Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Binden en ontbinden

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Binden en ontbinden

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

VII

Op de behandeling van de afsnijding volgt nu een ernstige

c) vermaning aan de gemeente.

Voorts vermanen wij u, geliefde Christenen, dat gij u niet vermengt met hem, opdat hij beschaamd worde; nochtans hem niet houdende als vijand, maar bij wijlen vermanende, gelijk men een broeder doet.

Intusschen spiegele zich een iegelijk aan dit en dergelijke voorbeelden, om den Heere te vreezen en naarstiglijk voor zich toe te zien, indien hij meent te staan, dat hij niet valle, maar ware gemeenschap hebbende met den Vader en Zijn Zoon Christus, mitsgaders met alle gelooivige Christenen, daarin volstandig blijve tot den einde toe, en alzoo de eeuwige zaligheid verkrijge. Gij hebt gezien, lieve broeders en zusters, op welke wijze deze onze afgesneden broeder heeft begonnen te vervallen, en allengskens meer en meer gekomen is tot den val. Merkt dan aan hem, hoe listig de satan is om den mensch te brengen tot het verderf, en af te trekken van alle heilzame middelen ter zaligheid. Zoo wacht u dan mede voor de minste beginselen des kwaads, en naar de vermaning des Apostels, afleggende allen last, en de zonde die ons lichtelijk omringt, loopt met lijdzaamheid de loopbaan, die ons is voorgesteld, ziende op den oversten Leidsman en Voleinder des geloofs, Jezus. Zijt nuchteren; waakt en bidt, opdat gij niet in verzoeking valt. Heden, zoo gij de stem des Heeren hoort, verhardt uw hart niet; maar werkt uws zelfs zaligheid met vreeze en beven; en een iegelijk hebbe berouw van zijn zonde; opdat onze God ons niet wederom vernedere, en dat wij rouw zouden moeten hebben over iemand van ulieden ; maar dat gij, eendrachtiglijk in Godzaligheid levende, onze kroon en blijdschap moogt wezen in den Heere.

Aan de Corinthiërs beveelt Paulus (1 Cor. 5 : 9, 11), dat zij zich niet „vermengen" zouden met openlijke zondaren; dat zij met heil geen omgang zouden houden, alsof er niets gebeurd was ; alsof het kwaad eenvoudigweg over het hoofd gezien zou mogen worden. Deze raad wordt nu ook gegeven met betrekking tot den gebannene.

Deze mijding moge hem tot beschaamdheid brengen (2 Thess. 3 : 14) ; tot een zich schamen over zijn zonde, die hij tot nu toe weigerde te belijden met berouw en na te laten.

Doch hier schuilt voor wie deze raad opvolgen, direct een groot gevaar : mijden mag niet ontaarden in „links laten liggen", hooghartig negeeren. Zelfs al zou de zonde, die oorzaak van zijn afgesneden-worden is, jegens u persoonlijk begaan zijn: houd hem niet voor een vijand ; behandel hem niet vijandig ! Integendeel: blijf in hem een dwalenden broeder zien, die, indien de gelegenheid zich daartoe voordoet, met liefde vermaand wordt.

Niemand meene intusschen, dat hij zelf voortreffelijker is, beter dan de gevallen en zich verhardende broeder! Zie aan dit afschrikwekkend voorbeeld, wat er in den mensch is; in het zondaarshart aan mogelijkheden verscholen ligt!

Zie toe, dat ge geduriglijk vreest, als ge ziet, wie wij zijt en als God u niet bewaart, worden kunt; spoediger dan ge wellicht meent.

Vrees den Heere en wijk van het kwade ; blijf bidden om niet in verzoeking geleid te worden. Die meent te staan, zie toe, dat hij niet valle. (1 Cor. 10 : 12).

Wij moeten bewaard worden en niet achter Christus, den goeden Herder, wegdwalen, doch dicht achter Hem aan gaan. Zelfonderzoek blijkt noodzakelijk; of wij n. 1. „ware gemeenschap hebben met den Vader en Zijn Zoon Jezus Christus'; ook „met alle geloovige Christenen", om door dien gemeenschapsband bewaard en beveiligd ons te weten. Om ook tegen de zonde in Gods kracht volhardend te strijden; in den weg der gerechtigheid te blijven, om alzoo uit genade levend de eeuwige zaligheid te verkrijgen.

Als regel is een zware val gevolg van een aanvankelijk schijnbaar geringe afwijking ; verzuim van het bevel des Heeren: waakt en bidt, opdat gij niet in verzoeking komt. Bekend en— helaas veelal in de practijk van ons leven te weinig bedacht is de waarheid: de zonde is een hellend vlak. Eenmaal daarop afglijdend, gaat het steeds sneller bergafwaarts. Groote bedriegerijen zijn vaak begonnen met een kleine onwaarheid ; soms zelfs met het vaak nog goedgeprate „leugentje om bestwil". In de meeste gevallen is van toepassing : eerst een begin van verval (het niet al te nauw met de zonde nemen) ; langzamerhand „meer en meer komen tot den val" ; gevallen voor men er zelf erg in had!

Hier blijkt wel heel duidelijk, hoe listig satan is in het brengen tot het verderf. En hij heeft zijn duister doel bereikt, als hij een mensch achter Christus en - de „heilzame middelen der zaligheid" (hiermede zijn ongetwijfeld Woord en Sacramenten bedoeld) afgetrokken heeft.

Vandaar de ernstige waarschuwing om zich te wachten „voor de minste beginselen des kwaads'' en het herinneren aan de Apostolische woorden uit Hebr. 12 : 1, 1 Thess. 5 : 6, 8, 1 Petr. 4 : 7 en 5 : 8, Jezus' vermaning uit Matth. 26 : 41 en de opwekkingen uit Psalm 95 : 7, 8 en Fil. 2 : 12.

Een ieder hebbe berouw van zijn eigen zonde ; belijde zondaar te zijn en bidde om voor struikelen en vallen bewaard te worden.

Hoe diep-ernstig klinkt dit alles. De val en verharding van één lid der gemeente wordt gevoeld als een oordeel Gods, een „vernedering der geheele gemeente; reden tot „rouw" en droefheid!

Paulus moest zich over de gemeente van Corinthe bedroeven, toen daar allerlei wantoestanden heerschten ; verblijden kon hij zich over die van Filippi, toen hij daarheen schreef. Zijn „blijdschap en kroon" (Fil. 4 : 1) noemde hij haar.

De opzieners der gemeente, waar nu helaas het Formulier van den Ban moest worden gebruikt, roepen hun gemeente op om Filippi als voorbeeld te nemen, opdat zij als Paulus indertijd zich mogen verheugen over een gemeenteleven dat is naar het Evangelie, waartoe ook zij geroepen is.

(Wordt vervolgd.)

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 januari 1941

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

Binden en ontbinden

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 januari 1941

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's