Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

„Ethisch of dogmatisch”

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Ethisch of dogmatisch”

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Verdeeldheid moet ons steeds, maar vooral op kerkelijk gebied, pijn doen. Zoowel verdeeldheid tusschen kerken onderling als verdeeldheid in een en dezelfde kerk. Verschillende wegen zijn aangeprezen om althans een eerste stap te zetten tot wegruiming van beletselen tot eenheid. Samenkomsten, met als sprekers predikanten van verschillende kerken, zijn belegd. Hierbij is al een zeker gejuich aangeheven. In verschillende persuitingen hebben we althans een dergelijke hoopvolle en vreugdevolle stemming kunnen beluisteren. Ondertusschen is deze stemming zeer goed te verklaren. Des te beter, naarmate de verdeeldheid te scherper en te smartelijker wordt gevoeld. Zou er dan geen tinteling van vreugde komen, als men meent te zien een wolkje als eens mans hand, een mogelijke profetie van groeiende eenheid ? We willen dan ook niet bij voorbaat alle beteekenis in dezen zin aan dergelijke bijeenkomsten, mits op goede grondslag belegd, ontzeggen. Toch is het goed en niet minder noodzakelijk, nuchter de werkelijkheid te bezien en ons af te vragen wat we er dan mee bereiken. Wat voor zin dit dan heeft.

Dr J. Koopmans belicht dit heel scherp en zeker niet onjuist in de kroniek van „Woord en Wereld", zooals zijn schrijven tot ons kwam door „Belijden en Beleven". Hierdoor leeren we ook „eenheidspogingen" eens in andere belichting zien. Ter voorkoming van allerlei onbekooktheden — aldus Dr Koopmans — zal het noodzakelijk zijn, te bedenken wat gemeente eigenlijk is, of liever. Wiens gemeente zij is, namelijk van Hem, die haar duur heeft gekocht met zijn eigen bloed, die overgeleverd is om onze zonden en opgewekt tot onze rechtvaardigmaking. Enkele teekenen zijn er, die doen vermoeden dat eenheid belangrijker is dan waarheid, volgens veler meening. De vorige zomer werd dit in zeer naïeve vormen aangetroffen. Ook nu is er echter nog een tendenz om de strijdbijlen maar te begraven en voor alle dingen één te zijn. Als men , Joh. 27 : 21a er bij citeert, moet men ook lezen : dat ook zij in Ons één zijn. Vooral van vrijzinnigen kant gaan de suggesties tot vredesluiting of wapenstilstand uit. Dr K. kan echter niet begrijpen, wat getuigenisavonden met Lutherschen en Remonstranten, wat kanselruil met H.V. precies met „gemeente-opbouw" in het bijzonder, of zelfs met de nood des tijds in 't algemeen te maken hebben. Wat beteekent het, op zulke avonden beurtelings met een Gereformeerden dominee op den kansel te staan, wanneer op den daaropvolgenden Zondag Avondmaalstafel tegen Avondmaalstafel staat aangericht ? Dr K. ziet in deze en verschillende andere zaken een neiging tot voorbarigheid. Deze voorbarigheid toont dan weer een miskenning van den waren aard, zoowel van het interkerkelijk vraagstuk alsook van het richtingsprobleem binnen de Ned. Hervormde Kerk. ,,De bede der kerk is : ruk het woord der waarheid van mijnen mond niet al te zeer". Men zal mij tegenwerpen, dat „waarheid" in dit verband toch niet „intellectualistisch" moet worden opgevat. Wij weten dat zelven zeer wel; en het spijt ons, dat wij al maar niet duidelijk kunnen maken, dat het geen intellectualisme is, wanneer wij Jezus Christus belijden als God en Heiland, zooals ook de apostel Thomas deed".

De waarheid gaat voor de eenheid. Eenheid is niet belangrijker dan waarheid. We mogen dit wel eens extra onderstrepen, 't Gaat in de Kerk maar niet om eenheid zonder meer. Om een eenheid, welke als een stolp over allerlei „meeningen" heengezet wordt. Geen sprake van. Dat is met het wezen der Kerk, met het Hoofd der Kerk in lijnrechten strijd, 't Gaat om de eenheid in Christus. In Hem, Die gezegd heeft: Ik ben de weg, de waarheid en het leven. In Christus, zooals de Kerk der reformatie Hem weer heeft mogen belijden, zooals de Apostelen Hem verkondigd hebben.

