Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

MEDITATIE

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

MEDITATIE

Droefheid naar God

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zalig zijn die treuren, want zij zullen vertroost worden. Mattheüs 5 vers 4.

Droefheid naar God

De tekst, die we boven deze overdenking schreven, is een van de kostelijkste parelen, die de Heere Jezus heeft achtergelaten. Het is een van de schoone zaligsprekingen, waarmede de Heere Jezus de Bergrede begonnen is.

Het woordje „zalig" is eigenlijk een afkorting. Denk maar aan het woord rampzalig. Dat wil toch zeggen „vol van rampen". Zoo beteekent gelukzalig vol van geluk.

Nu is men echter gewoon geworden om het woord „geluk" weg te laten, zoodat het woord zalig, hetwelk eigenlijk alleen „vol" beteekent in deze zaligsprekingen, de beteekenis van „welgelukzalig"' heeft gekregen. In de vertaling van de psalmen vinden we nog vaak de oude vorm : „welgelukzalig".

De Heiland heeft dus eigenlijk gezegd, dat de menschen, die treuren, vol van geluk zijn.

Dit moet op den eersten klank af wel heel vreemd lijken. Immers er wordt op deze aarde heel wat getreurd. Over de tranen van de kleine kinderen zullen wij maar zwijgen. Maar de kinderen op de school kunnen toch al groot verdriet hebben, als ze door anderen worden gesard of geplaagd. Maar ik erken het, dat het met recht door de ouderen meestal maar krokodillentranen worden genoemd. Zoó schreien ze, en zoó hebben ze weer de grootste pret. Het leed, wat ben drukt, wordt weer zoo spoedig vergeten. Maar hoe ouder men wordt, hoe minder men de waarheid van het woord van Mozes in twijfel trekt, dat het uitnemendste des levens toch maar moeite en verdriet is.

O, wat al tegenspoeden, wat al verdriet! Wat zet de Heere tot ons eeuwig nut vaak een groote streep door al onze berekeningen ! Wat gaat het vaak heel anders, dan we hadden gedacht! Soms schijnt alles ons tegen te loopen en alles ons bij de hand en bij den voet af te breken.

Het komt al bij beurten. Nu eens geeft de Heere ons het zoete en dan weer mengt Hij de alsem der bitterheid in onzen beker. Ook nu in onze dagen treuren er duizenden en nog eens duizenden, omdat door deze verschrikkelijke wereldoorlog hun zaak of bedrijf geheel ontredderd is. Ik denk aan moeders, die treuren omdat ze niet meer hebben wat ze zoo gaarne aan hunne kinderen zouden geven.

Maar dat alles is nog het ergste niet.

Al verloren we alles, als we dan nog maar voor elkaar gespaard mogen blijven. O, ik denk aan de tranen van de zieken op hunne legers. Langzamerhand beginnen velen het te begrijpen dat het gereedschap zal moeten worden opgeborgen. Weldra toch zal het aardsche huis van hun tabernakel worden afgebroken.

O, wat worden er een tranen geschreid bij de geopende groeve ! Wie zal de tranen van de weduwen en van de weezen tellen ? Maar neen, ik houd op. Ik behoef eigenlijk geen oogenblik verder te gaan. Voegt gij, lezers, er uw eigen smart maar aan toe. Immers elk huis heeft zijn kruis en elk hart heeft zijn smart. Ja, men heeft deze wereld wel eens één groot tranendal genoemd.

Zouden nu al die treurenden door den Heiland in de Bergrede zalig worden gesproken ? Zouden nu toch waarlijk alle treurenden vol zijn van geluk en blijdschap ?

Indien dit met deze woorden bedoeld was, ja, dan konden we inderdaad bijkans de geheele wereld wel zalig spreken. Maar neen, het zijn niet allemaal tranen, die de Heere bewaart in Zijne heilige flesch.

We hebben al heel veel opgesomd, wat oorzaak kan wezen, dat de tranen ons biggelen langs de wangen. En toch hebben we tot nog toe niet gesproken over die tranen, die juist het meest door den Heere Jezus werden bedoeld.

We denken aan de tranen over zonde en schuld. We denken aan die droefheid, die een onberouwelijke bekeering tot zaligheid werkt.

Lezers, die droefheid wordt gewerkt door de kracht van den Heiligen Geest.

Van nature weent de mensch wel over de schrikkelijke gevolgen der zonde, maar hij weent niet over de zonde zélf.

