STAAT EN MAATSCHAPPIJ
EEN VOORTREFFELIJKE VELDLEGERORDER
De commandant van het veldleger heeft een uitnemend werk verricht, wat men van een R.K. generaal niet zoo dadelijk.had durven verwachten.
EEN VOORTREFFELIJKE VELDLEGERORDER
De commandant van het veldleger heeft een uitnemend werk verricht, wat men van een R.K. generaal niet zoo dadelijk had durven verwachten. De Commandant van het Veldleger n. Generaal Van Voorst tot Voorst nam toch het voortreffelijk besluit om de militaire Commandanten onder zijn bevelen in een een Veldlegerorder te herinneren aan de bepaling van artikel 50 van het Reglement Inwendige Dienst der Koninklijke Landmacht, luidende :
„De regimentscommandant treft de noodige maatregelen waardoor voor en na de gemeenschappelijke maaltijden van onderofficieren en van korporaals en soldaten eenige oogenblikken stilte heerscht, zoodat de aanzittenden behoorlijke gelegenheid hebben tot bidden en danken".
De Veldlegerorder zelve hield op dit punt het volgende in :
Nu, tengevolge van de mobilisatie, de weermacht in zoo geheel andere omstandigheden verkeert dan zoowel de officieren en onderofficieren als de manschappen tot nu toe gewoon waren, is er bijzondere zorg vereischt, dat de hand wordt gehouden aan die gedragingen van militaire orde, welke bij een minder regelmatigen gang van zaken ook onopzettelijk aan .eenige veronachtzaming onderhevig zouden kunnen zijn. In dit verband heb ik in het bijzonder op het oog de bepalingen uit art. 50 van het R.I.D., K.L., betreffende het voor en na den maaltijd geven van gelegenheid tot bidden en danken. Iedere commandant, op élke afzonderlijke plaats, is verantwoordelijk voor de naleving dezer bepaling, waarbij uiteraard de Regimentscommandant de hem in gemeld artikel toegewezen taak in uitgebreiden zin zal hebben te vervullen.
Doch bij zijn aandrang op het naleven van de bepaling omtrent het voor en na den maaltijd geven van gelegenheid tot bidden en danken, laat de Commandant van het Veldleger het niet. Hij vestigt in de Veldlegerorder ook de aandacht op de artikelen la, 8 en 22a van -hetzelfde Reglement Inwendige Dienst. Deze artikelen luiden :
Art.la. Daar de godsdienst de bron is van alle geluk, deugd en waren moed, behoort ook in den krijgsstand een ieder zich tot het hoog houden daarvan en tot een zedige levenswijze te bevlijtigen ; de godslasteringen, het vloeken en zweren, moeten worden nagelaten en zullen de meerderen hierin en in al wat de handhaving der goede zeden kan bevorderen, hun minderen met een goed voorbeeld voorgaan en alle buitensporigheden algemeen vermeden moeten worden.
Art. 8 (4). Hij zal zich te allen tijde behoorlijk gedragen overeenkomstig de waardigheid van den militairen stand, bij voorkeur zich geheel onthouden van het gebruik van sterken drank en ook in den omgang met burgers een voorbeeld zijn van ordelijk en goed zedelijk gedrag, hulpvaardigheid en menschlievendheid.
Art. 22a. Den militairen is verboden : het bezigen van vloeken en godslasteringen, van onzedelijke taal of hinderlijke uitdrukkingen, zoowel buiten als in dienst.
De Veldlegerorder besluit met deze woorden : „Met name de Compagniescommandanten en overeenkomstige Commandanten zijn er voor verantwoordelijk, opdat aan de betreffende bepalingen, zoover hun bevoegdheid reikt, streng de hand worde gehouden". Deze uitnemende Veldlegerorder levert een nieuw bewijs, dat de geestelijke verzorging der gemobiliseerden bij de legerautoriteiten ernst is. Het maandblad „Pro Rege", dat van een en ander, natuurlijk ook met instemming, gewag maakt, teekent bij de order van Generaal Van Voorst aan, dat het voor den militair van christelijken huize een ruggesteun is, dat ook aan deze dingen, de geestelijke verzorging betreffende, de aandacht geschonken wordt. De plotselinge overplaatsing in een geheel nieuw milieu (omgeving) en de geheel veranderde omstandigheden in do levenswijze, doet bijzonder den jeugdigen militair, die uit een christelijk gezin komt, die nieuwe omgeving vreemd aanvoelen. Dat hij daarbij gesteund wordt, door dingen, die in het ouderlijk huis regel zijn, als b.v. het bidden en danken bij den maaltijd, kan hem niet anders dan sterken in het beginsel om openlijk den Christus te belijden.cEn eenmaal dien weg ingeslagen, laat hij alle beschroomdheid achter zich, om getrouw voor zijn levensbeginsel op te komen. In dien zin is ook. de Veldlegerorder van den Commandant van het Veldleger, die den soldaat een krachtige ruggesteun geeft, toe te juichen. Zoo wordt de geestelijke verzorging, ook door een order, als Generaal Van Voorst die gaf, in belangrijke mate gediend.
