Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Geloof en Openbaring

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Geloof en Openbaring

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Heilige Schrift Gods Woord. Dat is een stuk des geloofs. Het geloof belijdt, dat de Heilige Schrift Gods Woord is, omdat het geloof het zoo ziet en ervaart.

Geloof en openbaring hebben dus een innerlijke betrekking, zoowaar er geen openbaring kan zijn zonder Godsgemeenschap. Door de profetische openbaring maakt God Zich bekend, in het geloof werkt Hij de kennis, dat Hij waarlijk dezelfde God is, die zich in Zijn Woord heeft geopenbaard.

De profetische gave, misschien nog beter de profetische dienstbaarheid, is nog niet hetzelfde als de gave des geloofs. Het voorbeeld van Bileam heeft ons hier wat te zeggen. Bileam vermocht niet anders te spreken dan wat God hem liet zien, en hij geloofde zeker aan de waarheid van zijn profetisch gezicht en toch staat hij afzonderlijk. (2 Petr. 2 : 15).

Hij was een profeet tegen wil en dank. Denk ook aan den profeet, die tegen het altaar te Bethel moest profeteeren en zulks ook deed, terwijl hij zelf Gods Woord wederstond. Zoo ware er meer te noemen. De geschiedenis van Jona werpt een schril licht op de worsteling van dezen man tegen de profetische roeping, welke hij had te vervullen. Mozes had grootelijks bezwaar tegen de taak, welke God hem oplegde. Jesaia gevoelde zich onbekwaam. En zoo kunnen wij voortgaan.

Als er van menschelijke factoren moet gesproken worden, wordt het hoe langer hoe meer duidelijk, dat zij dienstbaar werden gemaakt aan een werk Gods, waarin zij zelf niet altijd een klaar gezicht hebben gehad. Dat kan ook gezegd worden van het volk Israël als geheel, hetwelk een drager zou zijn van het profetische Woord, hetwelk het in velerlei wijze tegenstond.

De geestelijke dingen worden geestelijk onderscheiden. Zij vragen een geestelijk verstand. En het geloof is geestelijk. Het geloof ziet ook de „gewone" dingen in geestelijk licht. Het ontdekt ook daarin wonderen. Het ziet de dingen in Gods Voorzienigheid, in het licht Zijner scheppende almacht. Het heeft een geopend oog voor de geestelijke werkelijkheid en daarom voor de werken Gods. Zoo verstaat ook het geloof de Godsopenbaring geestelijk, het ziet de Heilige Schrift als het profetische Woord, dat zeer vast is.

Dat is nog niet hetzelfde als vergeestelijking. Integendeel. Vergeestelijking is overbrenging in een andere sfeer van wat daartoe niet behoort. Maar geestelijk zien beteekent zien in het licht, dat God over de dingen doet opgaan. Men kan b.v. de gansche geschiedenis van Simson vergeestelijken en den mensch Simson, die ons daar geteekend wordt met zijn zonde en wanbedrijven, daarbij in een allegorische symboliek verheerlijken. Dat geeft aanleiding tot valsche vergelijkingen, die met de reinheid des geestelijken levens niet vereenigbaar zijn.

Het geloot echter schouwt in het licht des geloofs en meet naar den maatstaf des Heiligen Geestes. Het bedrijf van een man als Simson, dat met Gods gebod in strijd is, is en blijft veroordeeld door het Woord zelf. Doch het geloof ziet op de ontferming Gods, die zulk een mensch gebruiken wil om Zijn machtigen arm te toonen en Zijn volk verlossing te bereiden. Niet de mensch, hoe voortreffelijk of hoe zondig ook, maar God en Gods werk is het object des geloofs.

Het profetische Woord is Gods Woord, omdat het Gods werk doet zien. Daarom zal men een oog voor Gods werk noodig hebben om het Woord te verstaan. En wijl dat oog bij den gevallen mensch verduisterd is, zal slechts de verlichting des Heiligen Geestes het gezicht wedergeven.

Men gevoelt er ook wel iets van in het algemeen, dat de Schrift geestelijk wordt verstaan. En uit dat gevoelen komt veel misverstand op. Vooreerst tracht men dit geestelijke te ontdekken door vergeestelijking. En dat op onderscheidene wijze. Wij hebben daarvan zooeven een voorbeeld gegeven. In dien weg kan men van de Schrift alles maken. Dat is echter geen uitlegging. Geen profetie is van eigener uitlegging. Daartegen waarschuwt zij zelf.

