Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Zefanja, de profeet van den dag des Heeren

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zefanja, de profeet van den dag des Heeren

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het gericht over de volken. Hoofdst. 2 VS 13 e.v.

De dag van den toorn des Heeren over de volken zal zwaar zijn. Eerst heeft de profeet zich gewend tot Israels naburen: Gaza zal worden verlaten en Askelon zal verwoest worden; Moab, dat Israël beschimpte, zal worden als Sodom, en Ammon, dat een groote mond heeft opgezet tegen het volk van God, zal worden als Gomorra. Steeds wijder worden de kringen getrokken : des Heeren oogen doorloopen den ganschen aardbodem. Het uiterste Zuiden wordt genoemd, want ook de Mooren zullen verslagen worden door het zwaard des Heeren. En daarna komt Assyrië aan de beurt: de Heer e zal ook zijn hand uitstrekken tegen het Noorden. Al ligt Assyrië niet precies Noordelijk van Palestina, toch wordt met het Noorden de landstreken van Assur bedoeld. 1^)

De verwoesting zal daar volkomen zijn. Waar eens de drukte en het rumoer van de wereldstad Ninive was, waar eens de kooplieden, talrijker dan de sterren des hemels, ingingen en uitgingen, waar eens de legerscharen hun groote overwinningen vierden, en vanwaar de tribuuteischende gezanten naar allen kant uittrokken, daar zullen kudden van wild gedierte rondzwerven. Kaal en verlaten liggen de puinhoopen van de stad, die een eeuw lang de gansche wereld met schrik en beven en toch ook met groote verwondering heeft vervuld. De profeet teekent een troosteloos beeld van algeheele verwoesting. Roerdomp en nachtuil zitten op de gebroken zuilenkapiteelen; hier en daar zal een enkele vogel in een venster zijn lied zingen. Het zijn dezelfde klanken, die de profeet doet hooren, als het jaar der vergelding om Sions twistzaak geteekend wordt in een profetie tegen Edom (Jes 34 vs 11) de roerdomp en de nachtuil zullen het erfelijk bezitten en kraai en raaf zullen er in wonen en de Heere zal er over heen spannen het meetsnoer der woestijn en het paslood der wildernis. Zijn paleizen zullen met doornen welig omhoog schieten. 2") Zoo gaat de roem der wereld voorbij : Ninivé zal een woestheid worden. Al wordt reeds pl.m. 2500 V. Chr. van Ninevé melding gemaakt, de eigenlijke glorietijd dateert uit de dagen van koning Sanherib, die Babel verwoestte en Ninevé tot de eerste stad van de Oriënt wilde verheffen. In de profetie van Nahum wordt de stad als bloedstad geteekend, en terecht. Grenzenloos egoisme heeft de geheele buitenlandsche politiek van Assyrië beheerscht. Alles en ieder moest haar belangen dienen. Schier alle volken hadden, de een na de ander, het hoofd moeten buigen voor de geduchte macht van Assyrië met haar machtige heirscharen. Door voorspoed verblind, meende het, dat de kans nooit zoude keeren. Denk maar aan de woorden van den Rabsaké in 2 Kon. 18. Maar Zefanja ziet den tijd komen, dat men om de stad, die nu van vreugde opspringt, waar brooddronkenheid en uitgelatenheid de levenstoon aangeven, lachen zal. Aan Ninevé kleeft het bloed, vol is zij van bedrog en geweld, de wapenen der zonde en dat alles roept om wraak tot den Heere Zebaoth. Ninevé is door eigen pracht verblind en verheft zich boven de sterren. In overmoed en verwatenheid spreekt Ninevé, vol ijdel zelfvertrouwen : Ik ben het, en buiten mij is er geen meer : Ik en anders geen! Ik en niemand meer! Ninevé woont zeker: wie kan haar nu wat maken! Ninevé zette haar stoel in de sterren en beloofde zichzelf een eeuwig bestaan, maar de Heere belooft aan Zijn volk, dat Hij er spoedig een eind aan zal maken. Nimmer is een volk zoó gehaat als het Assyrische door de volken, die het had onderworpen. (Nah 2 vs 11 e.v.). Dezelfde mentaliteit, overmoed, verwatenheid, ijdel zelfvertrouwen — heerscht later in het niet minder machtige Babel. En ook dan zegt de profeet (Jes. 47 vs 8 e.v.) : Staar u toch niet blind op die rijkdom en grootheid. Hun zelfvertrouwen is ijdel : „Dat is ons houvast, als wij slechts afhangen van de hulpe Gods en in het besef van onze zwakheid geen rust meer vinden in ons zelf". 3*)

