Orthodox en vrijzinnig
Vrijzinnig. Het woord wordt nogal eens genoemd. Wat is eigenlijk vrijzinnig. Het woordenboek geeft liberaal, of ook wel vooruitstrevend. Het schijnt dus het een met het ander te willen verbinden. Of dit met het kerkelijk gebruik overeenstemt, laten wij in het midden. Daar zijn er, die zich zelf vrijzinnig noemen, en die daarmede hun standpunt in geloofszaken aanduiden in onderscheiding van de orthodoxie of rechtzinnigheid. Laten wij eerst die tegenstelling spreken, dan vragen wij : wat is orthodox. Dit vreemde woord beteekent zooveel als recht in de leer. Tegenover het vooruitstrevend van zoo straks, zou men ook kunnen zeggen : behoudend in de leer, m.a.w. overeenkomstig de traditie, vasthoudend aan de overgeleverde leer. Als dat zoo juist is, ligt in de vrijzinnigheid dus een tegenstelling met de overgeleverde leer. De overgeleverde leer is dan weer de leer, welke in de belijdenisgeschriften uitdrukking heeft verkregen.
Gaat men nog verder in dezen weg, dan komt men tot de onderstelling, dat de vrijzinnige in verschillende stukken de overgeleverde leer als verouderd ziet en daaromtrent anders gelooft. Alles wat leeft, heeft een geschiedenis. Zoo is het met de kerk, met de orthodoxie en ook met de vrijzinnigheid. Die geschiedenis blijft zich ook niet altijd gelijk. Wij zien in de geschiedenis der rechtzinnigheid vragen opkomen, die soms tot verschillende opvattingen leiden, en zoo is er ook in de vrijzinnigheid beweging. De rechtzinnigheid is nog geen dood dogmatisme en de vrijzinnigheid beteekent nog geen vrij zijn van dogmatisme, al gaat dat tweeërlei gebruik van het woord dogmatisme gepaard met een verschillenden zin.
Binnen bet kader der rechtzinnigheid kan er beweging en differentie, verschil zijn zonder nog den afgebakenden kring der rechtzinnigheid te doorbreken. Datzelfde kan ook van de vrijzinnigheid worden gezegd.
Zoo behoeven noch de rechtzinnigheid, noch de vrijzinnigheid in star dogmatisme te blijven steken, om toch nog twee levenssferen te vertegenwoordigen, die op zich zelf als rechtzinnig en vrijzinnig worden aangeduid.
Het is ook mogelijk, dat die beide sferen in de eene periode veel verder uit elkander liggen dan in een ander tijdsgewricht. Zij kunnen elkander zelfs ten deele naderen en in elkander schijnen over te vloeien. Dan spreekt men van dooreengeloopen kleuren. In dit gebied kan dan moeilijk meer sprake zijn van tegenstellingen. En toch handhaaft zich op eenigen afstand de tegenstelling orthodox—vrijzinnig. De centra liggen uit elkander. Er is verschil van uitgangspunt.
Verschil van uitgangspunt, de centra uit elkander! Maar, men wil toch van beide zijden in het geloof, in het Christelijk geloof staan, m.a.w. door één centrum gebonden zijn, om één centrum geschaard wezen en daardoor aangetrokken, daarbij betrokken zijn.
De vrijzinnigheid wil dus niet vrij zijn van dat ééne centrale, maar van de wijze, waarop de rechtzinnige zich daaraan gebonden acht.
Noemen wij nu dat ééne centrale de Christelijke waarheid, dan maakt men zijn bezinning, zijn opvatting en gedachte omtrent de Christelijke waarheid vrij van de rechtzinnige leer aangaande die waarheid, om niet te zeggen : vrij van de rechtzinnige, leer der waarheid. De rechtzinnige leer wordt niet als de leer der waarheid erkend, maar als een leer aangaande de waarheid, welke men ook anders, althans onder ander aspect kan zien.
Wil men met den rechtzinnige belijdeii, dat Gods Woord de openbaring der waarheid is, zoodat zij alleen uit dat Woord kan worden verstaan, dan zou men meenen, dat het geschil spoedig tot oplossing zou kunnen komen door met elkander de orthodoxe leer te toetsen aan Gods Woord en zich bij overeenstemming of verschil aan dat Woord te onderwerpen. Men zou dan overeenstemming vinden in eenzelfde leer der waarheid op de punten, die in het geding en van centrale beteekenis zijn en deze voor de leer der waarheid en orthodox of rechtzinnig houden.