HET A.P.C.-COMITÉ
Het Algemeen Protestantsch Christelijk Comité, kort genoemd het A. P. C.-Comité, dat zich bezighoudt met de behartiging van de Geestelijk-Zedelijke belangen der gemobiliseerden, onder leiding van dr. J. J. C. van Dijk, den oud-Minister van Defensie, heeft een oproep aan allen, die zich voor deze belangen interesseeren, in de bladen doen opnemen. Gaarne geven ook wij plaats aan den oproep :
De mobilisatie heeft eenige honderdduizenden mannen onder de wapenen geroepen, hen van hun gezinnen gescheiden en in een voor hen vreemde omgeving gejjlaatst, dikwijls onder uiterst moeilijke omstandigheden, waar immers velen hun werkkring, bedrijf of nering hebben moeten verlaten, zonder dat voor de verzorging daarvan voldoende waarborgen aanwezig waren. Het Nederlandsche Volk heeft ten opzichte van de mannen, die zijn geroepen om den vaderlandschen bodem te bewaken en — moge God het geven — óók te bewaren, een taak te vervullen, niet alleen om hulp te verleenen, teneinde aan de maatschappelijke bezwaren zooveel mogelijk tegemoet te komen, maar niet minder om mede te werken aan de behartiging van hun geestelij k-zedelijke belangen. Bij dit laatste komen de vragen aan de orde : waar vinden de gemobilisecrden na afloop van den dienst in het bijzonder op Zondagen een tehuis, waar een levenstoon kan heerschen in overeenstemming met hun levensovertuiging ? Op welke wijze zullen zij hun vrijen tijd vruchtdragend kunnen besteden ? Welke ontspanning en ontwikkeling kunnen hun daartoe worden geboden ? Op deze vragen kan, gelet op de verscheidenheid in ons volksleven voor wat de geestesrichting aangaat, niet hetzelfde antwoord voor allen worden gegeven. Dat wil niet zeggen, dat er niets zou kunnen worden geboden, wat voor allen aanvaardbaar is ; integendeel, mits met groote zorg gekozen, is ook op het terrein van ontwikkeling en ontspanning bereikbaar dat men achterwege laat, wat zou ingaan tegen de levensovertuiging van bepaalde volksgroepen. Zoo is het op verschillende plaatsen ook opgevat. Ook de door de Overheid in het leven geroepen organisatie wil van die gedachte uitgaan. Een Raad van Advies staat daartoe 't Opperbevel terzijde, waarin vertegenwoordigers van verschillende geestesstroomingen in ons volksleven zijn opgenomen. Gehoopt mag worden, dat bij de uitvoering deze gedachte nauwgezet zal worden gevolgd, want immers er zal veel moeten worden overgelaten aan de instanties, die p 1 a a t s e 1 ij k — in de honderden kantonnementen — de ontspanning en ontwikkeling hebben te regelen.
Maar daarnaast is meer noodig — en nu spreken we in het bijzonder over de gemobilisecrden van Protestantsch-Chrislelijken huize — n.l. het zoo mogelijk scheppen van een milieu van eigen levensrichting, hetwelk eenige vergoeding kan geven voor het gemis van het gezinsleven en van de vertrouwde levenssfeer. Teneinde dat te bevorderen, is vorengenoemd Comité, waarin alle Prot.-Christelijke stroomingen zich door haar vertegenwoordigers hebben vereenigd, opgericht. Het Comité kan dan ook voor zijn arbeid een beroep doen op de medewerking van geheel Prot. Christelijk Nederland — Kerken, vereenigingen en organisaties, particulieren — en in het algemeen ojj allen, wien de geestelijk-zedelijke belangen van onze gemobiliseerde mannen ter harte gaat. De arbeid omvat het bevorderen van de stichting van tijdelijke Chr. Militaire Tehuizen en het concentreeren van krachten, die voor ontspanning, ontwikkeling en lectuur kunnen zorgen.
Op tal van plaatsen is in dit opzicht reeds belangrijk werk gedaan ; een groot aantal tijdelijke Tehuizen kwam tot stand door plaatselijke samenwerking, waartoe lokaliteiten beschikbaar werden gesteld en gelden werden bijeengebracht om de inrichting mogelijk te maken en verdere kosten te dekken. Maar lang niet overal kon dal op bevredigende wijze slagen, met name niet in streken met een zwakke Protestantsch-Christelijke bevolking. Met groote waardeering worde hier vermeld de vruchtdragende arbeid van de veldpredikers ; op hun onontbeerlijke hulp wordt — zoo mogelijk in samenwerking met plaatselijke krachten — ook door het Comité gerekend. Medewerking van de militaire autoriteiten kan natuurlijk niet worden gemist en wordt dan ook gezocht, terwijl voorts zal worden gestreefd, waar eenigszins mogelijk, naar samenwerking met hetgeen van Overheidswege gedaan wordt. Daarnaast wordt een dringend beroep gedaan op alle krachten die zich beschikbaar willen stellen voor de verzameling en de verspreiding van goede lectuur, voor het houden van lezingen, voor zang-, muzieken voordracht-avonden enz., opdat het Comité hulpmiddelen en krachten naar behoefte kan distribueeren.
Het is noodig, dat heel ons Christenvolk in Nederland zich achter het A. P. C.-Comité schaart, om het werk, dat het Comité in diepe afhankelijkheid van Gods gunst is begonnen, tot uitvoering te brengen. Naast wat de Regeering doet ter behartiging van de geestelijke verzorging der militairen van land- en zeemacht, heeft de geheele Protestantsche Christenheid te toonen, dat haar de geestelijk-zedelijke belangen der gemobiliseerden ter harte gaat. Onze mannen, die huis en haard verlieten, zullen dit alles ongetwijfeld op hoogen prijs stellen.
Volledigheidshalve deelen wij nog mede, dat het Secretariaat van het A. P. C.-Comité gevestigd is: Stadhouderslaan 43/45, Utrecht, telefoon 12443.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 januari 1940
De Waarheidsvriend | 10 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 januari 1940
De Waarheidsvriend | 10 Pagina's