Ik, en anders geen ! „Hoor nu dit, gij die in wellust leeft, die daar zoo veilig neder zit, die bij uzelf dacht: ik ben het en niemand meer ! Ik zal niet als weduwe zitten en geen kinderloosheid kennen ; doch deze beide dingen zullen u in een oogenblik overkomen, op één dag, kinderloosheid en weduwschap, volkomen komt het, ondanks de veelheid uwer tooverijen en de menigte uwer bezweringen. Want gij hebt op uw boosheid vertrouwd, gij hebt gezegd : niemand ziet mij ; uw wijsheid en uw kunst, die maakten u afvallig en gij hebt in uw hart gezegd: Ik ben het en anders geen ! Dies komt over u een onheil, dat gij niet weet weg te tooveren en een verderf zal er op u vallen, dat gij niet kunt verzoenen, want er zal plotseling een verwoesting komen, waarvan gij niet wist. (Jes. 47 vs 8 e.v.). Zóó zal het ook gaan met Ninevé. Ook Ninevé heeft, gemeend straffeloos de volken te kunnen uitbuiten en verdrukken : Niemand toch ziet het. Maar hoog boven de macht van Assyrië staat Hij, bij wiens gratie Assurs koning regeert. Diens machts- en uitbuitingspolitiek, waarbij met opzijzetting van Gods eeuwige zedewet eigen belang hoogste wet is, zal schipbreuk lijden. De wereldmacht van Assyrië, die als verpersoonlijkt is in Ninevé, heeft niet beseft, dat zij een dienende taak had en dat aan haar macht en bevoegdheid een grens gesteld is door den souvereinen God. Dat is de zonde van Assur : grensoverschrijding, in hoogmoed, verwatenheid en waan van onafhankelijkheid. 4*) Het is wel een aangrijpende tegenstelling met wat ons van den Koning van Sion gezegd wordt. Deze Koning komt niet om te nemen en te halen (Nah. 2 vs 11), maar om te geven, want Hij is gekomen om den Zijnen het leven te geven en overvloed. (Joh. 10 vs 10). Ninevé is een bloedstad ; van den grooten Koning lezen wij, dat Hij den nooddruftige zal redden, die daar roept, mitsgaders den ellendige en die. geen helper heeft; Hij zal den arme en nooddruftige verschoonen en de zielen der nooddruftigen verlossen. Hij zal hun ziel van list en geweld bevrijden en hun bloed zal dierbaar zijn in Zijne oogen. (Ps 72 vs 12 e.v.) 5^) Hij draagt de schoonste titel: De Heere, onze gerechtigheid! Zijn Koninkrijk zal bestaan tot in eeuwigheid en Zijn naam zal eeuwig eer ontvangen. Over het rijk van Assur is al sinds vele eeuwen het Godswoord in vervulling gegaan ; vol verachting en spot ging men de puinhoopen van Ninevé voorbij : Gods recht triomfeert.


AANTEEKENINGEN.

1^) Assyrië ligt meer N.O. van Palestina. In het algemeen zegt men : De Assyrische legers kwamen van het Noorden uit naar Juda en Israël. Daarom de vijand uit 't N. is Assyrië. We kunnen ook verwijzen naar Jeremia's roeping : de profeet zag een ziedende pot, welks voorste deel naar het N. gewend was (Jer. i vs 13) : Van het Noorden kwam het kwaad. Hoewel dit voor sommige teksten ongetwijfeld de juiste verklaring is, behoeven we hier zoover niet eens te gaan. Het Noorden beteekende eenvoudig : Assyrië. Die gedachte was al eeuwenoud. Naar het Sumerische wereldbeeld was de geheele aarde naar vier landen in vier kwadranten verdeeld. (Jeremias, Handbuch der Altoriëntalischen Geisteskultur ate Aufl., s 109). Het land der Amorieten was het Westen ; Suhartu (het latere Assyrië) was het Noorden. Ook in veel lateren tijd hield men aan deze indeeling vast.

2) De Statenvertaling spreekt van roerdomp (vogel, die tot de familie der reigers behoort en de rietlanden bewoont, Böhl, O. Testament, pag. 259). Met de oude vertaling denken velen aan de pelikaan, de grootste der zwemvogels. Vertaling van de Statenvertaling is zeker niet onmogelijk. In vs 14 liggen eenige moeilijkheden. Ridderbos vertaalt : Hoor, het zingt in het venster. (Zoo ook Snijman). Taalkundig is dit niet/geheel onmogelijk. Maar dan verkies ik nog liever de Statenvertaling. Overigens is de bedoeling van vs 14 zonder meer duidelijk.

3) Calvijn, Praelectiones in Sophoniam, a. 1.

4) Verg. Hellmuth Frey, Das Buch der Weltpohtik Gottes s 168 ff).

5) Jer. 23 vs 6 ; 34 vs 16. Deze naam spreekt niet van Jeremias vertrouwen in den persoon van Zedekia, (wiens naam : de Heere is mijn gerechtigheid beteekent), zooals Prof. Eerdmans zegt in zijn Godsdienst van Israël ; veelmeer het omgekeerde: de belofte des Heeren over den Heere onze gerechtigheid oordeelt het koningschap van Zedekia radicaal.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 september 1941

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

Zefanja, de profeet van den dag des Heeren

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 september 1941

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's