Als rechtzinnig heeft toch altoos gegolden, wat door de kerk als in overeenstemming met de Heilige Schrift werd geleerd. Het is daarom niet uitgesloten, dat ook de rechtzinnigheid in eenig stuk dwaalt, doch wanneer de geesten in beweging komen, zoodat het een punt van discussie wordt, nadert de tijd eener beslissing, die weer het stempel der rechtzinnigheid voor zich opeischt en onder zekere conditie ook verkrijgt.
Rechtzinnig is derhalve ook voor differentiatie vatbaar. Rechtzinnig in Gereformeerden zin is weer wat anders dan rechtzinnig in Roomschen zin. Iemand is rechtzinnig gereformeerd, indien hij de gereformeerde confessie omhelst, hij is rechtzinnig roomsch, zoo hij een belijder is van de roomsche leer.
De rechtzinnigheid hangt derhalve aan een bepaalde kerkelijke leer. En ook zoo is er weer een nieuwe differentiatie mogelijk, want men kan in zekere stukken een kerkelijke leer aanhangen, en in zooverre rechtzinnig heeten, terwijl men op andere punten een afwijkende opvatting huldigt In hoeverre dat met goed recht van spreken mogelijk is, zoodat men met behoud van zijn afwijkingen toch nog rechtzinnig mag heeten, hangt weer af van het gewicht dat aan een of ander geloofsstuk wordt gehecht. Van ouds heeft men ook in de gereformeerde kerken verschil van opvatting op bepaalde stukken des geloofs in het midden gelaten, omdat men daaromtrent niet tot een duidelijke rede was gekomen. Dat betreft echter niet de capitale stukken des geloofs, maar de z.g. indifferentia of middelmatige zaken. Zij werden geacht geen inbreuk te maken op het gemeenschappelijk geloof.
Rechtzinnigheid of orthodoxie is onmiddelijk gebonden aan de officieele leer der kerk. Zij ziet op de eenstemmigheid met de belijdenis der kerk. Rechtzinnigheid is confessioneel bepaald. De rechtzinnige leer is de leer der kerk, behoudens de in het midden gelaten stukken. De rechtzinnige belijdt in overeenstemming met de confessie der kerk. Wijkt hij daarvan af — behoudens op de in het midden gelaten stukken — dan is hij in zooverre niet meef orthodox, maar heterodox, d.w.z. hij hangt een andere leer aan. Hij is van een ander gevoelen, een dissenter.
Hoe staat het nu met de vrijzinnigheid? Gaan wij van het woord zelf uit, dan veroorlooft zij zich vrijheid van opvatting aangaande de leer der confessie. Zij onderwerpt zich niet zonder meer. Dat wil dus a priori niet zeggen, dat zij die leet als geheel verwerpt, maar zij wil door haaf niet gebonden zijn. Feitelijk gaat zij tegen het confessionalisme of wat zij daarvoor houdt, in. Het is best mogelijk, dat de vrijzinnigheid in, de confessie een geloofsuitdrukking vindt, waarmede zij zich kan vereenigen, maar zij wil zich zelfs op zulk een uitdrukking niet vastleggen. Daarom zal de vrijzinnigheid zich moeilijk aan eenige confessie binden, al zou zij die zelf onder zekere omstandigheden kunnen formuleeren. Zij gaat van nature in tegen de confessioneele bepaaldheid, welke nu juist aan den aard der kerk als geloofsgemeenschap eigen is.
Daarom raakt de vrijzinnigheid aan een vraagstuk, waarbij het wezen der kerk in het geding is, want dat wezen brengt nu eenmtaal mede, dat zij zich openbaart als geloofsgemeenschap. De kerk is evenals haar theologie confessioneel bepaald. Dat is zij van meetaf geweest en dat kan niet anders, en uit dien hoofde kan zij zich nimmer op vrijzinnig standpunt plaatsen zonder haar karakter te verloochenen. Afgezien nog van eenige leer, is het uitgangspunt der vrijzinnigheid onkerkelijk of hoe men dat noemen wil en ook onschriftuurlijk. Zoodra de kerk openbaar wordt, wordt zij vermaand om de leer in acht te nemen, zooals uit de pastorale brieven herhaaldelijk kan worden opgemerkt.
Het is daarom niet de vraag, of er voor een vrijzinnige leer plaats kan zijn in de kerk, want welbegrepen strijdt de vrijzinnigheid als zoodanig reeds met een leerbegrip. Doch het beginsel der vrijzinnigheid op zich zelf is reeds in strijd met den aard der kerk.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 juli 1941
De Waarheidsvriend | 8 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 juli 1941
De Waarheidsvriend | 8 Pagina's