Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

RONDOM DE LEESTAFEL

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

RONDOM DE LEESTAFEL

DE BIJBEL HET LICHT VOOR DE KUNST

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

DE BIJBEL HET LICHT VOOR DE  KUNST door Dr. B. Wielenga. Uitgave : J. H. Kok, Kampen.

Dit boek, in groot kwarto formaat, tellende 376 bladzijden is als een bad, een verfrisschend bad. Men voelt dan iets nieuws in zich komen. Er komt iets schoons en iets heerlijks door het lezen van dit boek over ons. De horizon verwijdt, het inzicht verdiept, onze kennis vermeerdert en het is met stil genieten, met stille vreugd en groote dankbaarheid, dat we telkens gewaar worden wat schatten dit boek ontsluit voor degenen, die hun Bijbel liefhebben, het Boek der schoonheid, het licht voor de kunst. Wat zijn de dingen veel rijker dan wij vaak denken, wat gaan ze veel hooger, dan wij hebben gemeend en we danken er God voor, dat wij dat in ons geloof mogen opnemen en dat wij het in ons leven mogen meedragen en er winste mee mogen doen voor ons zelf en voor anderen. Och, dat de menschen wisten, hoe in Gods Woord oude en nieuwe schatten zijn uit te graven. Hoe hier de fijnste edelgesteenten liggen, die wachten op ontdekking, om te vormen onze rijkdom en onze vreugd. Wat is Gods Woord heerlijk mooi. Wat is de Bijbel geheel éénig in zijn soort. Wat kan dit Boek der boeken jongeren en ouderen, ja, wijs maken tot zaligheid, maar ook wijsheid en verstand bijbrengen voor het gansche leven, om zoo het leven anders te leeren zien en anders van het leven te genieten.

Sla dit boek van dr. Wielenga, de begenadigde schrijver — want het is genade, om zóó schatgraver te mogen zijn, zoó beeldhouwer, zoó schilder, zoó kunstenaar, en om dan zóó mooi, zoo eenvoudig, zoo voornaam, zoo duidelijk, zoo aantrekkelijk de dingen te kunnen zeggen en schrijven rakende den Bijbel, het Boek der boeken, het Boek van zaligheid en schoonheid — en gij zult altijd wat vinden, dat u pakt en vasthoudt. En als we dan bedenken, dat dit baanbrekend werk is, pioniers-werk, om inzicht en leiding te geven op een nieuw terrein, en in den Bijbel antwoord te vinden op de vraag : wat zijn de beginselen der kunst ? dan verwondert het ons te meer, dat nu zoo'n boek, van dien omvang en met die rijke inhoud, voor ons ligt. De Groote Kunstenaar is God, die de kosmos gemaakt heeft en den mensch schiep naar Zijn beeld en gelijkenis, om hem heerschappij te geven over al het geschapene en kunstenaar en bouwheer te zijn in den dienst van zijn Schepper. En als de mensch van God is afgevallen, blijft hij de naar Gods beeld geschapene en wordt het beeld Gods in vernieuwden vorm ingedragen in Gods Gemeente ; en zoo promoveert de mensch Gods tot burger van de stad Gods, welker Kunstenaar God is. De schaapherder en de landbouwer worden van God geleerd, hun God onderricht hen. Noach, de kunstenaar van de ark, die door een kunstwerk des geloofs zijn geslacht redt. Abraham in Kanaan, door God gebracht in een land welks steenen ijzer zijn en uit welks bergen gij koper uithouwen zult" (Deut. 8), „waar de vruchtbaarheid boven Egypte geroemd wordt" (Deut. ii) komt als een man Gods in een cultuurwereld van de aldaar wonende volken, die niet onderdeed voor de sublieme verfijndheid van Babel (Noordtzij). „Daarom is Kanaan niet bedoeld als isolement, maar als school der beproeving en gelegenheid tot belijden (Kuyper : Gemeene Gratie). In dit milieu moet de geloovige groeien, die voor heel de wereld type van den mensch Gods zal zijn. De vader aller geloovigen wordt ook de vader van vele kunstenaars. (Zie : „Abraham, de mystieke schoonheidskenner" in : De Bijbel als boek van schoonheid, blz. 36). Israël, de representant van de herstelde menschheid, laat God opgroeien als een kind in Egypte, deels geïsoleerd, maar voor een goed deel vervlochten met het Egyptische cultuurleven. Noordtzij zegt : „Het verblijf in Gosen bracht het opkomend Israël, dat als herdersstam nog ruw was van zeden en weinig begrip had van een geordenden Staat — waartoe het zich naar het bedoelen Gods moest ontwikkelen — in nauw contact met de beschaving en de cultuur van' een volk, dat toen aan het hoofd der volken stond van het Oosten". En bovenal komt Mozes in nauw contact met „de schatten van Egypte". En ook Israël wordt al werkende aan de voorraadschuren, Pithom en Ramses, ingewijd in de geheimen van Egypte's pluriforme kunst. Ook door den Egyptischen geest wordt Israël bewerkt. De taal krijgt Egyptische begrippen en klanken. De vakkundige kennis dient straks om den tabernakel te bouwen, den Bijbel te schrijven ! Dan krijgen we den grooten kunstenaar Mozes, na den grooten staatsman Jozef. En straks verrijst het éénig kunstwerk van Israël, de tabernakel met zijn gereedschap, naar het voorbeeld, op den berg getoond. En de vrucht van het wonder van Sinaï is de alzijdige Thora, voor héél het leven van het grootste belang, om de ware religie te openbaren en te beschermen in het midden der volkeren, met hun eigen religie en cultus. Bezaleël, wiens naam beteekent „in de schaduw van God", mag de kunstenaar zijn van heilige voorwerpen, die afschaduwen de werken Gods in Christus !