De mensch staat in zijn val zoover af van het waarachtig geestelijk leven, dat hij zich gemakkelijk aan de phantasie en speculatie van het eigen hart overgeeft.

De Auteur der Heilige Schrift is ook haar Uitlegger, want het is de Geest Gods, die in alle waarheid leidt. Waarheid is ook, wat de Heilige Schrift openbaart omtrent het bestaan, doen en laten van den zondigen mensch. In dit opzicht spaart zij ook de voortreffelijksten der Godsgezanten niet. Hoe zou dat kunnen, als de Heere de ongerechtigheid der wereld zelfs bezoekt aan den Zoon, dien Hij tot een Middelaar heeft gesteld, hoewel Hij geen zonde gekend noch gedaan heeft.

Het gevoelen echter, dat de Godsopenbaring geestelijk is en dat de Schrift geestelijk moet worden verstaan, heeft er toe geleid onderscheid te maken tusschen de Godsopenbaring en het geschreven Woord als de oorkonde (zoo men dat noemt) der Openbaring.

Daarin nu komt weer de onderscheiding van het goddelijke en het menschelijke aan den dag. En aangezien het om het goddelijke te doen is, zal men zich dus richten op de openbaring en het daarin geopenbaarde. Men staat dan voor de taak dit op te sporen aan de hand van de oorkonde, het geschrevene, hetwelk wat anders is dan de openbaring zelf.

Niet de oorkonde, het geschrevene en alzoo overgeleverde is het, maar het eigenlijke goddelijke gebeuren, waarvan het geschrevene gewaagt.

Hier doet zich het geval voor, dat het eigenlijk goddelijke der openbaring boven de oorkonde uit, ja feitelijk geheel los van de Schrift zwevende is.

De steen, welke een inscriptie draagt om een belangrijk feit in het leven van een Nebukadnezar aan de vergetelheid te ontrukken, heeft toch met de feiten, welke hij vermeldt, niets uit te staan. Hij is slechts oorkonde van een werkelijkheid, maar niet die werkelijkheid zelf. Zoo zou ook de Heilige Schrift oorkonde der openbaring, maar niet de openbaring zelf zijn.

Daaruit volgt weer, dat het geloof in de openbaring wat anders zou zijn dan het geloof in de Heilige Schrift. Men hecht toch slechts in zooverre geloof aan de oorkonde, als men overtuigd is van de juistheid van hetgeen zij meedeelt.

Wie de Heilige Schrift als oorkonde der openbaring neemt, zal haar derhalve weer op haar juistheid onderzoeken. Hij zal haar meten aan de openbaring zelf. Doch hoe kan dat ?

Dat zal alleen kunnen, als hij buiten de oorkonde om getuigen der openbaring heeft of de openbaring kan kennen.

De kerk nu belijdt, dat er buiten de Schrift nog openbaring is door de schepping. Zij kent geen anderen weg dan die twee. Wil men dus de oorkonde toetsen, dan zou dat bij het licht der algemeene openbaring moeten geschieden.

Zoo volgt daaruit, dat de mensch, die in de Schrift slechts de oorkonde der openbaring ziet, deze toetst aan het algemeen religieus bewustzijn.

De Schrift zelf getuigt, dat dit verduisterd en verdorven is en dat de psychische (natuurlijke) mensch niet verstaat de dingen, die des Geestes Gods zijn. Zoo komt hij, die zijn vertrouwen stelt op dat algemeen religieus bewustzijn, reeds dadelijk in conflict met wat hij de oorkonde der openbaring noemt en zoo hij zijn standpunt wil handhaven, wordt hij genoopt de Schrift los te laten en zijn eigen gevoelen te volgen.

Daaruit kan blijken, welk een noodlottig misverstand dergelijke meeningen omtrent de Schrift aankleeft en van boe groote beteekenis het is de belijdenis der kerk vast te houden, welke de openbaring niet los maakt van de Schrift, omdat de Heilige Geest getuigt, dat zij van God is. Zij behoeft de Schrift niet op de Waarheid der openbaring te toetsen, want zij wordt door den Geest in de waarheid ge­leid.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 oktober 1941

De Waarheidsvriend | 6 Pagina's

Geloof en Openbaring

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 oktober 1941

De Waarheidsvriend | 6 Pagina's