Kent ge die bekende dichtregel uit het vers van Huët:

„Ween, ween, o mensch, omdat ge een zondaar zijt" ?

Ik zie in mijn gedachten den verloren zoon bij de zwijnentrog staan, nadat hij tot zichzelf gekomen was. Onder heete tranen heeft hij het daar beleden, dat hij tegen zijn vader en tegen, den hemel gezondigd had. Ik denk aan die zondares, die met hare tranen des berouws de gezegende voeten van den Heere Jezus heeft nat gemaakt.

O, gelukkig, als het harde hart van een zondaar wordt verbroken ! Gezegend oogenblik, als de schellen van de oogen mogen vallen en als de Heere den blinddoek van het aangezicht komt weg te nemen! Dan zal het in diepe droefenis moeten worden beleden, dat men tegen een heilig en rechtvaardig, maar toch óok tegen zulk een goeddoend God gezondigd heeft. Dan zal men met weemoed terugblikken op het afgelegde levenspad. David heeft zijn bed nat gemaakt met de tranen des berouws vanwege zijne zonde met de vrouw van Uria. Maar 't was niet slechts dat groote kwaad, hetwelk om straf riep. Ook de zonden der jonkheid hebben hem gesmart. Ja, hij grijpt nog verder terug in zijn levensgeschiedenis. Hij ziet zich reeds verdoemelijk voor het aanschijn Gods van af de ure van zijne ontvangenis.

Met smart en weemoed ziet elke ontdekte zondaar op een diep verzondigd leven. Want al was het, dat we niet zondigden op verschrikkelijke wijze met onze daden, omdat de Heere ons door Zijne genade nog kwam te breidelen, dan stonden we toch nog schuldig met de zonden der woorden. Ja, zelfs de diepste zondige roerselen stellen ons reeds schuldig voor het aanschijn van een heilig en een rechtvaardig God.

In zulke oogenblikken, bij aanvang en bij vernieuwing, zal de gerechtigheid Gods moeten gebillijkt worden.

Dan zal het moeten worden erkend, dat de Heere naar recht zou doen, als Hij ons zou verwijzen naar de plaats der eeuwige rampzaligheid, waar weening is en knersing der tanden.

O, lezers, denkt het u eens in : „Weening en knersing der tanden" ; dat is een woord van den Heere Jezus.

Maar nu ga ik mijn tekst wéér lezen : Zalig zijn die treuren, want ze zullen vertroost worden".

Als een wondervolle paradox staat bet daar voor ons. Ge zoudt haast geneigd zijn om te zeggen, dat het onmogelijk is. Immers dan zou de ongelukkigste mensch toch nog gelukkig kunnen worden.

Lezers, dat is nu juist het liefelijk Evangelie van Gods genade in Christus, dat er voor gansch verlorenen bij dien Heiland redding te vinden is.

In den donkeren nacht van zonde en ongerechtigheid heeft de Heere het licht van Zijnen Christus doen opgaan. Gods eigen Zoon daalde af in dit tranendal. Telkens lees ik van Hem, dat Hij met innerlijke ontferming over arme zondaren bewogen was. Ook staat van Hem opgeteekend, dat Hij heeft geweend. Heete tranen en smeekingen heeft Hij aan den Vader geofferd. En in dat alles gaf Hij zich tot een rantsoen voor velen, opdat Hij aan die treurenden Sions zoude beschikken sieraad voor asch en vreugdeolie voor treurigheid en het gewaad des lofs voor een benauwden geest.

O, treurenden vanwege uwe zonden, in dien grooten Borg en Middelaar, Jezus Christus, is er zaligheid en groote blijdschap voor in zichzelf verlorene zondaren. Wie door de genade des geloofs maar zijn zonden Leert leggen op het hoofd van dat heilig Offerlam, die zal de blijdschap mogen smaken, dat het dierbaar bloed van Jezus Christus van alle zonden reinigt.

Maar ook Gods kind zal telkens opnieuw na ontvangene genade weer moeten weenen over zonde en schuld om weer bij vernieuwing met zijn droefheid te kommen aan den voet van het kruis.

O, wat zal 't dan eens wezen, als Gods kind daar zal wezen, waar nimmer tranen vloeien. Eeuwige blijdschap zal dan op hunne hoofden wezen.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 augustus 1941

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

MEDITATIE

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 augustus 1941

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's