de Wet op te nemen. Aldus een redactiewijziging.
Hoe dit intusschen ook zij, wanneer de Liberalen en de Soc.-Democraten hun wensch ingewilligd krijgen, zal de Bijbelsche geschiedenis als een verplicht leervak in het leerplan der openbare kweekscholen opgenomen worden.
Daartegen bestaan echter niet geringe bedenkingen. Deze bedenkingen zijn wel niet nieuw. Zij werden reeds meermalen, ook al was het in een eenigszins gewijzigden vorm, te berde gebracht bij het vraagstuk van het godsdienstonderwijs op de Openbare Lagere School en op inrichtingen voor Middelbaar en Hooger Onderwijs, die niet Christelijk georiënteerd zijn.
In de eerste plaats rijst de vraag van de uitvoerbaarheid van het denkbeeld. Tot de openbare kweekscholen heeft toch een ieder toegang, zoowel de leerling van Protestantsch- Christelijke levensbeschouwing, en van vrijzinnige richting, als de leerling, die Roomsch of Jood is, of wel tot geen enkele Kerk behoort. Hoe zal voor al deze leerlingen van diverse pluimage de Bijbelsche geschiedenis moeten worden gedoceerd, zonder een dezer leerlingen aanstoot te geven, ook al wordt het Bijbelsch onderwijs niet in theologischen zin, doch bloot als geschiedenis onderwezen ? Hoe zullen Bijbelsche verhalen behandeld worden, als b.v. de Scheppingsgeschiedenis ; de Zondeval ; de ophooping der wateren tot een muur aan beide zijden in de Roode Zee en de Jordaan ; het verblijf van den Profeet Elia aan de beek Krith en zijne wonderbare spijziging aldaar, en andere dergelijke geschiedenissen meer ? Zullen deze verhalen, ook die uit het Nieuwe Testament, met den Heere Jezus als Profeet, Priester en Koning in het centrum, zóo aan de leerlingen voorgesteld worden, als zij in den Bijbel voorkomen, of wel zullen deze gecommentarieerd worden (voorzien van verklaring, uitleg of toelichting) ?
En als dit onderricht dan door een vrijzinnigen leeraar van de kweekschool gegeven wordt, die daarbij tevens nog van de Leidsche vertaling van den Bijbel gebruik maakt (het gebruiken van de Statenvertaling staat toch niet in de Wet voorgeschreven) dan, en dit is een tweede bedenking tegen wat men van Liberale en Socialistische zijde in de» Wet wenscht te brengen, zal dit in niet geringe mate een leerling van Protestantsch Christelijke beginselen, die niet in de gelegenheid is een bijzondere kweekschool te bezoeken, doch op een openbare kweekschool aangewezen is, kunnen ergeren en in zijn heiligste gevoelens kunnen kwetsen.
Daarom zal, zoo de bepaling in de Wet zou komen, wat wij niet hopen en ook niet verwachten, deze de openbare kweekscholen niet alleen voor Roomschen en Joden, maar ook voor zulke leerlingen sluiten.
Dit kan en mag niet. Het amendement is, hoe goed ook bedoeld, ondeugdelijk.
En uit dien hoofde zal het maar het beste zijn, dat de Kamer het voorstel verwerpt en de regeling, zooals Minister Slotemaker die heeft ontworpen, aanvaardt.
Dan blijft elke leerling volkomen vrij.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 mei 1939

De Waarheidsvriend | 10 Pagina's

STAAT EN MAATSCHAPPIJ

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 mei 1939

De Waarheidsvriend | 10 Pagina's