Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

RONDBLIK BUITEN DE GRENZEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

RONDBLIK BUITEN DE GRENZEN

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Met plotselinge hevigheid is de bui, welke reeds langen tijd boven de Scandinavische landen dreigde, losgebarsten. De souvereiniteit van Denemarken werd binnen enkele uren vernietigd, terwijl Noorwegen zich in eenzelfde korte spanne tijds in den oorlogsdraaikolk zag opgenomen. Engeland, dat den neutralen waterweg, waarlangs Duitschland zich groote hoeveelheden erts vanuit Zweden zag toegevoerd, voor Duitschland onbegaanbaar wilde maken, legde binnen de Noorsche territoriale wateren mijnen, in welke schending van het oorlogsrecht Duitschland aanleiding zegt te hebben gevonden om Noorwegen en Denemarken „onder zijn bescherming" te nemen.

Noch van Britsch-Fransche, noch van Duitsche zijde is gepoogd om dit onrechtmatig optreden tegen twee neutrale Staten juridisch te verdedigen. Men verwijst over en weer eenvoudig naar hetgeen de tegenpartij heeft gedaan of misschien wel voornemens zou zijn geweest alsnog te doen om eigen daden te rechtvaardigen. Een principieele rechtvaardiging kan men zooiets echter niet noemen. Hoogstens een zakelijke motiveering. Wie met deze laatste genoegen neemt, zal zeker weinig moeite hebben om het Britsche optreden te begrijpen. Reeds meer dan eens hebben we er op gewezen, dat de neutraliteit der Scandinavische landen Churchill een doorn in het oog was. Bij meer dan een gelegenheid kwam immers aan het licht, dat van deze „neutraliteit" Duitschland de vruchten plukte. Reeds bij het geval-Altmark bleek dat Londen zich daar niet, terwille van „een formeel volkenrecht" bij wilde neerleggen. De neutrale wateren mochten niet als veilige thuisroute voor de Duitsche oorlogsbodems dienst doen en, wat misschien nog belangrijker was, als een, voor de geallieerden onaantastbaar, toevoerkanaal naar het vijandelijke Duitschland worden gebruikt. „Deze lekken in de blokkade zullen worden gedicht", verzekerde de Britsche regeering aan de ongeduldige Lagerhuisleden. En Maandag werden ze inderdaad gedicht. Op de boven reeds aangegeven wijze. De Noorsche regeering werd er op hoffelijke wijze van in kennis gesteld dat haar eigen wateren niet meer bevaarbaar waren, omdat de Britsche en Fransche vloot er mijnen in had gelegd. Zoo werd weliswaar voorkomen dat de neutrale schepen de gevaarlijke zone binnenvoeren, doch de ontstellende beteekenis van deze mededeeling werd er niet door verzacht. Noorwegen mocht niet volstaan met aan eigen schepen opdracht te geven voortaan een blokje rond te varen of thuis te blijven. Er moest, wilde ze tegenover Duitschland haar „neutraliteit" bewijzen, iets gedaan worden. Maar wat ? Papieren protesten werden te Londen ingediend, doch maakten daar uiteraard geen indruk. Probeeren de Britsche mijnen op te visschen ? Maar Londen gaf bij voorbaat te kennen dat er dan weer nieuwe zouden worden gelegd.

Het scheen dus dat een conflict tusschen Noorwegen en de geallieerden onvermijdelijk was. Feitelijk was het ook reeds uitgebroken. Doch Duitschland achtte het raadzaam niet af te wachten tot welke consequenties dit zou leiden. Het liep Denemarken onder den voet, bezette verschillende belangrijke strategische posten in Noorwegen en dreef laatstgenoemd land daarmede in de armen der geallieerden, waarmede het nog juist in hoogloopende woordenwisseling was. Welke consequenties deze nieuwe positie voor Noorwegen zal hebben valt, op het oogenblik dat we dit schreven, nog slechts zeer- gedeeltelijk te overzien. Dat deze uiterst pijnlijk zullen zijn is echter zonder meer duidelijk. Opnieuw dreigt een onzijdig land de zwaarste klappen te zullen krijgen in een oorlog die geheel buiten zijn toedoen is ontstaan.

Het is nog geen jaar geleden dat Denemarken een non-agressie-pact met Duitschland sloot. Het land van Koning Christiaan kreeg daarbij de belofte dat Berlijn „in geen geval zou overgaan tot oorlog of een anderen vorm van geweld". Deze plechtige belofte is opnieuw „een vodje papier" gebleken, zonder eenige wezenlijke beteekenis. Al te zeer behoeft dat helaas niet meer te verwonderen. Dergelijke nonagressie-pacten zijn het papier niet waard, waarop ze geschreven werden. Ze kunnen zelfs een gevaar genoemd worden, voorzoover de kleine landen er zich door laten geruststellen

Toen de Duitschers het noodig achtten om Denemarken binnen te rukken, heeft Koning Christiaan nauwelijks gelegenheid gekregen om bedoelde nonagressie-verklaring op te zoeken Hij moest zich beperken tot een haastig protest en tot een waarschuwing aan zijn volk om, gezien de overmacht, zich rustig bij den droeven gang van zaken neer te leggen. Bij volle oorlogssterkte zou Denemarken rond 100.000 man op de been kunnen brengen. Maar zelfsdaarmede zou slechts eenige vertraging in den Duitschen opmarsch teweeg zijn gebracht, waar 't Deensche leger over onvoldoende oefening en zwakke versterkingen beschikt.

Wat Noorwegen, tezamen met de geallieerden, tegen Duitschland kan uitrichten, nu de soldaten van Hitler reeds belangrijke strategische posten in bezit namen, zal de toekomst moeten leeren. Ook het land van Koning Haakon heeft zijn defensie al te zeer verwaarloosd. De Noorsche oorlogssterkte wordt op 140.000 man geschat. Een sterkte welke, bij toepassing van de meest-doeltreffende hulpmiddelen en de grootst mogelijke waakzaamheid, zeker niet zonder beteekenis is. Maar de Scandinavische landen schijnen het gevaarlijke hunner positie eerst den laatsten tijd te hebben ingezien. Dit is te verwonderlijker waar ze, als leveranciers van oorlogsbenoodigdheden, niet konden verwachten geheel buiten schot te blijven. Zweden is, militair gesproken, nog het best tot tegenweer in staat. Vandaar waarschijnlijk dat Duitschland het Zweedsche grondgebied voorloopig nog heeft ontzien. Maar, na verminking van de buurstaten, neemt Duitschland ook ten opzichte van Zweden een beduidend sterkere positie in. De gevolgen daarvan zullen wel niet uitblijven.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 april 1940

De Waarheidsvriend | 10 Pagina's

RONDBLIK BUITEN DE GRENZEN

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 april 1940

De Waarheidsvriend | 10 Pagina's