Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Verschillende ontvangst

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Verschillende ontvangst

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

De werkgroep „Gemeenteopbouw'' heeft rapport uitgebracht aan de Synode, bedoeld als advies, zooals door de Synode gevraagd was, over een normaler verhouding van de Kerk en de verschillende Evangelisaties, dan thans het geval is. Dit advies is ook aan de laatstgehoiiden Classicale Vergaderingen gezonden. Enkele vergaderingen zijn gehouden met vertegenwoordigers van Evangelisatie-vereenigingen (bonden), Confessioneele Vereeniging, de Gereformeerde Bond, Kerkherstel, Kerkopbouw, Vereeniging van Vrijzinnig Hervormden en het Reorganisatiecomité. Daarop heeft de werkgroep „Gemeenteopbouw" zich met een dringend verzoek gewend tot de Synode. We zullen dit verzoek in zijn geheel hier niet opnemen. We willen echter speciaal dat gedeelte noemen, dat bij: de ontvangst het meest is besproken en verschillend oordeel heeft ondergaan. Punt 4 van het dringend verzoek aan de Synode luidt dan als volgt :

„dat Samenwerking tusschen Kerkeraden en Evangelisaties kerkelijk alleen kan plaats vinden in gehoorzaamheid aan de Heilige Schrift en op den bodem van de belijdenisgeschriften der Ned. Herv. Kerk" (Curs. van ons). We zouden geneigd zijn te zeggen, dat het niet mooier en beter kan. Toch moeten we ons hier niet laten misleiden door alleen op de klank af te gaan. Gehoorzaamheid aan de Heilige Schrift ...  uitstekend, maar hoe wordt over die Heilige Schrift gedacht ? Zooals dit beleden wordt in de Ned. Geloofsbelijdenis ? Misschien zoudt ge zulks verwachten omdat er volgt: en op den bodem van de belijdenisgeschriften, enz. Deze verwachting is echter niet juist. Op den bodem van is niet gekozen om daarmee gebondenheid aan de belijdenis uit te drukken, al was het dan lalleen maar wat de hoofdzaken betreft. Eerder het tegendeel is waar. We hebben persoonlijk de besprekingen hierover meegemaakt. Te begrijpen is dan ook heel goed wat D. Bakker over punt 4 schrijft in Kerk en Wereld (Vrijzinnig). Hier hebt ge deze Vrijzinnige ontvangst:

„In de formule van de werkgroep „Gemeente-opbouw" staat daarentegen „de gehoorzaamheid aan de Heilige Schrift" voorop. Dat is primair. En dat kunnen wij aanvaarden. Over een bepaalde Schriftbeschouwing zegt dat niets. Men kan op kritisch standpunt evenzeer gehoorzaam aan den Bijbel zijn als op dat der verbale mechanische inspiratie. Wel wordt hier vastgelegd de onverbrekelijke band tusschen Kerk en Bijbel. En met recht. Van de Christelijke Kerk is Christus het fundament en Gods openbaring in Christus is ons in de Bijbel gegeven. Kerk en Bijbel zijn daarom niet los van elkander te denken en daarom staat in de betrokken formule de Bijbel voorop.

Maar een Kerk zonder belijdenis is óók niet wel denkbaar. Daarom wordt er ook gesproken van „op de bodem der belijdenisgeschriften der Ned. Herv. Kerk". Dat beteekent niet, dat wij nu in de Ned. Herv. Kerk plotseling weer kerkrechtelijk gebonden zouden zijn aan de formulieren van Eenigheid. Dat zou voor ons onaanvaard­ baar zijn. Kerkrechtelijk blijven wij er vrij tegenover staan. Wij geven echter toe, dat de geschiedenis onzer Kerk niet zonder die formulieren is te denken. Zij hebben geestelijk een zeer groote invloed gehad en hebben dat nog. Zij hebben voor een groot deel het geestelijk klimaat van ons kerkelijk leven bepaald en doen dat bij zeer velen nog. Wijzelf staan er ook met groote eerbied tegenover. En daarom is het op z'n minst reëel om te erkeiinen : wij bewegen ons allen — op hoeveel verschillende wijzen dan ook — op de bodem der belijdenisgeschriften.

