Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KERKELIJKE RONDSCHOUW

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KERKELIJKE RONDSCHOUW

DE STRIJD OM DE BIJBEL OP DE SCHOOL

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

DE STRIJD OM DEN BIJBEL OP DE SCHOOL

DE STRIJD OM DEN BIJBEL OP DE SCHOOL (10) 

Toen toch de Wet Van der Brugghen werd aangenomen, verliet Groen onmiddellijk de zaal en berichtte den Voorzitter dat hij „met smart, doch uit persoonlijk pligtbesef en na rijp beraad" zijn ontslag nam als lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. In zijn weemoedigen Brief aan de Kiesvereeniging Nederland en Oranje te Leiden, welk district hem afvaardigde, heeft hij de redenen van zijn ontslag nader ontvouwd als hij 't noemt „een daad, die aan elk gesproken of geschreven woord klem geeft ; een kreet der smarte, wegens de ramp door toegeeflijkheid aan wanbegrippen over het Vaderland gebragt".  Diep, diep smartte het Groen, dat de zaken zóó geloopen waren.  En Merle d' Aubigné, de eerbiedwaardige Zwitsersche prediker, voelde het gewicht van dien stap, als hij aan Groen schrijft : „Uw aftreden is een handeling, wier herinnering u zoet moet zijn op het oogenblik van uw verscheiden en als de Heere u zal zeggen : „Geef rekenschap van uw rentmeesterschap". Het was voor uw land een kwestie van leven en dood, van zijn of niet te zijn ; gij hadt 't met den mond reeds gezegd, maar 't was goed 't ook met de daad te zeggen". (Hoe de Onderwijswet van 1857 tot stand kwam, blz. 195, enz.) Hoe bittere ernst Groen zijn strijd was, blijkt het best uit een brief, dien hij 5 Aug. 1857 aan Van der Brugghen richtte :  „Hoog Edel gestrenge Heer! Uw letteren heb ik eenige dagen onbeantwoord gelaten, omdat de vraag : wat zal ik antwoorden? mij telkens in verlegenheid gebracht heeft. Een vriend zijt ge mij, in de volle beteekenis van het woord, jaren achtereen geweest ; gij zult, althans het is mijne hoop en bede, eenmaal wederom mijn vriend zijn ; U in de tegenwoordige omstandigheden dien naam te geven, komt nauwelijks, zoo het iets meer dan een woord is, met volkomen oprechtheid, komt vooral met den ernst en het hoog gewicht der zaak, die scheiding tusschen ons te weeg brengt, overeen. Van weerskanten zijn we tot vergeven en tot het reiken van de broederband gezind ; doch meer dan ééne zinsnede in uw schrijven toont, dal de tijd, helaas ! nog niet gekomen is waarop we elkander kunnen verstaan. Gij meent, dat mijne oppositie gekenmerkt werd door onbetamelijke scherpheid ; ik acht dat ik u, meer wellicht dan mij vergund was, in en buiten de Kamer, gespaard heb. 

Gij beroept u op de nakomelingschap ; ik ben overtuigd, dat het strenge vonnis der tijdgenooten van bijkans elke richting, door haar zal worden beaamd. Daarom was het, dat ik in de Tweede Kamer, in het belang, zoo mij toescheen, van uwe nagedachtenis, de verklaring eener voortdurende hoogachting en liefde uitsprak; verklaring die alleen rusten kan op de onderstelling eener oprechtheid, waarmee uw gedrag in tegenspraak is, naar het oordeel van allen, die met hetgeen ik mij veroorloofd heb uw exceptioneel karakter te noemen, niet bekend zijn.  Later, vroeg of laat, zult gij zelf mij recht doen wedervaren. Als de dag van kalme overweging aanbreekt, zult gij inzien, dat het mij nooit te doen geweest is om te kwetsen, maar om, zonder aanzien des persoons, getuigenis te geven tegen eene handelswijze, die, in mijn schatting, onberekenbaar nadeel gesticht heeft.  Wees verzekerd, dat ik met christelijke belangstelling aan u denk en, niet minder dan gij, verlangend uitzie naar het oogenblik, waarop wezenlijke toenadering zal mogelijk zijn". 

Groen bleef, ook buiten de Kamer, voortgaan om met woord en daad op den duren eisch van Christelijke Scholen te wijzen. In elkaar snel opvolgende geschriften lichtte hij ons volk voor inzake het onderwijs der gedoopte jeugd. Tot predikanten richtte hij onderscheidene adviezen om toch in hun gemeenten ten aanzien van het Christelijk Onderwijs hun roeping te verstaan. Zelf bracht hij gaarne financieele offers (hoewel hij zelf geen kinderen had) voor Christelijke Scholen, wier schreiende behoefte men steeds dieper voelde. Het was en bleef een jagen naar het ideaal, waaraan hij zijn ziel verpand had en dat hij in 1857 zoo bitter zag weggeslagen, of hij het thans wellicht nog grijpen kon: Christelijk volksonderwijs - in nationalen zin voor kinderen eener gedoopte natie, die zoo noodig hebben te weten „wat geschreven is" (Gods Woord) en „wat geschied is" (de geschiedenis van land en volk). 

De in 1860 opgerichte Vereeniging voor Christelijk Nationaal Schoolonderwijs (C.N.S.) bracht in dit streven meer vastheid van organisatie. 

Groen, de geestelijke vader van deze, onze oudste Schoolvereeniging, opende de eerste algemeene vergadering op 23 April 1861 met een korte, mooie rede over „Het voor Christelijk-Nationaal Schoolonderwijs niet ongunstig vooruitzicht".

Die de lectuur over de oprichting van de Vereen, voor Christelijk Nationaal Schoolonderwijs raadpleegt en nagaat de verdere ontwikkeling van deze Vereeniging, bemerkt aanstonds hoe Groen ook hier dikwijls is misverstaan en van onderscheidene kanten, waar van het niet verwacht werd, tegenwerking moest ondervinden. (Mr. T. de Vries : Groen van Prinsterer, blz. 135, en prof. dr. J. Woltjer : „Het 50-jarig bestaan van de Vereeniging voor Chr. Nationaal Schoolonderwijs herdacht", Hilversum 1910, ook opgenomen in het gedenkboek bij het 75-jarig bestaan van C.N.S.). 

Groen was de ziel van deze Vereeniging, verdedigde haar program en redigeerde ook haar Orgaan : Berichten en Bijdragen.

(Wordt voortgezet.)

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 februari 1940

De Waarheidsvriend | 10 Pagina's

KERKELIJKE RONDSCHOUW

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 februari 1940

De Waarheidsvriend | 10 Pagina's