Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gods Woord geschreven

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gods Woord geschreven

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Schrift Gods Woord

De Schrift Gods Woord. Naar aanleiding van het opgemerkte omtrent de waardeering der Schrift als oorkonde der openbaring nog wat. De Heilige Schrift is Gods Woord, zoo belijden wij met de kerk.

Men moet deze belijdenis echter goed verstaan. Wat verstaat zij onder de woorden Heilige Schrift ? De klemtoon valt in deze vraag op Schrift. Wat verstaat zij door Schrift.

Men moet wel begrijpen, dat hiermede niet wordt bedoeld het boek, zijnde zooveel vel papier en zooveel inkt, maar het geschreven Woord.

Een velletje postpapier, waarop iemand ons een en ander mededeelt, heet een brief. En toch maakt een beschreven papier nog geen brief. De waarde en beteekenis schuilt zoo weinig in het materiaal en de teekens, als in de taal, waarin die is geschreven. In de oudheid schreef men zijn mededeelingen op een wastafeltje. Was de boodschap overgebracht, dan streek men het weer glad. Men schreef op dezelfde tafel zijn wederwoord. Dat was ook een vorm van briefwisseling. De boodschap was overgebracht, maar het schrift was verdwenen. Men kon den brief niet nog eens lezen. Niet de brief, maar de boodschap is de hoofdzaak.

Wilde men den inhoud bewaren, dan werd het schrift in tegels gegrift en in het archief geborgen. Men heeft in de archieven der oudheid zulke tabletten in groot getal gevonden. Dat waren brieven op tegels. Veelal koninklijke correspondentie.

De beteekenis van den brief schuilt in de boodschap en in de betrekking der personen. Van wien komt de boodschap en tot wien is zij gericht ? Dan weer zijn alle boodschappen niet even gewichtig. Een koninklijke boodschap kan beteekenis hebben voor een geheel volk en zelfs voor geslachten. En daaruit laat zich verstaan, dat zij werd vastgelegd in teekens, die wij gewoon zijn schrift te noemen.

In beginsel is er geen onderscheid tusschen een mondelinge en een geschrevene boodschap. Wanneer men een goeden mondelingen overbrenger heeft, of zelf de boodschap overbrengt, heeft men in zooverre geen behoefte aan een brief. Dan is daar het levende woord en een directe uitwisseling van gedachten.

Bij gewichtige aangelegenhedem zal men toch de voorkeur geven aan schriftelijke vastlegging. De woorden vervluchtigen, zij vliegen weg, maar wat geschreven is, blijft.

Wat geschreven is. Dat is dus niet het schrift, maar het woord, dat geschreven is. Schrift is nu eenmaal aan het woord gebonden. Een brief is een geschreven woord. Briefwisseling is met elkander spreken door middel van de schrijfkunst of het schrift.

Een boek is een lange rede, welke iemand zou kunnen houden, maar hij kan die ook opschrijven. Dan heeft men de rede in schrift, een schriftuur. Een schriftuur (het latijnsche scriptura) is een geschreven woord. Indien men dus spreekt van de Schriftuur, dan is dat het geschreven Woord. Dat is een woord, dat boven alle woord uitgaat. Niet eens menschen woord, maar Gods Woord.

Zeggen wij dus de Schrift, dan zeggen wij reeds het Woord, t.w. het Woord Gods. Dat is ook zoo gevoeld blijkens het spraakgebruik : De Schrift zegt, het Woord zegt. Daarmede komt dus de belijdenis overeen : de Schrift is Gods Woord. God heeft geboden Zijn geopenbaarde Woord bij geschrift te stellen. (Art. III).

Daarom moet men geen tegenstelling maken tusschen, de Godsopenbaring en de oorkonde der openbaring. Gods Woord is het door de profeten gesproken Woord, hetwelk zij gesproken hebben door den Heiligen Geest. Met een beroep op de Heilige Schrift zegt Art. III, de heilige mannen Gods hebben gesproken. De openbarende daad Gods mondt uit in het door de profeten gesproken woord. Wij hebben dus niet van doen met een Godsopenbaring als een vreemde en ontoegankelijke zaak, welke boven de woorden der profeten uitzweeft. Het is niet zoo, dat de profeten zoo goed en zoo kwaad als het ging daarvan verslag gaven, zoodat hun woord en Gods Woord eigenlijk twee dingen zijn : n.l. Gods Woord op een verborgen wijze en het woord der profeten als een menschelijke uitdrukking of benadering. In dit geval zou men de Godsopenbaring en de oorkonde kunnen onderscheiden.

Maar dan ook zou het mondelinge woord der profeten als mondelinge oorkonde moeden worden genomen, waarvan de te boekstelling dan een schriftelijke zou zijn.

Zoowel de mondelinge als de schriftelijke oorkonde miste dan in den grond der zaak de goddelijke autoriteit. Tusschen de Godsopenbaring en de Oorkonde stond dan de profeet.

Het is daarom niet zonder beteekenis, wat Paulus zegt : heilige menschen Gods van den Heiligen Geest gedreven zijnde, hebben gesproken. (2 Petr. 1 : 21). Zoo ook in 2 Petr. 3:2: opdat gij gedachtig zijt aan de woorden, die van de heilige profeten tevoren gesproken zijn, en aan ons gebod, die des Heeren en Zaligmakers apostelen zijn.

De belijdenis verstaat het dus zoo, dat Gods Woord door de profeten is gesproken, m.a.w. dat God door de profeten heeft gesproken. De openbarende daad Gods gaat door de profeten heen. God spreekt niet maar tot hen, om het verder aan hun vertolking over te laten, maar door hen. De woorden der profeten zijn geen afschaduwing, geen overgedragen vorm van Gods Woord, maar zij zijn als de mond Gods. Eerst sprak God door den mond der profeten en in het vLeeschgeworden Woord door den mond Zijns Zoons. Dan weer door den mond der apostelen.

Zoo is het ook duidelijk, als Calvijn telkens weer wijst op de leer der apostelen en profeten, dat hij deze teer alleen als goddelijk erkent, omdat de hoogste Profeet en Leeraar ons onderwijst door de apostelen en profeten.

De woorden der apostelen en profeten zijn alzoo de Godsopenbaring, het Woord, dat God door hen heeft gesproken. De teboekstelling is het Woord Gods geschreven en niet een verslag of oorkonde daaromtrent. Zij getuigen niet alleen van wat zij gezien en gehoord hebben, maar ook hun getuigenis is geïnspireerd. De werking des Heiligen Geestes geeft hun niet alleen ile zien en te hooren, maar ook te spreken. Hun woorden zijn geïnspireerd door den Geest der profetie. Daarom is hun woord het profetische Woord, hetwelk wij in de teekenen van het Schrift voor ons hebben.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 oktober 1941

De Waarheidsvriend | 6 Pagina's

Gods Woord geschreven

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 oktober 1941

De Waarheidsvriend | 6 Pagina's