Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DE KINDERDOOP VERBOND EN DOOP (36)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE KINDERDOOP VERBOND EN DOOP (36)

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

DE KINDERDOOP VERBOND EN DOOP (36) 

Na het gebed vóór den Doop, spreekt Wormser dan over het dankgebed na den Doop.  „Daarom" — zoo schrijft hij; — „daarom ook dankt de Gereformeerde Kerk na volbrachten Kinderdoop, gedachtig aan de uitdelging der zonden van de gansche Kerk door het éenige zoenoffer van Christus : „Wij danken en loven U, dat Gij óns èn onzen kinderen, door het bloed van Uwen lieven Zoon Jezus Christus, al onze zonden vergeven, en ons door Uw Heiligen Geest tot lidmaten van Uw eeniggeboren Zoon, en alzoo tot Uw kinderen aangenomen hebt, en ons dit met den Heiligen Doop bezegelt en bekrachtigt".  En de Gemeente gaat dan verder met haar dankgebed na volbrachten Kinderdoop, zeggende :  „Wij bidden U ook door Hem, Uw lieven Zoon, dat Gij deze gedoopte kinderen met Uw Heiligen Geest altijd wilt regeeren, opdat zij Christelijk en godzalig opgevoed worden, en in den Heere Jezus Christus wassen en toenemen ; opdat zij Uw vaderlijke goedheid en barmhartigheid, die Gij hun en ons allen bewezen hebt, mogen bekennen".  Nu moeten we hier — zegt Wormser — wel bedenken, dat de leer van den Doop, en vooral van den Kinderdoop — en zoo ook de formulieren van de Gereformeerde Kerk — onverstaanbaar zijn, tenzij we uitgaan van het verbond Gods, en tenzij men ze objectief of voorwerpelijk ineemt, en ze niet subjectief of onderwerpelijk opvat. 

Alles wat in het gebed en de dankzegging vermeld wordt, is voorwerpelijke genade, onder het Verbond Gods.  „Het kind wordt door den doop" — aldus Wormser — „ingelijfd en opgenomen in de Heilige Algemeene Christelijke Kerk. 't Wordt uit de natuur overgeplaatst in de genade ; of, zooals het Doopsformulier zegt, „tot genade aangenomen". Als een Adams-kind komt tot den doop om te sterven, opdat het als een kind van God, onder het genadeverbond, zal opstaan, „in Christus geheiligd".  Wormser zegt : Alzoo is aan het gedoopte kind, gelijk aan de geheele Kerk, Christus voorwerpelijk geschonken, met al de heilgoederen ; opdat die voorwerpelijke heilgoederen nu in dat teere, pas inge-ente rankje van den waren Wijnstok Christus, onderwerpelijk mogen doordringen en nederdalen, wanneer dat rankje, opwassende en. zich ontwikkelende, bekent, gelooft en aanvaardt, — de vaderlijke goedheid en barmhartigheid, die God het in het schenken van deze voorwerpelijke, maar zeer positieve, genade bewezen heeft.  De toekomst van dat rankje, gelijk van al de andere ranken, wordt geschetst in deze woorden van Jezus : „Ik ben de ware wijnstok, en Mijn Vader is de landman. Alle rank, die in Mij geen vrucht draagt, die neemt Hij weg; en al wie vrucht draagt, die reinigt Hij, opdat zij meer vrucht drage. Gij lieden zijt nu rein om het woord, dait Ik tot u gesproken heb. Blijft in Mij, en Ik in u. Gelijkerwijs de rank geen vrucht kan dragen van zichzelve, zoo zij niet in den wijnstok blijft, alzoo ook gij niet, zoo gij in Mij niet blijft. Ik ben de wijnstok, en gij de ranken ; die in Mij blijft en Ik in hem, die draagt veel vrucht; want zonder Mij kunt gij niets doen. Zoo iemand in Mij niet blijft, die is buitengeworpen, gelijkerwijs de rank, en is verdord; en men vergadert dezelve, en men werpt ze in het vuur, en zij worden verbrand". (Joh. 15 vers 1—6). 

Zoo bestaat de Kerk dan niet uit op zichzelven staande geloovige individuen : — neen, de Kerk van den geheelen aardbodem ; al de gedoopten in den Naam van den Drieëenigen God ; de Algemeene Christelijke Kerk, voortzetting, uitbreiding en ontwikkeling van de Kerk van den ouden dag, is een organisch, zich steeds ontwikkelend geheel, van hetwelk Christus het leven en de kracht is, en dat zoowel teedere als stevige, zoowel dorre als levende, zoowel onvruchtbare als vruchtbare ranken voortbrengt. 

De pas gedoopte en opwassende kindertjes zijn de teedere ranken in Christus. Of zij in Hem zullen blijven, of zij vrucht zullen dragen, weten wij niet. God weet het ; Hij, die alle dingen bestuurt naar den raad van Zijn wil. (Efeze 1 vers 11)". Maar wij verheugen ons, dat de Heere ze brengen wil onder Zijn verbond en ze teekenen wil met het zegel daarvan, bij de beloften des Evangelies in  Jezus Christus.

(wordt voortgezet)

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 februari 1940

De Waarheidsvriend | 10 Pagina's

DE KINDERDOOP VERBOND EN DOOP (36)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 februari 1940

De Waarheidsvriend | 10 Pagina's