Daarmede geven wij ons beginsel niet prijs en ook onze kritiek niet. Die is er trouwens niet alleen bij ons. Gravamina leven er ook elders. Het zal er, nu dit gesprek begint, juist op aankomen of wij door onze opbouwende kritiek kunnen bijdragen tot het nieuwe leven onzer Kerk. Want wij maken immers met elkaar een nieuw begin. Een formule, als de voorgestelde, moet dynamisch opgevat worden en niet statisch. Wij zijn er niet mee klaar, wij blijven er niet bij; staan, maar het is een uitgangspunt, en wij moeten verder. Wij hopen, dat onze Kerk zich zoo eendrachtig als het maar kan, met deze voorstellen kan vereenigen en dat dan de samenspreking en de samenwerking op deze grondslag over de geheele linie gaat beginnen.

Hierin wordt uitgedrukt, wat wij boven reeds schreven.                                              Geen gebondenheid aan de formulieren van eenigheid.

Dit zou voor de vrijzinnigen ook onaanvaardbaar zijn.

Alleen wordt — gezien de groote geestelijke invloed, die de formulieren gehad hebben en nog hebben — erkend, dat wij, op hoeveel verschillende wijzen dan ook, ons bewegen op den bodem der belijdenis.

Alleen zou men nu toch wel kunnen vragen wat deze uitdrukking : op den bodem van — dan kerkelijk gesproken, nog voor beteekenis heeft. Er kunnen verwachtingen door worden gewekt, welke in 't geheel niet juist blijken te zijn. Waardoor weer allerlei misverstand welig kan tieren. Een andere groep vrijzinnigen brengt dit niet onduidelijk onder woorden. Reeds onder allerlei berichten heeft de nu bedoelde uitspraak in ons blad gestaan. Maar toch willen we een gedeelte er van nog gaarne onder de aandacht onzer lezers brengen.

Verschillende vrijzinnige predikanten en voorgangers publiceeren dan de volgende verklaring :

„Ondergeteekenden, verontrust door kerkelijke verschijnselen van den laatsten tijd, verzekerd namens velen te spreken, gevoelen zich gedrongen tot het afleggen van de volgende openbare verklaring:

Zij stemmen van harte in met het verlangen om de Nederlandsche Hervormde Kerk sterk te zien staan in de branding van den tijd, door vastheid van overtuiging en trouw aan de godsdienstige en Christelijke waarheid, die zij belijdt en die zij te dienen heeft. Ook stemmen zij van harte in met het verlangen, dat zich in deze kerk in toenemende mate de eenheid openbare van allen, die willen leven uit de beginselen van het evangelie van Jezus Christus, die hun leven in dienst willen stellen van het Godsrijk en door den Heiligen Geest in alle waarheid en alle heil worden geleid. Intusschen weten zij, hoe de inhoud van deze religieuze termen verschillend wordt verstaan en hoe deze verscheidenheid niet uit ongeloof en willekeur, maar krachtens het noodzakelijk waarheidsonderzoek van de overgeleverde geloofsinhouden is geboren. Terwijl zij dus van harte deelnemen aan den arbeid der geloofsdoordenking en geloofsformuleering, verwerpen zij evenzeer van harte het streven om belijdenissen, al of niet in kerkelijk verband vastgesteld, als bindend of alleen geldig op te leggen, inplaats van op de bovengenoemde eenheidsbasis het beginsel der Protestantsche en geestelijke geloofsvrijheid te handhaven tegen alle willekeur.

