Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

RONDBLIK BUITEN DE GRENZEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

RONDBLIK BUITEN DE GRENZEN

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Er zal wel geen „imperialistische" of „kapitalistische" ondeugd te bedenken zijn, of de Sovjet-Unie heeft er zich aan schuldig gemaakt. Na de helft van het door Duitschland besprongen Polen te hebben buitgemaakt, de Oostzeestaten te hebben uitgeschud en Finland op barbaarsche wijze te hebben toegetakeld, komt Molotof vertellen, dat de Sovjet-Unie van liefde tot den vrede vervuld is en er niet aan denkt om zijn neutrale houding prijs te geven.

Het signaleeren van een dergelijke schijnheiligheid is op zichzelf reeds voldoende veroordeeling ! Overigens heeft de Sovjet-Unie voldoende reden om haar „neutraliteit" ten opzichte van den oorlog der Westersche mogendheden vast te houden. Zonder officieel in dien oorlog gemengd te worden heeft Moskou reeds een behoorlijke oorlogswinst binnen. En het ziet er naar uit, dat de kansen op nóg een brokje van de Europeesche tafel voor den „pacifistischen" bolsjewiek lang niet slecht staan. Als men Duitschland, na zijn verovering van Polen, ongemoeid had willen laten, zou het waarschijnlijk ook op zijn „neutraliteit" prijs hebben gesteld. Maar terwijl de Russische bondgenoot, in het rustig bezit van „de grootste helft", op diplomatieke manier over vredesliefde en neutraliteit kan mediteeren, moet Duitschland nog een bloedigen kamp voeren voor het behoud van hetgeen het tezamen met Moskou in de wacht meende te kunnen sleepen. En dat , mediteeren" behoeft Molotof zelfs geen hoofdbrekens te kosten. Hij kon, gelijk een Fransch blad opmerkte, eenvoudigjes de slagwoorden van Goebbels opdreunen.

Als men zich over de ergernis, welke het duivelsche cynisme der Bolsjewistische woordvoerders telkens weer opwekt, weet heen te werken, kan men Molotof's rede overigens zonder veel spanning lezen. Sensationeele nieuwtjes op politiek gebied worden er niet in verteld. Tenzij men er uit zou kunnen opmaken, dat de Duitsche pogingen om Moskou en Rome dichter naar elkaar te brengen, voorloopig nog niet zijn geslaagd. Voor deze veronderstelling is eenige grond. Een regeling met Italië zou immers, naar algemeen wordt aangenomen, tot grondslag moeten hebben de belofte dat de Sovjet-Unie met z'n vingers van den Balkan zou afblijven. Maar een belofte in dezen geest bleef achterwege. Veeleer heeft Molotof de Roemeensche kwestie opzettelijk naar voren gebracht. Hij herinnerde er namelijk nog eens nadrukkelijk aan, dat de Sovjet-Unie den afstand van Bessarabië aan Roemenië nimmer heeft erkend. Ten opzichte daarvan wil Moskou dus zijn handen vrij houden. Wel zeide hij tevens „nimmer de kwestie te hebben opgeworpen het door oorlog terug te krijgen", doch dat beteekende — immers sprekend in den verleden tijd — slechts het constateeren van een feit. Ten aanzien van de toekomstige houding van Rusland zegt het niets en werd ook overigens niets gezegd.

Het enkel noemen van de kwestie-Bessarabië in dat verband, kan juist voldoende zijn om ongerustheid te wekken. Bij de geallieerden, die de onafhankelijkheid van Roemenië hebben gegarandeerd, doch ook bij Italië en Duitschland, die evenmin gaarne zouden zien dat de Russische beer verder den Balkan indrong. Roemenië dankt zijn beteekenis vooral aan zijn rijken bodem. Om de tegenpartij van den Roemeenschen petroleumstroom af te snijden, wordt door Berlijn en Londen reeds maandenlang een vinnige strijd gestreden. Tot nog toe is die strijd nog slechts met economische middelen gevoerd. Doch 't kon best eens zijn, dat Rusland den strijd tusschen deze twee „vechtende honden" gadeslaat om straks als „derde" met het vette kluif je aan de haal te kunnen gaan.