Dr K. gaat voort met er op te wijzen, dat er wel gezegd is dat alle richtingen aan de verdeeldheid schuldig staan. We mogen wel zeggen, dat dit hèt woord is van dezen tijd. Allen schuldig. We hebben elkaar niets te verwijten. De strijd is verkeerd, menschelijk, onwaardig gevoerd. En dat door alle richtingen. Men stond verkeerd tegenover elkaar. Er was afkeer van elkaar. Men negeerde de ander. Wilde elkaar niet begrijpen. Alles moet ikomen op hooger plan. De heele richtingsstriid moet op hooger plan worden gebracht. Eerst dan is er kans, tot een goede oplossing te komen.

Met Dr K. mogen we hier een en ander wel toestemmen. Als we recht staan voor God, wie zal dan hier geen schuld bekennen moeten. Er moet overal bekeering komen. We moeten oprecht met elkaar leeren omgaan. Alleen maar : laat niemand denken, dat we er nu zoo ongeveer zijn. Dat de kwaal al half genezen is, als we maar wat eerlijker zijn, wat meer open staan voor elkander, oprechter met elkaar spreken. Met Dr K. mogen we wel zeggen, dat bekeering tot oprechten omgang niet de eerste stap is op den weg naar de oplossing van het vraagstuk. De eerste stap is : Bekeering tot Christus. Want het moge waar zijn dat alle richtingen schuldig staan aan het kerkelijk vraagstuk, maar niet alle richtingen staan op dezelfde wijze schuldig. Dat maakt het vraagstuk zoo pijnlijk en onoplosbaar. Want „de eigenlijke moeilijkheid van de richtingskwestie is niet allereerst van practischen, maar van theologisöhen aard, niet allereerst „ethisch", maar allereerst „dogmatisch" van karakter". Zoo is her inderdaad. En dat moet goed en duidelijk gezegd en verstaan worden. Wij zullen alleen in Christus bij elkaar kunnen komen. Dr K. zegt, dat men de orthodoxie — en men neme het ter harte — moge verwijten, dat zij behalve veel liefdeloosheid, den Heiland wel met den mond beleden, maar niet met het hart geloofd heeft, nu mag dit ten aanzien van de vrijzinnigen niet worden omgekeerd, zoodat het dan zóó wordt, dat de vrijzinnigen „onder veel liefdebetoon, misschien den Heere Jezus niet met den mond hebben beleden, maar dat velen Hem toöh wel met het hart hebben geloofd".

Dr K. wil niet oordeelen over het innerlijke van den mensch — maar in de richtingskwestie gaat het om een kerkelijk probleem. En de Kerk, die niet oordeelt over het innerlijk, heeft wèl het oordeel over de belijdenis met den mond. Die belijdenis is in de richtingskwestie, kerkelijk gesproken, in het geding. De kwestie bestaat hierin dat juist belijdenis tegenover belijdenis staat. Als wij iets geleerd moeten hebben, zoo besluit Dr K., dan wel dit, dat de nood des tijds ons moet uitdrijven tot den Bijbel, opdat wij uit het woord der waarheid wijsheid leeren.

We worden hiermee gezet midden in het hart van de richtingskwestie.

't Verschil is van dogmatischen aard. 't Gaat over de belijdenis. En 't moge waar zijn dat oprechter en opener samenspreking gewenscht is — hiermee wordt het vraagstuk niet opgelost. Hier moet het worden een buigen in eenheid des waren geloofs, n.l. het geloof, dat den heiligen is overgeleverd — of er moet zijn een uiteengaan. Geen eenheid boven de waarheid en ten koste van de waarheid. Maar alleen eenheid in Hem, die de waarheid is, gestorven om onze zonden, opgewekt tot onze rechtvaardigmaking.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 augustus 1941

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

„Ethisch of dogmatisch”

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 augustus 1941

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's