Ten slotte verklaren zij met diepe bevreemding kennis. genomen te hebben van de onderteekening — gezamenlijk met het Reorganisatie-Comité, den Bond van Evangelisaties, het Nederlandsch Hervormd Verbond tot Kerkherstel, de Confessioneele Vereeniging en het Hoofdbestuur vart Kerkopbouw — door het bestuur van de Vereeniging van Vrijzinnig Hervormden, van het rapport van de Werkgroep „Gemeente-opbouw", waarin sub IV wordt uitgesproken :

„dat samenwerking tusschen kerkeraden en evangelisaties kerkelijk alleen kan plaats vinden in gehoorzaamheid aan de Heilige Schrift en op den bodem van de belijdenisgeschriften der Nederlandsche Hervormde Kerk".

Immers meenen zij, van tweeën èèn : of de hier aanvaarde termen van „gehoorzaamheid aan de Heilige Schrift" en „op den bodem van de belijdenisgeschriften der Nederlandsche Hervormde Kerk" moeten worden verstaan in den strengen en gangbaren zin van onderwerping aan een bovennatuurlijk, naar zestiende-eeuwschen trant opgevat bijbelgezag, waarmede de arbeid der eeuwen van een onafhankelijke, critische theologie zou zijn te niet gedaan; of zij zijn bedoeld in een zoo anderen en ruimeren zin, dat zij in het gegeven verband wel moeten leiden tot misverstand en onwaarachtigheid''.

Deze stem uit het vrijzinnige kamp verschilt aanmerkelijk van de eerst door ons gehoorde. Deze vrijzinnige predikanten kunnen zich niet vereenigen met de onderteekening door het bestuur van de Vereeniging van Vrijzinnig Hervormden in Nederland.

Ook het Hoofdbestuur van den Geref. Bond heeft zich in een schrijven gericht tot de Algemeene Synodale Commissie. Dit schrijven is tevens afgedrukt in de Besluiten van de Buitengewone Vergadering van de Synode der Ned. Hervormde Kerk, zooals deze aan de Classicale Vergaderingen zijn aangeboden. Omdat er ongetwijfeld belangstelling voor dit schrijven zal bestaan, zullen we het in zijn geheel hier opnemen :

Hoogeerwaarde Heeren,

In antwoord op uw schrijven d.d. 4 Febr. betreffende instemming met het voorstel „Gemeenteopbouw", heeft het Hoofdbestuur van den Gereformeerden Bond tot verbreiding en verdediging van de Waarheid in de Nederlandsch Hervormde Kerk de eer u mede te deelen, dat het zich verheugt over het feit, dat de Synode zich bezint op de roeping der Kerk en deze tot bezinning omtrent haar roeping opwekt.

Het volgt den arbeid der Synode met belangstelling en wil dien ook gaarne waardeeren.

Indien het mogelijk is, zal de Gereformeerde Bond ook gaarne zijn medewerking verleenen in den kerkdijken arbeid. Volgens grondslag en doelstelling, in zijn statuten omschreven, kan die alleen worden verwacht, indien men zich daarbij stelt op den grondslag der Heilige Schrift, opgevat in overeenstemming met de drie Formulieren van Eenigheid, laatstelijk vastgesteld op de nationale Synode te Dordrecht in 1618—19 gehouden. (Art. 4).

Het Hoofdbestuur moge er op wijzen, dat de kerkelijke arbeid krachtens de belijdenis der Kerk op denzelfden grondslag behoort te staan.

Aangaande de Evangelisaties moge het Hoofdbestuur opmerken, dat in verschillende plaatsen Evangelisaties werden opgericht, welke trachten te voorzien in de behoefte aan de prediking des Woords overeenkomstig de gereformeerde belijdenis, omdat de officieele prediking der Kerk te dien aanzien in gebreke is.

