Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De vorige wereldoorlog (1914-1918)

Bekijk het origineel

De vorige wereldoorlog (1914-1918)

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

VII.
Zoo was de oorlog in vollen gang. En ons land werd geteisterd door watersnood.
De Centralen waren in den krijg te land voorspoedig ; vooral aan het Oostfront en in den Balkan. Ze wisten groote voordeden te behalen. Ter zee was dat anders. Wel brachten Duitsche booten aan de schepen der Geallieerden schade toe, maar ze konden niet goed uit den weg en het bleek wel, dat Engeland de zee beheerschte.
Eind Mei 1916 voer de Duitsche slagvloot Helgoland voorbij, de kust van Jutland langs, naar het Skagerak. Daar ontmoette zij een Engelsche marinemacht. Toen werd het eerste schot gelost door de Duitschers. Het was het teeken van den geweldigen strijd tusschen de zwaarbewapende finieschepen, de snelvarende torpedojagers, de gepantserde kruisers, de venijnige onderzeeërs der beide vioolmachten.
Engelsche schepen zonken. Duitsche schepen zonken. En als er niet bijzondere hulp van Engeland gekomen was, door de groote slagschepen der Britsche marine, zouden de Engelschen het zwaar hebben te verantwoorden gehad, maar nu keerden de kansen en onder begunstiging van de duisternis van den nacht kon de Duitsche vloot terug keeren naar hun basis, de havens, waarvan ze uitgevaren waren. De Engelsche vloot bleef de zeeën beheerschen.
Waarvan onze visschersvloot de nadeelige gevolgen ondervond. Want in Juni en Juli 1916 werden de Nedérlandsche visschérsbooten opgebracht naar Engelsche havens, omdat een deel van de vangst door de Nedérlandsche visschers (die neutraal waren) aan Duitschland werd verkocht. Dat duldde Engeland niet Het Duitsche volk, vrouwen en kinderen inbegrepen, moest worden uitgehongerd ! De Nedérlandsche regeering protesteerde tegen deze daad van geweld — maar de Nedérlandsche schepen werden niet losgelaten, dan nadat men had beloofd een deel aan Engeland te zullen verkoopen.
Zwaarder begon het Nedérlandsche volk de druk van den oorlog te gevoelen, toen het voedsel al schaarscher werd. In 1914 en 1915 was er geen gebrek, maar in 1916 werd dat anders ! Uit het buitenland werd weinig meer ingevoerd. Daar werd minder geproduceerd, nu millioenen mannen aan hun dagelijkschen arbeid waren onttrokken, om op de slagvelden bloediger werk te doen. En van hetgeen verbouwd werd, schoot weinig over voor den uitvoer. Bovendien werd de graanaanvoer over zee vanuit Amerika b.v. zeer bemoeilijkt door de gevaren, die de koopvaardijschepen bedreigden. En het binnenland leverde natuurlijk óók veel minder op. Er was gebrek aan kunstmest, waarvan de invoer ook werd bemoeilijkt, omdat men vreesde, dat wij dan straks Duitschland konden helpen met levensmiddelen. En tegenover de vermindering van voedsel-aanvoer en voedsel-verbouw stond een toeneming van eters. Want : duizenden vluchtelingen waren over onze grenzen gekomen ; tienduizenden geïnterneerde soldaten van verschillende legers waren hier, ondergebracht in kampen bij Alkmaar, Oldebroek, Harderwijk, Amersfoort, Groningen en in Gaasterland.
Een heele reeks wetten kwamen er nu, om orde op de zaken te stellen. Er werd druk geklaagd en gemopperd. En lang niet ieder Nederlander kende toen z'n plicht. De oorlogswinst-makers (de O.W.-ers) zijn de zwarte schandevlekken van dien tijd, die overal zaten, onder boeren, burgers, visschers, fabrikanten, enz. enz.
Grasland werd gescheurd, omgeploegd en tot bouwland gemaakt. Elk stukje grond langs wegen, sloten, spoordijken enz. werd benut, voor het pooten van aardappelen of het verbouwen van groenten.
De beschikbare levensmiddelen werden gerantsoeneerd en gedistribueerd. De legitimatiekaart, de Rijks-broodkaart enz. kwam. Vleesch, visch, boter, olie, vet, was er bijna niet. Gas branden kon bijna niet ; petroleum was er bijna niet. Donker en koud buiten en in huis !
in lange rijen stonden de menschen voor de winkels ; eindelijk stond men voor de toonbank ; en dan kreeg men dikwijls óf een minimum-hoeveelheid óf de boodschap was: uitverkocht. Later maar eens terug komen, en dat, na uren te hebben gewacht.
Om van de enkele artikelen, die niet „in de distributie" waren, iets te bemachtigen, stonden de vrouwen en meisjes, maar ook de mannen en jongens, uren en uren in de rij. Bij de vischkiosken in Den Haag b.v. werden des nachts om 2, 3 uur reeds de rijen gevormd ; 's morgens om acht uur begon de verkoop pas, en men was niet zelden „bevroren" van de kou.
Brandstoffen waren schaarsch. De Limburgsche steenkolenmijnen voerden hun productie zoo hoog mogelijk op, en in de hoogveenstreken van Groningen en Drenthe werd hard gewerkt. Maar — het tekort was en bleef groot. Kolenkaarten kwamen er en petroleumbons, en voorschriften gelastten de beperking van het "gebruik van gas en electriciteit voor huis- en winkel- en straatverlichting.
De Minister van Landbouw, dr. F. E. Posthuma, had een zware taak. Maar ondanks alle voorzorgsmaatregelen, werd de toestand al nijpender, de rantsoenen werden al kleiner ; er was gebrek aan véle dingen. Onder het volk kwam ondervoeding.
Ook nam de Staatsschuld met millioenen toe ! (Wordt voortgezet.)

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 november 1939

De Waarheidsvriend | 10 Pagina's

De vorige wereldoorlog (1914-1918)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 november 1939

De Waarheidsvriend | 10 Pagina's