Of Israël ten slotte niet een groote mislukking geworden is in deze ?

Dr. Wielenga geeft dit korte hoofdstuk bij „de volbrenging" van de taak van Gods volk in 't midden der volkeren (blz. 311—312) :

„Israels geschiedenis maakt den indruk van een tragedie. Wat is er over van dat heilig, vroolik volk ? Het organisme is ontbonden. Ook het werk schijnt mislukt. De opgravingen brengen schatten van de heidensche cultuurvolken in menigte aan het licht. Maar van Israels heerlijkheid rest alleen de klaagmuur, vochtig van Joodsche tranen. Nergens staat iets, dat als voorbeeld van grootsche scheppende en herscheppende kunst kan gelden. En de Jood zelf vertoont soms meer het type van een ontaarde, dan van een mensch Gods.

Maar bij God is nooit mislukking. De Almachtige komt tot zijn doel óók in het treurspel van Israels geschiedenis. Israël blijft als levende stam, waarin de Kerk wordt ingeplant. En de groote taak, waartoe Israël, in onderscheiding van alle volken en ten dienste van heel de menschheid geroepen werd, is volbracht.

Wat laat dit volk achter, als het voor eeuwig uit zijn vaderland verbannen wordt ?

Het Schrift geworden Woord van het Oude Verbond, incarnatie van de bijzondere Godsopenbaring en tegelijk volmaakte kunstschepping. Synthese van waarheid en schoonheid. Geschenk van God, maar ook werk der menschen.

Is er in de „schatkameren der oudheid" iets met dit boek te vergelijken ?

De wereld staat bewonderend stil voor de producten der Oostersche kunst, in vitrines der musea uitgestald, leest met modieuse belangstelling de proclamatie van den Egyptischen koning Achnaton, het lied ter eere van den Assyrischen God Samas, de Elamietische inscripties over openbare bouwwerken.

Maar is er uit de geopende graven iets te voorschijn gebracht, dat de wereld tot nieuw leven, ook tot kunstleven, bezielt ? Heeft men op de kunstig gesneden Sumerische en Babylonische amuletten het sleutelwoord van het wereldgeheim gevonden ? Neen, alle groote volken zijn arm en klein, zoodra ge hun cultuurproducten vergelijkt met dat ééne : Israels boek ! Niet om de kunst is het geschreven, zelfs niet om de schoonheid, maar het is de hoogste daad van kunst en onvergelijkelijke openbaring van schoonheid, omdat het uit de ziel van naar Gods beeld herschapen menschen geboren is, uit een volk, waarin Gods Zoon zich verheerlijkt heeft, ook vóór Hij zich ontledigde in Bethlehem.

Wat de Schrift eischt : het vernieuwde leven, de wedergeboren kunst — dat geeft zij zelf, dat toont zij in haar verschijning, in al de geledingen en bloeisels van haar geweldig organisme. Al had Israël niet meer gedaan dan dit ééne, dan zou het als scheppend volk toch de meeste zijn van allen".

Het is een genot, dit jongste boek van dr. B. Wielenga te lezen.

Geve hij ons in zijn rusttijd nog menige pennevrucht, om Gods Woord aangenaam te maken bij de menschen.

De Uitgever zorgde voor een aankleeding van dit boek, waarvoor hem onze dank toekomt. In kunstlederen band is het een prachtstuk en de prijs is ƒ 4,50 (ƒ 3,50 ingenaaid).

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 januari 1940

De Waarheidsvriend | 10 Pagina's

RONDOM DE LEESTAFEL

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 januari 1940

De Waarheidsvriend | 10 Pagina's