Het zou daarom van groote beteekenls zijn, indien de Synode het daarheen zou kunnen leiden, dat de officieele prediking in overeenstemming zij met de meergenoemde belijdenis, die toch de belijdenis der Kerk is. Uw commissie wende haar invloed aan om zulks te bevorderen. Voorts opene zij ten aanzien van de zooeven genoemde Evangelisaties den weg tot betere kerkelijke verhoudingen. Krachtens haar grondslag mogen zij aanspraak maken op kerkelijke erkenning en het verdient aanbeveling, dat uw commissie het daarheen leidt, dat ter plaatse, waar zulke Evangelisaties zijn, haar samenkomsten tot de bediening des Woords door de Kerkeraden worden erkend.

De ervaring leert, dat men ook in gemeenten, waar de prediking overeenkomstig de gereformeerde confessie niet geheel ontbreekt, aanleiding vindt tot oprichting van Evangelisaties, omdat de regeling der predikbeurten niet voorziet in de behoefte der gereformeerde gezindheid.

Men tracht dan het gemis van officieele diensten aan te vullen door afzonderlijke diensten in een Evangelisatiegebouw.

Dit zou niet noodig zijn en voorkomen kunnen worden, indien de predikbeurten zoodanig werden geregeld als met de behoefte der gereformeerde gezindheid overeenstemt, zoodat zij twee diensten (een morgen- en een avond(middag)beurt) per Zondag heeft.

Daar het op den weg van den Kerkeraad ligt in deze behoefte te voorzien, neemt het Hoofdbestuur de vrijheid de aandacht uwer Commissie op deze aangelegenheid te vestigen en er op aan te dringen, dat zij aan deze moeilijkheden tegemoet kome.

Ermelo, 22 Febr. 1941.

Namens het Hoofdbestuur van den Gereformeerden Bond: (w.g.) J. Severijn, Voorzitter, (w.g.) J. 3. Timmer, Secretaris.

Bij veler instemming zullen zeer velen in de Kerk het met dit schrijven ook niet eens zijn. De vrijzinnige Ds Bakker althans merkt in „Kerk en Wereld" over dit schrijven op : „De prediking des Woords moet overeenkomstig de gereformeerde belijdenis zijn. Dat wil dus eigenlijk zeggen, dat niet de belijdenisgeschriften geïnterpreteerd moeten worden naar de H. Schrift, maar de H. Schrift moet het naar de onveranderde belijdenisgeschriften, die daarmee a. h. w. onfeilbaar worden verklaard".

Een tegenwerping, welke van deze zijde intusschen niet nieuw is.

Terwijl ook Dr J. C. Kromsigt bezwaar heeft tegen dit schrijven, 't zelfde bezwaar, dat hij met de geestverwanten van Dr Hoedemaker heeft tegen den Gereformeerden Bond. De geestverwanten van Dr Hoedemaker noemen zich „confessioneel", juist omdat zij gereformeerd willen zijn, maar dan niet in de partijbeteekenis, die huns inziens de naam feitelijk gekregen heeft in de historie van het ontstaan en bestaan van de Gereformeerde Kerken en den Gereformeerden Bond. Wat hier „gereformeerd'' wordt genoemd, is huns inziens metterdaad confessionalistisch. Het schrijven van den Gereformeerden Bond inzake Gemeenteopbouw zou hiervan dan een zeer karakteristiek voorbeeld zijn. Confessionalistisch wil dan — aldus Dr Kromsigt — zeggen, dat men de belijdenis, ook al doet men dit niet in zijn theorie, toch in zijn practijk gelijkstelt met Gods Woord.

We zien dus : heel wat meeningsverschil. Met de richtingskwestie, met het kerkelijk vraagstuk zijn we niet met een paar woorden klaar. We hebben hier bij de voortduur noodig Gods licht en waarheid. Daarom zij gebeden. Want al is er veel, dat ons de moed kan benemen, toch moeten wij niet vertragen. Wij moeten ons opmaken en bouwen.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 augustus 1941

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

Verschillende ontvangst

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 augustus 1941

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's