Intusschen acht Moskou op dit oogenblik de tijd blijkbaar nog niet rijp om de Roemeensche kaart uit te spelen. Het houdt dezen troef in handen om er, zoo mogelijk, concessies mee te kunnen bedingen. Zoo weet het de voordeelen van zijn „neutrale" positie handig uit te buiten. Geen der Westersche landen voelt zich geroepen om Rusland een halt toe te roepen. Ieder heeft hoofd en handen reeds vol aan andere problemen. Uitdrukkelijk heeft Churchill deze week nogmaals verklaard, dat Engeland niet voornemens is den oorlog tot Rusland uit te breiden. Hoopt Londen misschien, dat de bolsjewistische Sovjet-Unie wel door een ander uit zijn positie van lachende derde" zal worden verdrongen ? De Britsche woordvoerders hebben er reeds eerder duidelijk op gezinspeeld, dat Duitschland de vriendschap met Rusland wel eens kon opbreken.

Schrijvende over de mysterieuse verhouding : Berlijn—Rome—Moskou, willen we nog melding maken van twee berichten. Het eerste meldt, dat Italië 10 lichtingen reservisten der marine onder de wapenen heeft geroepen. Het tweede rept van Russische bedrijvigheid langs de Russisch-Duitsche grens, waar de bolsjewisten betonnen versterkingen zouden aanleggen. Of beide berichten iets met elkander uit te staan hebben en of ze zoo belangrijk zijn als ze er uitzien, zal de toekomst moeten uitwijzen. En in de eerste plaats wachten we op betrouwbare bevestiging dezer nieuwtjes.

Het Chineesch-Japansche conflict vroeg deze week weer eens de aandacht. In Nanking werd namelijk een nieuwe centrale Chineesche regeering gevormd onder Wang Tsjing-wei, de reeds vaker genoemde tegenspeler van maarschalk Tsjiang Kai-sjek. De nieuwe regeering van Nanking staat sterk onder Japanschen invloed en heeft zich dan ook bereid verklaard met Japan samen te werken. Zulks in tegenstelling tot de regeering-Tsjiang Kai-sjek, die zijn gewapend verzet tegen de Japansche penitratie blijft volhouden. Japan had Wang Tsjing reeds eenigen tijd „achter de hand" gehouden. Het hoopte, dank zij de medewerking van dezen belangrijken figuur uit de Chineesche nationale beweging, de nationale Chineesche partij er toe te kunnen brengen zich van hun leider Tsjiang af te scheiden. Maar dat is niet gelukt. En voorloopig schijnen Duitschland en Italië ook de eenige landen te zullen blijven die de nieuwe Japansch-Chineesche regeering erkennen. Of de jongste machinatie van Japan op den duur misschien succes zal hebben ? Maar Japan begint langzamerhand behoefte te krijgen aan meer-concrete successen. Het Chineesche avontuur slokt millioenen op en heeft op de ontwikkeling der Japansche industrie een zeer remmenden invloed. Wanneer het de „strafexpeditie" zoolang wil voortzetten tot China op de knieën ligt, is het einde nog niet te zien. Het Chineesche rijk kan door militaire acties worden afgebrokkeld. Te overmeesteren is het op deze manier practisch nooit. Daartoe is een moreele penetratie een veel doeltreffender middel. Een middel, dat Japan allerminst ongebruikt laat. Doch juist het optreden van Tsjiang Kai-sjek heeft het zelfbewustzijn en de geestkracht van de Chineesche nationale beweging niet weinig versterkt. En per slot is het ook de andere groote mogendheden niet onverschillig hoe Japan zijn „zusje" nu verder wil „steunen".

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 april 1940

De Waarheidsvriend | 10 Pagina's

RONDBLIK BUITEN DE GRENZEN

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 april 1940

De Waarheidsvriend | 10 Pagina's